Organisatie | Nederweert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nederweert houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten (Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020) |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-12-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 17-12-2019 | nummer 2019-63 |
De raad van de gemeente Nederweert;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019,
gelet op de artikelen 229, eerste lid aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
“Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020”.
Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, niet zijnde gft-bedrijfsafval, die naar aard, omvang en samenstelling gelijk zijn te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen, die aan de periodieke inzameldienst in containers kunnen worden aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden meegenomen.
Hoofdstuk 2 AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de afvalstoffenheffing van een perceel vindt plaats door een optelling van de gewichten van het wekelijks ingezamelde groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval van dit perceel in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo’s naar beneden.
De vaststelling van het totaal per belastingtijdvak ingezamelde gewicht van de afvalstoffenheffing van een perceel behorende tot een groep van percelen vindt plaats door een optelling van de, voor dat perceel, op grond van artikel 3.1 vastgestelde gewichten in het betreffende belastingtijdvak, waarbij dit totaal wordt afgerond op gehele kilo’s naar beneden.
Indien tijdens een inzamelbeurt door een calamiteit of technische storing aan de wegende inzamelauto, de herkennings-, wegings- of registratieapparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de berekening van de belasting bij alle betrokken percelen, waar zich deze storing heeft voorgedaan, voor de betreffende inzamelbeurt een forfaitair gewicht per perceel vastgesteld, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers worden aangeboden, voor de betreffende inzamelbeurt. Het forfaitair gewicht wordt vastgesteld overeenkomstig het gestelde in de leden 6 en 7.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;
Artikel 10 Reductie heffing medisch afval
De belastingplichtige als bedoeld in artikel 4 komt in aanmerking voor vermindering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de in artikel 5 bedoelde tarieventabel, indien de belastingplichtige als gevolg van chronische ziekte of handicap dan wel chronische ziekte of handicap van personen die behoren tot zijn of haar huishouden, extra afval moet aanbieden aan de gemeentelijke inzameldienst.
De belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor vermindering op grond van het eerste lid, dient daarvoor een verzoek in bij de heffingsambtenaar. Bij dit verzoek moet een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist te worden overgelegd, waaruit blijkt dat als gevolg van een chronische ziekte of handicap extra afval wordt aangeboden.
Artikel 12 Aard van de belasting en belastbaar feit
Onder naam reinigingsrechten worden rechten geheven voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken, of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De reinigingsrechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 14 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Indien als gevolg van een technische storing of calamiteit aan de wegende inzamelauto de herkennings- wegings- of registratie apparatuur of van de middelen waarmee de registratiegegevens van de geledigde containers worden opgeslagen, van een aangeboden container geen of een onjuiste automatische weging, herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de berekening van de reinigingsrechten als bedoeld in hoofdstuk 2.2 van de tarieventabel een forfaitair gewicht van 8 kilogram per aangeboden container vastgesteld.
Artikel 17 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2.1 van de tarieventabel aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 18 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;
Hoofdstuk 4 AANVULLENDE BEPALINGEN
De “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019” van 18 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 21, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2019.
De raad voornoemd
De raadsgriffier,
E.G. Schrier
De voorzitter,
B.M.T.J. Op de Laak
Bijlage 1: Tarieventabel “Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten 2020”
Behorende bij de “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020”.
groente-,fruit- en tuinafval en restafval welke periodiek in | ||
Hoofdstuk 3 Toegangstarieven en maatstaven milieustraat Weert |
Behoort bij besluit van de raad van 17 december 2019