Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe regeling | 16-12-2019 |
De raad van de gemeente Eemnes;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eemnes;
gelet op artikel 255 Gemeentewet, artikel 26 Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling
Invorderingswet 1990 en de nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding
van gemeentelijke belastingen;
Artikel 1 Te verlenen kwijtschelding
De gemeente verleent kwijtschelding aan natuurlijke personen voor belastingaanslagen:
Geen kwijtschelding wordt verleend voor andere belastingen en heffingen dan hierboven vermeld.
Bij de kwijtschelding van belasting(en) wordt in afwijking van artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent.
In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.
Artikel 3 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
4.1 Maximale vermogen particulieren
In afwijking van artikel 12, tweede lid onder d van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 mag het totale bedrag aan financiële middelen van de belastingschuldige niet meer bedragen dan € 2.269,--. Indien de belastingschuldige een echtgenoot heeft, als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand, dan mag dit bedrag niet meer bedragen dan € 4.538,--.
4.2 Vermogen gebonden aan specifieke leeftijdsgrens
Voor personen die op 31 december 1999 de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, is artikel 12 van de Uitvoeringsregeling wel volledig van toepassing.
Kwijtschelding van privébelastingen voor natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen te toetsen op grond van dezelfde bepalingen als die voor particulieren gelden, waarbij
Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding van de in artikel 1 genoemde belastingen dat afkomstig is van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, zijn de afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van toepassing indien de belastingen geen verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.