Organisatie | Kollumerland en Nieuwkruisland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | de Verordening Afstemmingsbeleid WWB en WIJ |
Citeertitel | Verordening Afstemmingsbeleid WWB en WIJ |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zaken |
De Verordening Afstemmingsbeleid WWB, vastgesteld op 8 oktober 2009 (Achtkarspelen) en 26 november 2009 (Kollumerland c.a.), wordt gelijktijdig ingetrokken per 1 juli 2010
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | Onbekend | 24-06-2010 Nieuwsblad van N.O.-Friesland d.d. 15-12-2010 | Onbekend |
de Raad van de gemeente Achtkarspelen;
de Raad van de gemeente Kollumerland c.a.;
gelet op het bepaalde in artikel 8, lid 1, sub b en artikel 18, lid 2 van de Wet Werk en Bijstand en artikel 12, lid 1, sub b en artikel 41, lid 1 van de Wet Investeren in Jongeren,
overwegende dat moet worden vastgesteld voor welke gedragingen de bijstand/inkomensvoorziening wordt verlaagd en op grond van welke criteria de hoogte van die verlaging wordt bepaald;
Hoofdstuk 2. De categorieën van verwijtbare gedragingen in het kader van de WWB
Hoofdstuk 3. De verlagingen in het kader van de WWB
Artikel 4 Hoogte van de verlaging
De periode van verlaging van de bijstand genoemd in het eerste lid en afgestemd met inachtneming van artikel 7 van deze verordening wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging uit dezelfde of een hogere categorie (recidive). Dit lid is niet van toepassing op de verlaging als genoemd in het eerste lid, onder e. van dit artikel.
Hoofdstuk 4. De categorieën van verwijtbare gedragingen in het kader van de WIJ
Artikel 5 Categorieën van verwijtbare gedragingen
De gedragingen bedoeld in artikel 44, lid 1 en artikel 45 van de WIJ worden onderscheiden in de volgende categorieën:
het niet binnen de gestelde termijn verstrekken van informatie die van belang is voor het toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of het recht op de inkomensvoorziening hetgeen heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van inkomensvoorziening tot een bedrag van € 2.000,00 netto;
het niet binnen de gestelde termijn verstrekken van informatie die van belang is voor het toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of het recht op de inkomensvoorziening hetgeen heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van inkomensvoorziening tot een bedrag tussen € 2.000,00 en
het niet binnen de gestelde termijn verstrekken van informatie die van belang is voor het toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of het recht op de inkomensvoorziening hetgeen heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van inkomensvoorziening tot een bedrag tussen € 4.000,00 en € 10.000,00 netto.
Hoofdstuk 5. De verlagingen in het kader van de WIJ
Artikel 6 Hoogte van de verlaging
De periode van verlaging van de inkomensvoorziening genoemd in het eerste lid en afgestemd met inachtneming van artikel 7 van deze verordening wordt verdubbeld, indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte gedraging opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging uit dezelfde of een hogere categorie (recidive).
Hoofdstuk 6. De voorbereiding van het besluit
Ten aanzien van de afstemming van de verlaging van de bijzondere bijstand op de mate van verwijtbaarheid geldt het volgende:
Indien er sprake is van omstandigheden waardoor er aanleiding is om toch bijzondere bijstand te verlenen wordt op individuele gronden in meer of mindere mate afgeweken van het percentage als genoemd in artikel 4, lid 1, sub e. Uitdrukkelijk wordt hier gewezen op de mogelijkheden van de verstrekking in de vorm van een geldlening, als bedoeld in artikel 48, lid 2, sub b van de Wet Werk en Bijstand.
Indien er dringende redenen aanwezig zijn kan worden afgezien van het toepassen van een verlaging als bedoeld in artikel 18, lid 2 van de WWB, danwel artikel 41, lid 2 van de WIJ. Hiervan wordt de belanghebbende schriftelijk op de hoogte gesteld.
Artikel 9 Horen van belanghebbende
Het horen van de belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien:
de belanghebbende niet heeft voldaan aan een verzoek van het college of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 7, lid 4 WWB, danwel artikel 11, lid 4 van de WIJ werkzaamheden heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 17 van de WWB, danwel artikel 44 van de WIJ;
Artikel 10 Besluit tot verlaging
Het besluit tot verlaging dient belanghebbende bij beschikking onverwijld na het constateren van de verwijtbare gedraging te worden toegezonden. Hierin dient in ieder geval te worden vermeld: de reden van de verlaging, de duur van de verlaging, het percentage van de verlaging, het bedrag van de verlaging en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van de standaardverlaging. Bij een verlaging als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub e is het vermelden van de duur van de verlaging niet van toepassing. Overigens dienen bij het besluit tot verlaging uitdrukkelijk de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur in acht te worden genomen.
Artikel 11 Ingangsdatum en tijdvak
Indien de verlaging niet conform het eerste lid kan plaatsvinden wordt de verlaging opgelegd met ingang van de eerstvolgende kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot het opleggen van de verlaging aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand geldende bijstand/inkomensvoorziening.
Indien oplegging van de verlaging niet conform het eerste en het tweede lid kan plaatsvinden kan de verlaging met terugwerkende kracht met toepassing van artikel 54, lid 3, sub b WWB, danwel artikel 40, lid 3 WIJ worden opgelegd, voor zover het verwijtbaar gedrag, dat tot de verlaging heeft geleid, in deze periode heeft plaatsgevonden. Daarbij wordt uitgegaan van de voor die maand(en) geldende bijstand/inkomensvoorziening. Dit artikel is niet van toepassing op de verlaging als genoemd in artikel 4, lid 1, sub e van deze verordening.
Indien een belanghebbende zich tegelijkertijd schuldig maakt aan verschillende verwijtbare gedragingen, dan vindt voor het bepalen van de hoogte en duur van de verlagingen cumulatie plaats.
Dit artikel is niet van toepassing op de verlaging als genoemd in artikel 4, lid 1, sub e van deze verordening.
Ter voldoening aan het gestelde in artikel 18, lid 3 van de WWB, danwel artikel 41, lid 3 van de WIJ dient bij een verlaging, die met toepassing van artikel 7, lid 2, sub c van deze verordening op 3 maanden is vastgesteld, aan het einde van die termijn te worden vastgesteld of belanghebbende de tekortkomingen heeft hersteld. Indien dit niet het geval is, dan is artikel 4, lid 2 van deze verordening van toepassing.
Indien de verlaging plaatsvindt in het kader van recidive als bedoeld in artikel 4, lid 2 van deze verordening, vindt de heroverweging na maximaal 3 maanden na de ingangsdatum van de verlaging plaats, waarbij, indien belanghebbende de tekortkomingen heeft hersteld, alsnog besloten kan worden tot een nadere afstemming of een afzien van de verlaging. Dit artikel is niet van toepassing op de verlaging als genoemd in artikel 4, lid 1, sub e van deze verordening.
Artikel 15 Uitkeringsgerechtigden van 65 jaar en ouder
In afwijking van de vorige artikelen is op de uitkeringsgerechtigden die op grond van een mandaatregelinng van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) een algemene bijstandsuitkering ingevolge de WWB ontvangen, het maatregelenbeleid van de SVB (zoals gepubliceerd in de Staatscourant 2006, 121 en 2008, 98) van toepassing.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Achtkarspelen op en de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Kollumerland c.a. op
De Raden voornoemd,
de plv. Raadsgriffier,
mr. R. van der Heide
de Voorzitter,
T.J. van der Zwan
de Raadsgriffier,
mw. N.A. Ynema
de Voorzitter,
B. Bilker