Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oudewater

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOudewater
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999
CiteertitelBeheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De bron van bekendmaking is onbekend. De datum van inwerkingtreding van de regeling is bij benadering bepaald.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, art. 35
  2. Gemeentewet, art. 150

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen;

Nadere regels voor de aard, afmeting en het aanbrengen van grafbedekkingen;

Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-12-199930-03-2011Nieuwe regeling

25-11-1999

Onbekend.

Raad onbekend Decos 175

Tekst van de regeling

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999

De raad van de gemeente Oudewater;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 150 van de Gemeentewet;

b e s 1 u i t e n:

vast te stellen de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats te Hekendorp; 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaats: de algemene begraafplaats te Hekendorp.

b. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van inwoners van de gemeente;

c. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van inwoners van de gemeente;

d. urnennis: een urnennis bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen van een overleden inwoner van de gemeente;

e. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

f. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

g. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

h. beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

i. rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf. 

Artikel 2 Uitbreiding begrip algemeen graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: urnennis.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

  • 1

    De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen door de beheerder tijdelijk worden gesloten.

  • 3

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor ‘het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2

    Het is verboden met motorvoertuigen op de begraafplaats te rijden.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, als bedoeld in de vorige leden.

  • 4

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraa1aats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5  

  • 1

    Dodenherdenkingen. onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wij ze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1

    Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk om 09.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet. de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden onder toezicht van de beheerder.

Artikel 8 Geluid- en muziekinstallatie

Het gebruik van eventuele geluid- of muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de installatie gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene. die in de uitvaart voorziet.

  • 3

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is op werkdagen en op zaterdagen van 8.00 tot 16.00 uur.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte der graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1

    Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    a. eigen graven;

    b. algemene graven;

    c. urnennissen. 

  • 2

    Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken er kunnen worden bijgezet in de eigen graven. Zij bepalen tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1

    In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2

    In de urnennis kan een door burgemeester en wethouders te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte

  • 1

    De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Categorieën

Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15 Termijnen eigen graven

  • 1

    Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien jaren. mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Indien voor het aflopen van de uitgiftetermijn bijzetting in het graf plaatsvindt, eindigt de termijn 20 jaar nadat de laatste begraving heeft plaatsgevonden.

  • 3

    Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 18, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 4

    Het recht tot bijzetting vervalt indien de laatste begraving niet binnen 75 jaar na datum van uitgifte heeft plaatsgevonden.

Artikel 16 Termijnen algemene graven

De uitgifte van algemene graven geschiedt voor een termijn van 20 jaar.

Artikel 17 Grafkelder

Burgmeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats van een |eventuele grafkelder.

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten

  • 1

    Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner danwel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel en bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden en de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag| tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling| aan de rechthebbende.

Artikel 20 Sluiting van graven

  • 1

    Op aanvraag van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben of asbus worden bijgezet dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zin aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2

    Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 21 Vergunning grafbedekking

  • 1

    Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2

    Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. 

Artikel 22 Grafbeplanting

Niet blijvende beplantingen op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 23 Verwijdering grafbedekking

  • 1

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 3

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 21 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    a. geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    b. de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat ze| van het graf is verwijderd, is afgehaald. 

Artikel 24 Onderhoud

  • 1

    Het onderhoud, waaronder wordt verstaan: het schoonhouden van het gedenkteken; het in ordelijke staat houden, het zo nodig snoeien en opbinden van planten, alsmede het verwijderen van verdorde bladeren, planten en plantendelen geschiedt door de gemeente tegen betaling door de rechthebbende van het daarvoor jaarlijks verschuldigde recht.

  • 2

    De werkzaamheden voor het afnemen en wederplaatsen van gedenkteken, beplanting of dekkingen van graven geschieden vanwege de gemeente.

Artikel 25 Afkoop onderhoud

Het onderhoud, bedoeld in artikel 24, kan worden afgekocht.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 26 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval delen zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maken zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.

  • 2

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op het van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelte van de begraafplaats.

  • 3

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in de algemene urnennis kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4

    De rechthebbende op een eigen graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

Hoofdstuk 7 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 27 Lijst

  • 1

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3

    De gemeenraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 8 Inrichting register

Artikel 28 Voorschriften

  • 1

    Burgmeester en wethouders kunnen voorschriften vaststellen voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 9 Klachten

Artikel 29 Indiening en behandeling

Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 30 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met artikel 3 lid 3 en 4 en/of artikel 4 lid l en 2 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 31 Inwerkintreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag nu die van haar bekendmaking.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad v|a de gemeente Oudewater, gehouden op 25 november 1999. 

Secretaris, mevrouw L.A.M. Bakker

Voorzitter, mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt

- Nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen. 1  

Burgemeester en wethouders van Oudewater;

gelet op artikel 1, tweede lid van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999,.

besluiten:

vast te stellen de nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen.

Artikel 1. Begripsomschrijving.

Deze nadere regels verstaan onder:

a. eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, Waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken van inwoners van de gemeente;

b. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken van inwoners van de gemeente;

c. urnennis: een urnennis bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen van een overleden inwoner van de gemeente;

d. urn: een voorwerp ter berging 'van één of meer asbussen;

e. asbus: een bus ter berging van as van een overledene.

Artikel 2. Indeling en uitgifte der graven

1. De algemene graven: graven, waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van twintig jaren.

2. De eigen graven: graven, uitgegeven voor de tijd van twintig jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste l lijk.

Artikel 3. De bezorging van as

1. Bij de uitgifte van een urnennis wordt gelegenheid gegeven tot het doen bijzetten van 1 asbus met of zonder urn voor de tijd van 20 jaren.

Artikel 4. Slotbepalingen

1. Deze nadere regels treden in werking op de achtste dag na die van haar bekendmaking.

2. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oudewater, gehouden op 25 november 1999,

secretaris, mevrouw L.A.M. Bakker

voorzitter, mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreit

 

 

 

 

- Nadere regels voor de aard, afmeting en het aanbrengen van grafbedekkingen. 2  

Burgemeester en wethouders van Oudewater,

gelet op het gestelde in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999:

de artikelen: 1, sub h

3, lid l

1 1, lid 2

12, leden 1 en 2

14

b e s 1 u i t e n :

vast te stellen de nadere regels voor de aard, afmeting en het aanbrengen van grafbedekkingen.

Artikel:

1. als beheerder van de begraafplaats te Hekendorp aan te wijzen het hoofd van de afdeling Grondbeheer en diens vervanger;

2. de toegangstijden van de begraafplaatsen te bepalen op: van zonsopgang tot zonsondergang,'

3. dat in de eigen graven 1 lijk mag worden bijgezet;

4. dat in algemene graven 1 lijk mag worden bijgezet;

5. dat in een urnennis l asbus met of zonder urn mag worden bijgezet;

6. de algemene en eigen graven niet onder te verdelen in categorieën;

7. voor de aard, de afmetingen en het aanbrengen van grafbedekkingen de volgende regels vast te stellen:

op het grondvlak mogen geen bomen geplant worden; 

wat betreft heesters en eenjarig goed is goedkeuring van de beheerder nodig. 

8. het grondvlak van een gedenkteken op een eigen graf mag niet groter zijn dan 80 cm bij 175 cm. Het grondvlak van een gedenkteken op een algemeen graf mag niet groter zijn dan 80 cm bij 175 cm. Het gedenkteken moet geplaatst worden op een gewapende betonplaat. 

9. een staande steen dient zodanig te worden bevestigd op de fundering of het liggende grondvlak dat de verbinding voldoende star is. De minimumdikte van een staande steen moet bedragen:bij een hoogte van 60 cm 4 cm;

bij een hoogte van 60 cm tot 80 cm 5 cm.

bij een hoogte van 80 cm tot 100 cm 6 cm

terwijl de maximum hoogte 100 cm bedraagt. 

10. de bovenkant van afdekplaten van graven mag zich niet hoger bevinden dan het omliggende maaiveld. 

11.Deze nadere regels treden in werking op de achtste dag na die van haar bekendmaking. 

12. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als Regels voor de aard afmeting en het aanbrengen van grafbedekkingen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oudewater, gehouden op 25 november 1999.

secretaris, mevrouw L.A.M. Bakker

voorzitter, mevrouw M.C.A. Ruigrok-Verreijt

 

- Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats. 3  

Burgemeester en wethouders van Oudewater;

gelet op artikel 21, tweede lid van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaats gemeente Oudewater 1999;

b e s 1 u i t e n:

vast te stellen de nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaats.

Artikel 1 Inleiding 

De verordening verstaat onder: 

a. grafbedekking: gedenkteken en winterharde graf beplanting; 

b. gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken; 

c. grafbeplanting: winterharde beplanting welke door de rechthebbende en / of de gemeente op een graf wordt aangebracht.

Artikel 2 Aanvraag vergunning 

1.  Bij de schriftelijke aanvraag voor een vergunning tot het hebben van een gedenkteken wordt een werktekening ingediend. 

2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen: 

a. een boven, voor- en zij aanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen; 

b. de soort, kleur, bewerking van het te gebruiken materiaal; 

c. de vermelding of de letters en dergelijke ingehakt, opgehakt of van metaal zijn; 

d, de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s); 

e. de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 3 Beslissing 

De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk meegedeeld.

Artikel 4 Gedenkteken 

1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. 

2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden. 

3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 5 Losse bloemen en planten 

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen en eenjarige gewassen te planten.

Artikel 6 Winterharde gewassen 

De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

Artikel 7 Slotbepalingen 

1. Deze nadere regels treden in werking op de achtste dag na die van haar bekendmaking. 

2. Zij kunnen worden aangehaald als regels grafbedekkingen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oudewater, gehouden op 25 november 1999,

secretaris, Mevrouw L.A.M. Bakker

voorzitter, Mevrouw M.C.A.A. Ruigrok-Verreijt