Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Langedijk

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2020 (Verordening toeristenbelasting 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLangedijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2020 (Verordening toeristenbelasting 2020)
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202001-01-2021Vervanging verordening

10-12-2019

gmb-2019-314119

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2020 (Verordening toeristenbelasting 2020)

De raad van de gemeente Langedijk;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019, nummer 97;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2020 (Verordening toeristenbelasting 2020)

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam toeristenbelasting wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

 

Artikel 2. Belastingplicht

1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

 

Artikel 3. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

 

Artikel 4. Maatstaf van heffing

1. De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is de maatstaf van heffing, ingeval van een seizoenplaats, het aantal plaatsen per maand.

3. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder seizoenplaats de ruimte waar gedurende een seizoen of een jaar exclusief verblijf wordt gehouden.

 

Artikel 5. Belastingtarief

1. Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 1,00.

2. In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief per seizoenplaats als bedoeld in artikel 4, tweede lid, per maand € 19,75.

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

 

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

 

Artikel 8. Termijn van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9. Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen Inspecteur, zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

1. De “Verordening toeristenbelasting 2019” van 11 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

4. Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening toeristenbelasting 2020”.

 

 

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 december 2019.

de raadsgriffier

R. Vennik

de voorzitter

L.A.M. Kompier