Organisatie | Lelystad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van Lelystad houdend de vaststelling van een verordening inzake parkeerbelastingen (Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2020). |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 225 van de Gemeentewet
Aanwijzingsbesluit parkeerbelastingen Lelystad 2020
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 17-12-2019 | 190018237/12 |
VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2020
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen;
degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aan te houden register van opgegeven kentekens (Kentekenregister) als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op grond van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 5. Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze
verordening behorende en daarvan deel uitmakende Tarieven- en kostentabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt in dit geval aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.
Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij bij de aanvang van het parkeren het in werking stellen van de centrale parkeerapparatuur geschiedt door het halen van een toegangskaartje waarvoor na afloop van het parkeren betaald moet worden of door het inloggen via een mobiele telefoon of een ander communicatiemiddel op de centrale computer.
Artikel 9. Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar bekend te maken besluit.
Artikel 12. Nadere regels door het college van de gemeente Lelystad
Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de
Artikel 13. Inwerkingtreding en citeertitel
Tarieven- en kostentabel, behorende bij en aangeduid in artikel 5 en artikel 10 van de Verordening parkeerbelastingen Lelystad 2020.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze tabel wordt verstaan onder:
a. dag: periode van 00.00 uur tot 24.00 uur;
c. kwartaal: drie aaneengesloten kalendermaanden;
Met betrekking tot het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, van de Verordening parkeer-belastingen Lelystad 2020 bestaan er binnen de gemeente Lelystad gedifferentieerde belastingtarieven voor verschillende locaties. Deze locaties zijn gelegen in het Stadshart, in het winkelcentrum Lelycentre en Batviahaven.
De Middenweg, De Waag, Zuigerplasdreef, Agoraweg, Agorawagenplein, Stationsweg en Neringweg (incl ABC-locatie) (straatparkeren).
Parkeergarage Zilverpark, Parkeergarage Neringweg, Parkeergarage De Waag, Parkeergarage Agoradek, Parkeerterrein ziekenhuis (garage- en terreinparkeren).
Noorderwagenplein, het Snijdershof en Maerlant.
Langparkeerterrein Bataviahaven, P6.
Artikel 3. Tarieven voor parkeerautomaten
Uitgezonderd in het parkeergebied Bataviahaven is in de parkeergebieden Stadshart en Lelycentre op zon- en feestdagen geen parkeergeld verschuldigd. Als feestdagen worden aangemerkt: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Pasen, Koningsdag, Hemelvaartsdag, Pinksteren en Kerstmis.
Voor een verloren parkeerticket dient het reguliere tarief te worden betaald, dat op basis van het kenteken van het voertuig wordt vastgesteld. Indien het kenteken niet kan worden vastgesteld bedraagt het tarief voor een verloren kaart € 10,00. Tussen 00.00 uur en 07.00 uur worden aanvullend op dit tarief, voor het openen van de garage de kosten van het voorrijden/openen garage door het beveiligingsbedrijf in rekening gebracht, zijnde € 75,00 per keer. Deze kosten dienen contant te worden voldaan.
Artikel 4. Tarieven voor parkeervergunningen/parkeerabonnementen
De tariefstructuur volgt de indeling in categorieën van de vigerende Parkeerverordening van de gemeente Lelystad. De tarieven per categorie bedragen dan:
B. Kostenopbouw naheffingsaanslag parkeerbelastingen
Op grond van artikel 2, eerste lid, van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen kunnen de gemeentelijke kosten ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 234, zesde lid, van de Gemeentewet ten hoogste bestaan uit de volgende onderstaande componenten, voor zover deze rechtstreeks voortvloeien uit de inning van niet betaalde parkeerbelastingen:
De opbouw van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen voor jaar 2020 is als volgt:
Op basis van ervaring van de twee voorgaande jaren, worden er op jaarbasis gemiddeld 4.589 naheffingsaanslagen parkeerbelastingen opgelegd.