Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020 |
Citeertitel | Verordening Marktgelden 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 17-12-2019 |
De raad van de gemeente Barendrecht;
overwegende dat de gemeenteraad de Begroting 2020 vaststelt;
dat de verordening voor 2020 dient te worden vastgesteld door de gemeenteraad;
dat de vaststelling geschiedt in overeenstemming met de Begroting 2020;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 november 2019;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Planning en Control van 25 november 2019.
Voor het gebruik of genot van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen of voorwerpen, op het krachtens de “Marktverordening van de gemeente Barendrecht 2004” aangewezen marktterrein, wordt onder de naam van “marktgeld” een recht geheven, overeenkomstig de navolgende bepalingen.
Het recht als bedoeld in artikel 1 van deze verordening wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het marktgeld wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Indien de belastingplichtige door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil, geen gebruik meer kan maken van een standplaats waarvoor het marktgeld voor ten minste een kalenderhalfjaar is voldaan, wordt de aanslag naar tijdsduur verminderd indien binnen twee maanden na afloop van het gebruik daarom schriftelijk een aanvraag wordt ingediend, met dien verstande dat bij het bepalen van het tijdvak uitsluitend volle kalendermaanden in aanmerking worden genomen.