Organisatie | Leek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Ambtsinstructie leerplicht- en RMC-ambtenaar gemeente Leek |
Citeertitel | Ambtsinstructie leerplicht en RMC-ambtenaar gemeente Leek |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Leerplichtwet 1969, art. 16, lid 4
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-03-2011 | 01-01-2021 | art. 16, 17, 18, 19, 20 | 18-01-2011 Midweek, 16-2-2011 | 2010009963 | |
06-01-2010 | 02-03-2011 | Intrekking | 08-12-2009 Midweek, 23-12-2009 | Geen |
Artikel 2 Leerlingenadministratie en controle absoluut
De administratief medewerker neemt namens burgemeester en wethouders de in- en uitschrijvingen van scholen en instellingen als bedoeld in artikel 18 van de wet in ontvangst. De ambtenaar doet zonodig voorstellen aan ons college voor het geven van nadere aanwijzingen aan de directeuren, met het oog op een doelmatige uitwisseling van gegevens.
Blijkt uit het contact met de directeur dat deze verwijtbaar in gebreke blijft, dan verzoekt de ambtenaar aan de politie om proces-verbaal van de overtreding op te maken, daaraan het relaas van zijn bevindingen toe te voegen en het proces-verbaal aan de officier van justitie te zenden. Indien de ambtenaar tevens bevoegd is om als buitengewoon opsporingsambtenaar op te treden dan roept de ambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij het proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.
De ambtenaar kan aan het college van burgemeester en wethouders een voorstel doen tot het opleggen van bestuursdwang of een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.
De administratief medewerker controleert namens burgemeester en wethouders, binnen zes weken na aanvang van het schooljaar en telkens binnen 10 werkdagen na ontvangst van een mutatiebericht van de afdeling Bevolking, of alle leerplichtigen en kwalificatieplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Het leerplichtregistratiesysteem dient hierbij als leidraad voor het controleren van de gegevens. Indien dit niet het geval is, geeft de applicatiebeheerder de gegevens onverwijld in handen van de ambtenaar, die de acties onderneemt als omschreven in artikel 6 (Absoluut verzuim).
De administratief medewerker controleert of een bericht van afschrijving van de ene school gekoppeld is aan een bericht van inschrijving op een andere school. Indien binnen 2 weken geen bericht van inschrijving is ontvangen, neemt de applicatiebeheerder contact op met de ouders van de leerplichtige of kwalificatieplichtige jongere of de directeur van de 'oude' school.
De administratief medewerker draagt zorg voor een goede overdracht van de relevante gegevens aan de nieuwe woongemeente als hij bericht ontvangt van inschrijving van een jongere in de basisadministratie persoonsgegevens van een andere gemeente. De ambtenaar bepaalt zonodig welke gegevens uit het leerlingdossier worden overgedragen aan de ambtenaar in de nieuwe woongemeente.
Artikel 4 Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden
De ambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag zo spoedig mogelijk en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de ambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.
De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.
Artikel 5 Relatief verzuim van leerplichtige jongeren
De ambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving, in beginsel binnen 10 werkdagen contact met de ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de ambtenaar in beginsel ook contact met de jongere zelf.
De ambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig, op eigen initiatief dan wel op verzoek, contact met de directeur van de school of de door de directeur aangewezen functionaris(sen) belast met de begeleiding van de jongere, met medewerkers van de instelling voor jeugdzorg die met de jongere en/of de ouders contact hebben, en met andere personen waarmee het contact van belang kan zijn om de verzuimsituatie zo vlot mogelijk te beëindigen.
De ambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de ambtenaar in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, in beginsel ook aan de jongere zelf. De ambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken.
Blijkt uit de gesprekken als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan verzoekt de ambtenaar aan de politie om de ouders en/of de jongere te horen en proces-verbaal op te maken, waarbij een relaas van de bevindingen van de ambtenaar wordt gevoegd, en dit naar de officier van justitie te zenden. Indien de ambtenaar tevens bevoegd is om als buitengewoon opsporingsambtenaar op te treden en voornemens is proces-verbaal op te maken dan roept de ambtenaar de ouders, de jongere van 12 jaar of ouder op voor een gesprek, waarbij hij de betrokkenen uitdrukkelijk kenbaar maakt dat hij voornemens is een proces-verbaal op te maken. Het proces-verbaal van zijn bevindingen stuurt de ambtenaar op naar de officier van justitie.
De ambtenaar kan aan het college van burgemeester en wethouders een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.
Zodra de ambtenaar kennisneemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan verzoekt de ambtenaar aan de politie om de directeur te horen en procesverbaal op te maken, waarbij een relaas van de bevindingen van de ambtenaar wordt gevoegd, en dit naar de officier van justitie te zenden.
De ambtenaar kan aan de directeuren, gevraagd of ongevraagd, een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingsbeleid en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.
Indien hem blijkt dat een leerplichtige of kwalificatieplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt onderzoekt de ambtenaar onverwijld doch uiterlijk binnen 10 dagen.
Indien van een administratieve onvolkomenheid niet is gebleken, zoekt de ambtenaar direct contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. In ieder geval indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de ambtenaar tevens contact met de jongere.
Artikel 7 (Dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige en niet-leerplichtige jongeren (met inbegrip van verwijdering)
Zodra de ambtenaar kennis neemt van verwijdering die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan verzoekt de ambtenaar aan de politie om de directeur te horen en proces-verbaal op te maken, waarbij een relaas van de bevindingen van de ambtenaar wordt gevoegd, en dit naar de officier van justitie te zenden. Indien de ambtenaar tevens bevoegd is om als buitengewoon opsporingsambtenaar op te treden dan roept de ambtenaar de directeur op voor een gesprek en zendt hij proces-verbaal van bevindingen aan de officier van justitie bij overtreding van art. 18 van de Leerplichtwet dan wel een bericht van zijn bevindingen aan de inspecteur van de desbetreffende school of instelling bij het niet nakomen van de verplichtingen krachtens art. 28 WVO, art. 47a WEC of art. 8.1.8 WEB.
De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering of voortijdig schoolverlaten van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.
De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, met het oog op effectief beleid voor het behalen van een startkwalificatie en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een melding van voortijdig schoolverlaten te doen dan de wet voorschrijft, indien dat doelmatig is met het oog op de belangen van de schoolloopbaan van jongeren.
Artikel 8 Vervangende leerplicht
Blijkt aan de ambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de ambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) binnen een zo kort mogelijke periode worden gevoerd. (Nu de werk-en leertrajecten sinds augustus 2003 onderdeel zijn van de reguliere basisberoepsgerichte leerweg in het VMBO, is te verwachten dat aan artikel 3a en 3b van de Leerplichtwet weinig toepassing meer gegeven zal worden.)
De ambtenaar draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt, schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerlingdossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard tijdig over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.
Artikel 10 Vrijstelling van de inschrijvingsplicht
De ambtenaar neemt namens het college van burgemeester en wethouders de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de wet in ontvangst. Hij zendt de ouders een ontvangstbevestiging waarin hij meedeelt op welke termijn de ouders een bericht zullen ontvangen over de ontvankelijkheid van het beroep op vrijstelling.
Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan onderzoekt de ambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.
Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de ambtenaar aan de ouders mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten.
Artikel 11 Bepalen of een onderwijsvoorziening een school in de zin van de Leerplichtwet is
Indien ouders aangeven dat zij voldoen aan hun verplichtingen krachtens de Leerplichtwet doordat hun kind gebruikmaakt van een niet uit de openbare kas bekostigde of aangewezen onderwijsvoorziening, dan neemt de ambtenaar contact op met de onderwijsinspectie met het verzoek een onderzoek in te stellen en binnen een in het verzoek aangegeven termijn een advies uit te brengen over de vraag of de onderwijsvoorziening kan worden beschouwd als een school in de zin van de Leerplichtwet.
Artikel 12 Aanwijzing deskundige
De ambtenaar doet aan het college van burgemeester en wethouders telkens wanneer dat nodig is een voorstel tot aanwijzing van een arts, pedagoog of psycholoog die een verklaring omtrent de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling afgeeft.
Artikel 13 Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming
Indien de politie, op verzoek van de ambtenaar, proces-verbaal aan de officier van justitie zendt met betrekking tot ouders dan wel een jongere die reeds eerder zijn veroordeeld wegens overtreding van de wet, dan draagt de ambtenaar er zorg voor dat een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming wordt gezonden. Indien de ambtenaar bevoegd is als buitengewoon opsporingsambtenaar op te treden en een proces-verbaal met betrekking tot ouders dan wel een jongere die reeds eerder zijn veroordeeld wegens overtreding van de wet aan de officier van justitie zendt, dan zendt hij een afschrift van het proces-verbaal naar de Raad voor de Kinderbescherming.
Artikel 14 Melding aan Bureau Jeugdzorg
Indien de ambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg, waarvan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) deel uitmaakt, met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden in beginsel mee aan de betrokken ouders. Hij neemt het rapport op in het leerlingdossier.
Artikel 15 Melding aan de Arbeidsinspectie
De ambtenaar draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan de Arbeidsinspectie met betrekking tot:
Artikel 16 Melding aan de Sociale Verzekeringsbank
De ambtenaar kan een melding doen bij de Sociale Verzekeringsbank indien er sprake is van ongeoorloofd verzuim bij een jongere van 16 of 17 jaar zonder startkwalificatie. Onder ongeoorloofd verzuim wordt verstaan: verzuim van 16 uur of meer in een periode van 4 weken of het niet ingeschreven staan op een school, tenzij er sprake is van een vrijstelling.
Artikel 18 Samenwerking in de regio
De ambtenaar voert tenminste driemaal per jaar overleg met de ambtenaren van de andere gemeenten in de regio over de uitvoering van de taken krachtens de Leerplichtwet. De ambtenaar neemt zonodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg. Hij neemt een samenvatting van hetgeen in het overleg is besproken op in zijn voorstel voor het jaarlijkse verslag over het gevoerde beleid.
De ambtenaar draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de wet door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten. Tot deze onderwerpen behoren in ieder geval:
De ambtenaar pleegt overleg met de ambtenaar van de woongemeente van een jongere indien de ambtenaar in zijn contacten met scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
Artikel 19 Samenwerking met diensten en instellingen
De ambtenaar werkt samen met een of meer van de betrokken instellingen, zo vaak hij, de betrokken ouders of jongere dat nuttig of wenselijk acht met het oog op een zo goed mogelijk verlopende schoolloopbaan van de jongere.
Deze instructie treedt in werking 14 dagen na de dag van bekendmaking in de regionale dagbladen. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de ambtenaar in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.