Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade |
Citeertitel | Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Algemene subsidie verordening welzijnsinstellingen gemeente Kerkrade 2005 en de deelverordening professionele welzijnsinstelligen gemeente Kerkrade 2005
Gemeentewet, artikel 149
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-10-2008 | Nieuwe regeling | 24-09-2008 Zuid-Limburger 01-10-2008 | 08Rb034 |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
Een rapportage omtrent het onderzoek van een registeraccountant of een accountant administratie consulent naar de juistheid, tijdigheid, volledigheid en getrouwheid van de verstrekte informatie over de verleende subsidie;
De activiteit die door de instelling zal worden uitgevoerd en die door het college kan worden gesubsidieerd. De prestaties worden in meetbare termen gedefinieerd, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is.
Naast het genoemde in artikel 4:62 Awb bevat het plan een overzicht van voorgenomen activiteiten, zo mogelijk vertaald naar meetbare prestaties en beoogde effecten, alsmede de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid.
Het bedrag waarop een subsidie (jaarlijks) wordt vastgesteld.
Een raming van baten en lasten
Zoals bedoeld in artikel 1:3 lid 4 Awb
De raad dan wel het college van de gemeente Kerkrade.
Een boekjaar is gelijk aan een kalenderjaar.
Een vooraf voor een bepaalde periode toegekende subsidie ten behoeve van de uitvoering van één of meer activiteiten die het college van belang acht. Dit kan in de vorm van een afkoopsom, vastgelegd in een beschikking en eventueel een uitvoeringsovereenkomst.
Het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade.
Het verschil tussen bezittingen en schulden.
Een eenmalig (waarderings)subsidie die het college verstrekt voor een activiteit met een eenmalig of experimenteel karakter.
In meetbare eenheden omschreven resultaten.
Een instelling, wier taken voornamelijk uitgevoerd worden door één of meer personen in dienst op grond van een landelijke CAO of een anderszins gereguleerde arbeids- overeenkomst, en als zodanig door het college aangewezen.
Een rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 2; titel 6 (stichtingen), die zich de behartiging van de belangen van ideële en/of materiële aard van de inwoners van Kerkrade ten doel stelt.
r. Rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid
Een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid conform artikel 2:27 BW en artikel 2:289 BW.
Vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die, bedrijfseconomisch gezien, vrij besteedbaar zijn. De egalisatiereserve is bedoeld om fluctuaties in de kosten op te vangen, de bestemmingsreserve is gericht op een bepaalde bestemming.
Zoals bedoeld in artikel 4:21 Awb lid 1.
Een door het college genomen besluit tot:
• het verlenen van een subsidie;
• het afwijzen van een verzoek om subsidie;
• het definitief vaststellen van een subsidie;
• het intrekken of wijzigen van een besluit tot subsidieverlening of subsidievaststelling;
• het verlenen van voorschotten.
Het in de subsidiebeschikking en/of uitvoeringsovereenkomst bepaalde respectievelijk overeengekomen tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt. De subsidies van structurele aard kunnen voor één boekjaar of voor een aantal boekjaren worden verstrekt.
Zoals bedoeld in artikel 4:22 Awb.
De beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en dat een onvoorwaardelijke aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag.
De beschikking die voorafgaand aan de subsidiabele activiteit wordt gegeven, waarbij een omschrijving van te leveren prestaties, de maximale hoogte van het subsidiebedrag en de aan de subsidie verbonden verplichtingen worden meegedeeld.
De verzamelterm voor het toekennen van subsidie wat zowel subsidieverlening als subsidievaststelling omvat.
aa. Uitvoeringsovereenkomst (subsidieovereenkomst)
De overeenkomst die door de subsidieontvanger en het college kan worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking. Daarin wordt in elk geval aangegeven:
• de looptijd van de subsidie;
• de maximale hoogte van het subsidiebedrag;
• de te verrichten activiteiten;
• de doelgroep met betrekking tot de te leveren activiteiten en
• de wijze waarop deze verantwoord moeten worden.
Een voorziening als bedoeld in artikel 374, lid 1 Boek 2 BW, voorzover deze als zodanig door het college als redelijk is aangemerkt. Het college kan terzake beleidsregels vaststellen.
Een subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:35 Awb genoemde gevallen, geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:
a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op het gemeentelijk belang of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Kerkrade;
b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;
c. de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden kan beschikken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden om de kosten van de activiteiten te dekken. Onder eigen middelen wordt verstaan: deelnemersbijdragen, donaties, erfstellingen, legaten en gelden in reserves en voorzieningen;
d. het subsidieverzoek niet past binnen het beleid van de gemeente Kerkrade.
Artikel 9 Intrekking en wijziging subsidieverlening/vaststelling
Naast het bepaalde in artikel 4:50 Awb kan het college zolang de subsidie niet is vastgesteld, een lopende subsidieverlening tevens intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen, indien de werkelijke kosten voor uitvoering van de activiteit(en) lager zijn uitgevallen dan de kosten die zijn opgenomen in de bij de subsidieaanvraag bijgevoegde begroting.
Artikel 11 Begrotingsvoorwaarde
Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd kan in de beschikking tot verstrekking van de subsidie het voorbehoud worden gemaakt dat voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld.
Artikel 12 Andere financiële bepalingen
Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidieontvanger wordt ontvangen.
Op de verstrekking van budgetsubsidies is afdeling 4.2.8 Awb van toepassing. Het college kan bepalingen uit afdeling 4.2.8 Awb ook op incidentele subsidies van toepassing verklaren.
Artikel 14 Aanvraag tot subsidieverlening
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:5 Awb kan het college besluiten de aanvraag buiten behandeling te laten indien een aanvraag niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip is ingediend, mits de aanvrager in de gelegenheid is gesteld, binnen een door het college gestelde termijn, de aanvraag alsnog in te dienen.
Het college kan bepalen dat een aanvraag voor een budgetsubsidie naast de formele vereisten conform artikel 4:2 Awb en gegevens conform de artikelen 4:61 tot en met 4:63 Awb en artikel 4:65 Awb de volgende gegevens bevat:
a. een beschrijving van de doelgroep en het beoogde resultaat van de activiteiten in relatie tot de gestelde doelen, indien mogelijk, uitgedrukt in meetbare resultaten;
b. voorgenomen en doorgevoerde wijzigingen van het bestuur c.q. van de statuten;
c. een opgave van de met de instelling gelieerde rechtspersonen en de aard van de betrekking met die rechtspersoon;
d. een overzicht van de ruimtelijke voorziening(en), waar de activiteit(en word(t)(en) uitgevoerd.
Artikel 17 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Het college kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen conform artikel 4:38 lid 1 Awb die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. Deze doelgebonden verplichtingen kunnen onder meer betrekking hebben op:
a. de kennis en ervaring van personeel voor zover dat personeel betrokken is bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten;
b. de wijze waarop gebruikers, vrijwilligers en beroepskrachten worden betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid van de subsidieontvanger;
c. aard, deugdelijkheid, inrichting, beheer en toegankelijkheid van voorzieningen.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4:75 en 4:76 Awb bevat het financieel verslag een specificatie ter verantwoording hoe de door de gemeente Kerkrade verstrekte subsidiegelden specifiek zijn aangewend ter verwezenlijking van de gestelde doelen ingeval de subsidieaanvrager subsidie en/of financiële middelen ontvangt van respectievelijk bestuursorganen van andere overheden en/of additionele financiers.
De gecontroleerde jaarrekening dient uiterlijk op 1 juli te worden overlegd. Het college bepaalt per professionele instelling in de subsidiebeschikking of de gecontroleerde jaarrekening van een accountantsrapport dan wel enige andere beoordeling moet zijn voorzien. In de subsidiebeschikking dan wel de uitwerkingsovereenkomst bij de subsidiebeschikking kan het college de nadere verplichtingen opnemen waaraan de accountantscontrole moet voldoen.
Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, voor zover toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 22 Bijzondere gevallen
In gevallen waarin deze verordening niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.
Artikel 23 Overgangsbepalingen
Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend of vastgesteld blijven de bepalingen zoals die zijn opgenomen in de “Algemene subsidieverordening welzijnsinstellingen gemeente Kerkrade 2005” en in de “Deelverordening professionele welzijnsinstellingen gemeente Kerkrade 2005” van toepassing.
Vaststelling van voor de inwerkingtreding van deze verordening verleende incidentele subsidies vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van de “Algemene subsidieverordening welzijnsinstellingen gemeente Kerkrade 2005” en de “Deelverordening professionele welzijnsinstellingen gemeente Kerkrade 2005”.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. 24 september 2008.
De voorzitter, De griffier,
J.J.M. Som plv. J. Schrijnemaekers
Nota-toelichting Toelichting Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade
In het kader van het vereenvoudigen, het creëren van helderheid en eenduidigheid en het terugbrengen van het aantal subsidiebepalingen was het noodzakelijk om in de bestaande verordeningen, te weten “De algemene subsidieverordening welzijnsinstellingen Gemeente Kerkrade 2005” en de daaraan gekoppelde deelverordeningen met betrekking tot de professionele en niet-professionele welzijnsinstellingen, wijzigingen aan te brengen.
Gekozen werd om de systematiek van een algemene subsidieverordening plus een of meer deelverordeningen niet langer te handhaven en in de plaats daarvan een subsidieverordening voor professionele instellingen en een subsidieverordening voor vrijwilligersorganisaties op te stellen.
In deze verordening zijn de subsidiebepalingen voor professionele instellingen in Kerkrade opgenomen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen budgetsubsidiëring en incidentele subsidiëring. Voor het stellen van nadere inhoudelijke en financiële criteria kan het college beleidsregels opstellen.
Voor de toelichting op de begrippen die in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn opgenomen zijn de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht bij deze verordening bijgevoegd.
Budgetsubsidiëring houdt in, dat een bepaalde prestatie wordt geboden voor een bepaald beschikbaar gesteld budget. Kenmerkend voor deze vorm van subsidiëring is dat zij betrekking heeft op bepaalde activiteiten en leidt tot minder administratief werk. Budgetsubsidiëring kan in de vorm van een jaarlijkse afkoopsom plaatsvinden.
Als voorbeelden gelden onder andere waarderingssubsidies, projectsubsidies, startsubsidies of subsidies voor eenmalige activiteiten. Waarderingssubsidies zijn subsidies die het college verstrekt als waardering indien het bepaalde activiteiten van belang acht zonder deze naar aard en omvang te willen beïnvloeden.
In de praktijk bestaat nogal eens onduidelijkheid welke regels er gelden met betrekking tot reservevorming en —besteding. Het verdient aanbeveling ter zake nadere afspraken met de afzonderlijke instellingen te maken. Het systeem van budgetsubsidiëring gaat ervan uit dat een eenmaal toegekend subsidie in principe niet meer wordt teruggevorderd. Dit betekent dat een eventueel batig exploitatiesaldo behouden blijft voor de instelling. Wel wordt bij de bepaling van de subsidie voor het daaropvolgend begrotingsjaar c.q. begrotingsperiode rekening gehouden met de opgebouwde reserves, welke oorsprong deze ook hebben. In principe zal de instelling voor de bekostiging van de voorgestelde activiteiten allereerst een beroep moeten doen op deze reserves. De gemeente zal dan hooguit aanvullend subsidiëren. Het deel van de reserves dat het afgesproken reservepercentage niet te boven gaat, blijft hier echter buiten; hierdoor krijgt de instelling de (financiële) prikkel om naar een gunstig exploitatieresultaat te streven.
Het subsidiebegrip is exact vastgelegd in artikel 4:21 Awb. De Awb zondert een aantal subsidies uit van titel 4.2. Niet als Awb-subsidies zijn aan te merken:
1. de uitgaven gebaseerd op gemeenschappelijke regelingen;
2. contributies en lidmaatschappen;
3. deelnemingen als aandeelhouder in n.v./b.v. en dergelijke; 4. bestuurscompensatie (schadevergoeding).
Deze overeenkomst dient ter uitwerking van de subsidiebeschikking. Voorzover niet in de subsidiebeschikking vermeld, wordt in de uitwerkingsovereenkomst in ieder geval aangegeven: de looptijd van het subsidie, de maximale hoogte van het subsidiebedrag, de te verrichten activiteiten, de doelgroepen in relatie tot de te verrichten activiteiten, de wijze waarop daarover verantwoording wordt afgelegd. Daarnaast kunnen ook nog andere, inhoudelijk gerelateerde zaken in de uitwerkingsovereenkomst worden opgenomen. Te denken valt aan kwaliteitseisen, voorwaarden ten aanzien van samenwerking, et cetera. Het college kan ter zake nadere regels vaststellen. De uitvoeringsovereenkomst komt tot stand in overleg tussen de instelling en het college. Het kader voor dit overleg vormt het gemeentelijk beleid en het beschikbare budgetsubsidie in relatie tot het door de instelling ingediende activiteitenplan met bijbehorende begroting.
De subsidieverordening heeft betrekking op alle subsidies aan professionele instellingen werkzaam binnen de gemeente Kerkrade. Deze verordening biedt de in artikel 4:23 lid1 Awb vereiste wettelijke grondslag voor het verstrekken van subsidies door de gemeente. Artikel 4:23 lid 3 Awb bevat de uitzonderingen op de eis van een wettelijke grondslag. Deze wettelijke grondslag is niet van toepassing:
1. in afwachting van de totstandkoming van een wettelijk voorschrift gedurende ten hoogste een jaar of totdat een binnen dat jaar bij de Staten-Generaal ingediend wetsvoorstel is verworpen of tot wet is verheven en in werking is getreden;
2. bij subsidies die verstrekt worden op grond van Europese regelgeving; 3. subsidies die vermeld zijn in de begroting of de toelichting daarop;
4. bij incidentele subsidies voor maximaal 4 jaar.
Indien door een toewijzing van een subsidieaanvraag het subsidieplafond zou worden overschreden, dan moet het college de subsidie op grond van artikel 4:25 lid 2 Awb weigeren. Het college kan voorts subsidie weigeren op grond van de in artikel 4:35 Awb geregelde gronden, dan wel zelf bij beleidsregel andere weigeringsgronden vaststellen.
Artikel 9 Intrekking en wijziging subsidieverlening/vaststelling Zolang een verleend subsidie nog niet is vastgesteld kan het college op grond van de vijf in artikel 4:48 Awb opgenomen gronden de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald. Een reeds vastgesteld subsidie kan op grond van de in artikel 4:49 Awb opgenomen gronden worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd.
Artikel 4:50 Awb is van toepassing als het college gedurende het tijdvak een lopende subsidieverlening wil intrekken of wijzigen. Intrekking of wijziging op grond van genoemd artikel heeft alleen effect voor de toekomst. Het college zal bij intrekking of wijziging een redelijke termijn in acht moeten nemen. De redelijke termijn start als de intrekkings- of wijzigingsbeschikking aan de subsidieontvanger bekend is gemaakt. De subsidieontvanger moet de tijd gegund worden om de verplichtingen jegens derden op zorgvuldige wijze af te wikkelen.
Artikel 4:51 Awb betreft het niet afgeven van een nieuwe beschikking voor een aansluitende periode wegens veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten. Subsidieontvangers, die tenminste drie jaar achtereen subsidie hebben ontvangen worden door artikel 4:51 Awb beschermd. Van de in de Awb vermelde termijn van drie of meer achtereenvolgende jaren kan niet worden afgeweken.
Artikel 4:12 lid 2 Awb regelt dat het college in de onder sub a — c genoemde gevallen een hoorplicht overeenkomstig de bepalingen van artikel 4:7 en 4:8 Awb heeft.
Artikel 10 Betaling, bevoorschotting en terugvordering
Een besluit tot vaststelling van een subsidie heeft een betalingsplicht tot gevolg. Budget subsidies worden overeenkomstig de vaststelling uitbetaald in twaalf maandelijkse termijnen. Als regel vindt bevoorschotting plaats op basis van de beschikking tot subsidieverlening. Daarin wordt, behoudens de te stellen andere voorwaarden, bepaald: de hoogte van de voorschotten, de wijze waarop de bevoorschotting plaats vindt en voor welke datum de verantwoording en financiële afrekening moet worden ingediend. Na het indienen van de afrekening volgt de beschikking tot subsidievaststelling, waarin de betaalde voorschotten verrekend worden met het bedrag van de vastgestelde subsidie.
Artikel 11 Begrotingsvoorwaarde
Bij de subsidieverlening kan een begrotingsvoorbehoud worden gemaakt. Om rechtsverwerking te voorkomen, moet binnen vier weken na vaststelling of goedkeuring van de begroting op dit voorbehoud een beroep worden gedaan.
Gelet op de nodige deskundigheid en de continuïteit van het professionele werk binnen de gemeente Kerkrade komen in beginsel slechts door het college erkende professionele instellingen voor subsidiëring van activiteiten en taken in aanmerking. Hiermee wordt enerzijds beoogd, dat genoemde instellingen zich blijven richten op hun kernactiviteiten en dat ondoelmatige overlappingen worden tegengegaan. Met behulp van dit beginsel wordt tevens afgeremd, dat externe of commerciële instellingen zich ten koste van wachtgeldverplichtingen ten aanzien van de erkende instellingen selectief richten op deelactiviteiten, die met het oog op de te verwerven inkomsten aantrekkelijk zouden zijn.
Voorop staat dat de nodige flexibiliteit aanwezig moet zijn om op maatschappelijke ontwikkelingen alert en doelmatig te kunnen reageren. Het is dan ook van eminent belang dat er regelmatig afstemming plaatsvindt tussen de subsidieontvanger, de gemeente en mogelijk andere partijen. Het gemeentelijk beleid en het maatschappelijk belang staan daarbij voorop.
Om de professionele organisatie in de gelegenheid te stellen een meerjarenbeleid op te stellen, waarbij ook zekerheid over de financiële onderbouwing bestaat, kan het college besluiten meerjarige subsidies te verstrekken. De jaarlijkse afrekeningen en tussentijdse voortgangsrapportages zorgen voor een nauwe aansluiting bij de per kalenderjaar verstrekte subsidies.
Naast de wettelijke verplichtingen kan het college bepalen welke aanvullende gegevens bij de subsidieaanvraag bijgevoegd dienen te worden.
Het doelmatig en rechtmatig besteden van subsidiegelden wordt bevorderd door het opleggen van verplichtingen aan de subsidieontvanger. Sommige verplichtingen vloeien rechtstreeks voort uit de bepalingen van subsidietitel 4.2 Awb. Het college kan de subsidieontvanger ook andere, doelgebonden en niet-doelgebonden verplichtingen op-leggen.
Artikel 22 Bijzondere gevallen
Dit artikel is bedoeld om het college de bevoegdheid te geven in bijzondere gevallen waarin deze subsidieverordening niet voorziet, een beslissing te nemen. Deze bijzondere gevallen moeten wel passen in de geest van deze verordening.
De overige in deze toelichting niet opgenomen artikelen spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.