Algemene regels gevelbankjes op grond van artikel 13 APV Tilburg
Inwoners van de gemeente Tilburg hebben de mogelijkheid de leefbaarheid in de straat en de sociale cohesie te verbeteren door een gevelbankje voor de woning te plaatsen. Op grond van artikel 13 lid 9 sub f APV Tilburg kunnen gevelbankjes worden geplaatst zonder dat daartoe een vergunning verkregen dient te worden.
Het plaatsen van gevelbankjes is op grond van artikel 13 lid 11 APV verboden indien:
- a.
het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig of veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg.
- b.
het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.
- c.
het beoogde gebruik strijdig is met door het college met het oog op de onder a) en b) genoemde belangen vastgestelde algemene regels.
Op grond van artikel 13 lid 11 sub c APV zijn onderstaande algemene regels van kracht aangaande de plaatsing van gevelbankjes.
Artikel 1 Begripsbepalingen
Gevelbank: een boven en/of op de openbare weg aanwezige bank, geplaatst tegen of vastgemaakt aan de gevel van een woning, met als doel zitgelegenheid verschaffen.
Initiatiefnemer: de eigenaar van een woning, die een gevelbank voor zijn woning in de openbare ruimte wil plaatsen. Bij verhuizing kan een initiatiefnemer de gevelbank verwijderen of overdragen aan de nieuwe bewoner. Deze wordt daarmee 'initiatiefnemer'.
Artikel 2 Voorwaarden plaatsing
Een gevelbank mag alleen geplaatst worden indien:
- 1.
de gevelbank maximaal 0,60 meter diep is en maximaal 1,00 meter hoog.
- 2.
ter plaatse van de gevelbank sprake is van een vrije doorgang tussen de gevelbank en de trottoirband van minimaal 1,50 meter.
- 3.
de toegang tot naast- en bovenliggende panden te allen tijde wordt vrijgehouden.
- 4.
verkeersborden, openbare verlichting, straatnaamborden en huisnummer aanduidingen zichtbaar blijven.
- 5.
de gevelbank niet geplaatst is op de rijweg, een fietspad, binnen een afstand van 0,50 meter van een blindengeleidenlijn, op een parkeervak, in een doorgang, op een gording of in een groenvoorziening.
- 6.
de gevelbank niet voor een geveltuin, een hek of een andere afscheiding is geplaatst.
- 7.
de gevelbank met de rug tegen de gevel van de woning van de initiatiefnemer staat.
- 8.
de gevelbank maximaal de lengte van de gevel heeft.
- 9.
er geen hinder voor afwatering ontstaat.
- 10.
de gevelbank niet duurzaam is verankerd in de weg en handmatig verplaats- of verwijderbaar is.
- 11.
het plaatsen van de gevelbank niet gepaard gaat met het openbreken van het trottoir.
Artikel 3 Staat en uiterlijk aanzien gevelbank
- 1.
De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor de technische staat en onderhoud van de gevelbank.
- 2.
De initiatiefnemer zorgt voor het schoonhouden van de gevelbank en voor het schoonhouden van de direct omringende openbare ruimte.
- 3.
De initiatiefnemer zorgt voor een ordelijk aanzien van de gevelbank en de direct omringende openbare ruimte.
- 4.
De gevelbank mag geen reclame bevatten.
Artikel 4 Gebruik gevelbank
- 1.
Het gebruik en de aanwezigheid van een gevelbank mag niet leiden tot overlast, hinder of schade voor derden.
- 2.
De initiatiefnemer zorgt er voor dat het gebruik of de aanwezigheid van de gevelbank geen schade aan gemeentelijke eigendommen tot gevolg heeft.
- 3.
Gevelbanken mogen niet in gebruik worden genomen als terras, zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening Tilburg, zonder de daartoe benodigde vergunning.
- 4.
De gemeente Tilburg is niet aansprakelijk voor schade aan de gevelbank.
Artikel 5 Verwijderen gevelbank
- 1.
De initiatiefnemer draagt zorg voor (onmiddellijke) verwijdering of verplaatsing van de gevelbank:
- a.
op last van de politie, de brandweer of de toezichthouders van de gemeente Tilburg
- b.
als dat nodig is in verband met werkzaamheden in de openbare ruimte.
- 2.
De gemeente Tilburg behoudt zich het recht om de gevelbank te verwijderen indien er sprake is van strijd met het in artikel 2, 3, 4 en het in artikel 5 lid 1 gestelde.