Organisatie | Huizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Huizen 2005 |
Citeertitel | Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Huizen 2005. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 26-09-2005 Nieuwsblad voor Huizen, 20 oktober 2005 | Onbekend |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 september 2005;
gelet op de artikel(en) 35 van de Wet op de lijkbezorging en 149 van de Gemeentewet
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Huizen 2005
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begra-ving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 14 Termijnen eigen graven
De rechthebbende is verplicht zorg te dragen, dat zijn adres te allen tijde bij burge-meester en wethouders bekend is. Indien aanschrijvingen verzonden zijn aan het door de rechthebbende laatst opgegeven adres, kan deze zich nimmer op het niet ontvangen daarvan beroepen. De gemeente is dan niet aansprakelijk voor de gevolgen die het uit-blijven van een reactie op de aanschrijving met zich mee brengen.
a. Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende wordt uitsluitend bij de verlening van het in lid 1.a genoemde recht de 20-jarige termijn door burgemeester en wethouders met 10, 2 x 10 of maximaal 3 x 10 achtereenvolgende jaren verlengd tot een totale termijn van respectievelijk 30, 40 of maximaal 50 jaren.
Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende wordt uitsluitend bij de verlening van het in lid 1.b genoemde recht de 5-jarige termijn door burgemeester en wethouders met 5, 2 x 5 of maximaal 3 x 5 achtereenvolgende jaren verlengd tot een totale termijn van respectievelijk 10, 15 of maximaal 20 jaren.
Binnen één jaar na de aanvang van de termijn, waarin verlenging van het recht kan worden verzocht, doen burgemeester en wethouders aan de rechthebbende wiens adres hun bekend is of redelijkerwijs bekend kan zijn, schriftelijk mededeling van het verstrijken van de lopende termijn en van het bepaalde in lid 5.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de recht hebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid.
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overge-schreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 17 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Artikel 19 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 20 Verwijdering grafbedekking
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 18 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 22 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt zo mogelijk gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk één jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
De rechthebbende op urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 23 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, 13 en 19 van deze verordening.
Het bestuur van het kerkgenootschap kan het college schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.
Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stelt het college het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van het college onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen Huizen 1986 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
1.Hij die handelt in strijd met artikel 4, tweede, vierde en vijfde lid wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.