Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit Wmo en Jeugdhulp gemeente Nieuwegein 2020 |
Citeertitel | Besluit Wmo en Jeugdhulp gemeente Nieuwegein 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR633769
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2022 | artikel 2, bijlage 1, bijlage 2 | 07-12-2021 | |||
01-01-2021 | 01-01-2022 | artikel 2, bijlage 1, 2 | 08-12-2020 | ||
01-07-2020 | 01-01-2021 | artikel 2, 3, 4, 6, bijlage 3, 4 | 16-06-2020 | ||
22-01-2020 | 01-07-2020 | bijlage 1, 2 | 07-01-2020 | ||
01-01-2020 | 22-01-2020 | nieuwe regeling | 10-12-2019 |
In dit besluit zijn de definities van begrippen zoals verwoord in artikel 1.1 van de Wmo en Jeugdhulp verordening gemeente Nieuwegein 2020 overeenkomstig van toepassing. Alle begrippen die in het besluit worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015, de Jeugdwet, en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Artikel 2. Bijdrage kosten maatwerkvoorziening Wmo
De hoogte van de verschuldigde eigen bijdrage, is gelijk aan de kostprijs van de maatwerkvoorziening, tot aan ten hoogste € 19,00 per maand voor de ongehuwde inwoner of de gehuwde inwoner tezamen, tenzij overeenkomstig hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 3.5 tweede lid van de verordening geen bijdrage is verschuldigd.
Met inachtneming van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 3.5 tweede lid onder d. van de verordening zijn inwoners die gebruik maken van een maatwerkvoorziening Wmo ‘vervoer’ zijnde het collectief vervoer geen bijdrage in de kosten verschuldigd als bedoeld in artikel 2.1.4a van de Wmo (abonnementstarief). Wel is de inwoner per rit een instaptarief van € 1,08 en een reistarief van € 0,27 per kilometer, verschuldigd aan de vervoerder.
Artikel 3. Financiële tegemoetkoming als maatwerkvoorziening
1. Met inachtneming van artikel 5.1 van de verordening kan een financiële tegemoetkoming als maatwerkvoorziening worden verstrekt.
2. De hoogte van de in het eerste lid genoemde financiële tegemoetkomingen als maatwerkvoorziening hoeft niet kostendekkend te zijn en is exclusief eventuele algemeen gebruikelijke kosten.
3. Bij de berekening van de hoogte van de maatwerkvoorziening Wmo als financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizen en inrichten als bedoeld in artikel 5.1
onder a. van de verordening, baseert het college zich op:
een basisbedrag van € 1.000,00 voor het inrichten van de elementaire gebruiksruimten betreffende de woonkamer, slaapkamer, hal/gang en sanitaire ruimte. En voor elk, naar het oordeel van het college, noodzakelijk in te richten extra (slaap)kamer € 250,00 met een maximum van drie extra kamers. Het inrichten beperkt zich tot het opknappen van de wanden, vloeren en/of aanschaffen van raambekleding in deze gebruiksruimten tot ten hoogste het uitrustingsniveau van sociale woningbouw.
4. Bij de berekening van de hoogte van de maatwerkvoorziening Wmo als financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in artikel 5.1 onder b. van de verordening, baseert het college zich op:
5. Bij de berekening van de hoogte van de maatwerkvoorziening Wmo als financiële tegemoetkoming in de kosten van een voorziening voor sportbeoefening als bedoeld in artikel 5.1 onder c. van de verordening,
6. Bij de berekening van de hoogte van de maatwerkvoorziening Wmo als financiële tegemoetkoming in de kosten van individueel vervoer als bedoeld in artikel 5.1 onder d. van de verordening betreffende een bijdrage in de kosten voor het gebruik van de eigen auto voor korte afstanden, baseert het college zich op:
7. Bij de berekening van de hoogte van de maatwerkvoorziening Wmo als financiële tegemoetkoming in de kosten van individueel vervoer als bedoeld in artikel 5.1 onder d. van de verordening, betreffende een bijdrage in de kosten voor het aanpassen van de eigen auto, baseert het college zich op:
8. Bij de berekening van de hoogte van de maatwerkvoorziening Jeugdhulp als financiële tegemoetkoming in de kosten van jeugdhulpvervoer als bedoeld in artikel 5.1 onder e. van de verordening betreffende een bijdrage in de kosten voor het gebruik van de eigen auto of kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer, baseert het college zich op:
Artikel 4. Financiële tegemoetkoming meerkosten Wmo
Met inachtneming van artikel 5.2 van de verordening betreft de financiële tegemoetkoming meerkosten maximaal € 500,- per inwoner per jaar, waarvan:
2. Met inachtneming van artikel 5.2 lid 3 van de verordening:
3. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van het gestelde in lid 1 en lid 2.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Nieuwegein op 10 december 2019,
de secretaris,
Ellie Liebregts
de voorzitter,
Frans Backhuijs
Bijlage 1 Tarieven maatwerkvoorzieningen Wmo Lekstroomgemeenten 2022 in natura
Arbeidsmatige dagbesteding Niveau 1=OMD1maar geen eigen bijdrage | |||
Arbeidsmatige dagbesteding Niveau 2=OMD2 maar geen eigen bijdrage | |||
Bijlage 2 Tarieven maatwerkvoorzieningen Jeugdhulp Lekstroomgemeenten 2022 in natura