Organisatie | Zeewolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zeewolde houdende regels omtrent de heffing en invordering van rioolheffing (Verordening rioolheffing 2020) |
Citeertitel | Verordening rioolheffing 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2019 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 19-12-2019 | z190006526 |
Artikel 2. Aard van de belasting
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4. Zelfstandige gedeelten
Als gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel naar hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven voor elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat als twee of meer van die gedeelten samen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel wordt aangemerkt.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Als de belastingplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10. Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of wanneer het aanslagbiljet slechts één aanslag bevat, moeten worden betaald in tien gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2019, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.