Reglement op de warenmarkt voor de gemeente Rhenen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

• a.

  marktverordening: de Marktverordening gemeente Rhenen 1998, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 30 juni 1998, nummer 3.6;

• b.

  markt: de waren markt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1.2. van de marktverordening vastgestelde dag, tijd en plaats;

• c.

  marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 van de marktverordening is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

• d.

  standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

• e.

  vaste plaats: de standplaats die op de markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

• f.

  vergunninghouder. degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

• g.

  marktmeester. de ambtenaar, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

• h.

  ons college: het college van burgemeester en wethouders;

• i.

  levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.

Artikel 2 Verzorging standplaats

De vergunninghouder dient:

• a.

  ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt, een en ander ter beoordeling van de marktmeester, en

• b.

  tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen.

Artikel 3 Afvalbakken

De vergunninghouder, aan wie vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende, doch ten minste twee, afvalbakken te plaatsen.

Artikel 4 elektriciteit

• 1.

  Het is de vergunninghouder zonder ontheffing van ons college verboden op zijn standplaats:

  • a.

    gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;

  • b.

    elektriciteit op een andere wijze te betrekken, dan op de door de gemeente aangebrachte voorziening of daarin zelf te voorzien;

• 2.

  Het is de vergunninghouder verboden om stroomkabels op een dusdanige wijze over het marktterrein te leggen dat daaruit gevaar voor het publiek kan ontstaan.

Artikel 5 Geluidsapparatuur

• 1.

  Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van geluid.

• 2.

  Het aanwezig hebben van radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is niet toegestaan.

• 3.

  Ons college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede gestelde verboden, onder door ons te stellen voorwaarden.

Artikel 6 Kook-, bak-. en verwarmingapparatuur

• 1.

  Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

• 2.

  Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder valt onder de werking van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer en hij> overeenkomstig het bepaalde in dit besluit zijn standplaats heeft ingericht.

• 3.

  In afwijking van het bepaalde in hat eerste lid is het de vergunninghouder, die niet valt onder het bepaalde In het tweede lid, toegestaan om uitsluitend ter verwarming van personen en goederen, anders dan ter bereiding of verstrekking van spijzen, gebruik te maken van verwarmingstoestellen, mits wordt voldaan aan de navolgende voorschriften:

  • a.

    het verwarmingstoestel, al dan niet elektrisch, moet geplaatst zijn op een onbrandbare en hittebestendige ondergrond en mag niet in de onmiddellijke nabijheid van brandgevaarlijke stoffen staan;

  • b.

    gasflessen moeten zijn goedgekeurd door het Stoomwezen B.V. of een ten minste gelijkwaardige instelling, dan wel door een dergelijke instelling erkende deskundige; deze goedkeuring moet blijken uit de op de gasfles ingeponste datum;

  • c.

    gasflessen moeten zodanig zijn opgesteld dat zij tegen omvallen en aanrijden zijn beschermd, steeds gemakkelijk bereikbaar zijn en niet in de onmiddellijke nabijheid van brandgevaarlijke stoffen staan;

  • d.

    teneinde een begin van brand doeltreffend te kunnen bestrijden, moet de vergunning- houder er voor zorgen dat er op de standplaats een poederblusser met een inhoud van 6 kg, dan wel een gelijkwaardige voorziening aanwezig is; het brandblusapparaat moeten steeds gemakkelijk bereikbaar zijn. Een en ander ter beoordeling van de commandant brandweer;

  • e.

    inspectie en onderhoud van brandblusmiddelen dient jaarlijks plaats te vinden volgens de voorschriften vermeld in NEN 2569. Bedrijven die blusmiddelen inspecteren en onderhouden moeten beschikken over een REOB-erkenning (Regeling voor de erkenning van onderhoudsbedrijven kleine blusmiddelen) of een ten minste gelijk- waardige instelling. Na inspectie moeten de blustoestellen worden voorzien van een label of sticker. Verder moeten de draagbare blustoestellen worden voorzien van een zegel.

Artikel 7 Vervanging

• 1.

  De vergunninghouder kan zich wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden uitsluitend laten vervangen door:

  • a.

    de levenspartner;

  • b.

    een bloed- of aanverwant in de eerste graad;

  • c.

    een persoon die bij de vergunninghouder in loondienst is.

• 2.

  De vervanger dient voor de vervanging te bewijzen dat hij één van de in lid 2 genoemde status bezit door overlegging van:

  • a.

    een uittreksel uit het bevolkingsregister of

  • b.

    een uittreksel uit het geboorteregister of

  • e.

    een loonverklaring.

Artikel 8 Kortstondige afwezigheid

Het is de vergunninghouder toegestaan om per marktdag maximaal één uur zonder ontheffing zijn standplaats te verlaten. De vergunninghouder dient van de afwezigheid vooraf mededeling te doen aan de marktmeester. Gedurende zijn afwezigheid dient de vergunninghouder zich te laten vervangen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking 1 januari 2000.

Artikel 10 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: "Marktreglement gemeente Rhenen

Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 9 november 1999 nr. 16