Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2020 |
Citeertitel | Verordening maatschappelijke ondersteuning Hoorn 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | nieuwe regeling | 10-12-2019 | 1731830 |
budgetplan: een plan met daarin de motivatie van de cliënt waarom een pgb gewenst is. In dit plan maakt cliënt inzichtelijk welke zorg deze wil inkopen voor het beschikbare budget, het bedrag dat per zorgverlener besteed gaat worden, welke resultaten cliënt wil bereiken en hoe de zorg die cliënt wil inkopen hieraan bijdraagt;
perspectiefplan: ondersteuningsplan zoals bedoeld in de wet, i.e. een document waarin de ondersteuningsbehoeften van de inwoner zijn vastgelegd samen met de resultaten en hoe deze te bereiken en waarin op verschillende leefgebieden de situatie in kaart is gebracht om een effectieve ondersteuning van de inwoner mogelijk te maken
voorliggende voorziening: algemene voorziening of andere voorziening waarmee een vergelijkbaar adequaat resultaat wordt bereikt als met een voorziening op grond van de wet. Een voorliggende voorziening houdt in dat er, alvorens er een recht bestaat op een maatwerkvoorziening op basis van de Wmo, de hulpvraag middels een andere regeling kan worden opgelost.
Artikel 3 Criteria voor een maatwerkvoorziening
f. of een andere voorziening nodig is dan de voorziening waarom de inwoner vraagt.
Het college kan om deskundigenadvies vragen indien zij dat gewenst vindt. Indien de deskundige niet werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college is afdeling 3.3 van de Awb van toepassing. Dit betekent dat het college zich moet vergewissen dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen. Deze zorgvuldigheid heeft zowel betrekking op de totstandkoming, de vorm en de inhoud van het advies. Hiervoor moet het college in ieder geval vaststellen:
Artikel 6. Regels voor een pgb en financiële tegemoetkoming
Het college kent een pgb toe als naar het oordeel van het college is vastgesteld dat:
cliënt -al dan niet met hulp uit zijn sociale netwerk dan wel een door cliënt schriftelijk aangewezen gemachtigde of een door de rechter aangewezen wettelijk vertegenwoordiger (curator, bewindvoerder, mentor, voogd)-, in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake en in staat is te achten om de aan een pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren. Deze bestaan o.a. uit:
Artikel 7. Wijze van berekenen van een pgb
wordt berekend op basis van een prijs of tarief waarmee is verzekerd dat het pgb toereikend is om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken, en wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering, en
De hoogte van een pgb voor een zaak wordt vastgesteld op basis van de kostprijs van de zaak die de cliënt zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt en rekening houdende met een reële termijn voor de technische afschrijvingen alsmede de onderhouds- en verzekeringskosten (6% marktconform) indien noodzakelijk;
Artikel 8. Bijdrage in de kosten van algemene voorzieningen, maatwerkvoorzieningen en pgb’s
De eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is afgewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 9. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
Het college neemt in de contracten en subsidieafspraken met aanbieders op aan welke kwaliteitseisen de maatschappelijke ondersteuning moet voldoen. Hierbij sluit het college zoveel als mogelijk aan bij artikel 3.1 van de wet en de kwaliteits- en deskundigheidseisen die in de desbetreffende branche gelden.
Artikel 10. Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Zowel gecontracteerde aanbieders als aanbieders die vanuit een pgb zorg leveren doen onverwijld melding van calamiteiten en geweld bij de toezichthouder. De verantwoordelijkheid van de aanbieder blijft om passende maatregelen te treffen ter zake van de melding en van het voorkomen van meldingen in de toekomst.
Artikel 11. Voorkoming en bestrijding van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening of het ten onrechte genoten pgb.
Bij herhaald en ernstig wangedrag bij het ontvangen van diensten dan wel herhaalde onzorgvuldige omgang met verstrekte voorzieningen, kan het college al dan niet tijdelijke maatregelen ten aanzien van de cliënt treffen ter bescherming van de medewerker van een aanbieder dan wel voorkomen van (verdere) schade.
Artikel 12. Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een gehele of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb aan een zorgverlener voor ten hoogste dertien weken als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e, van de wet.
Artikel 14. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
Het college bepaalt bij nadere regeling waaruit de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers van cliënten in de gemeente bestaat.
Artikel 15. Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Artikel 16. Klachtregeling en medezeggenschap bij aanbieders van maatschappelijke ondersteuning
Artikel 17. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt 2 jaar na invoering geëvalueerd. Onderdeel van deze evaluatie is een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Artikel 19. Overgangsbepalingen
De Verordening Wmo 2020 gemeente Hoorn is van toepassing op alle aanvragen die vanaf 1 januari 2020 worden ingediend.
Artikel 20. Hardheidsclausule:
Het college kan indien er zeer dringende redenen zijn, ten gunste van cliënt afwijken van de bepalingen uit in deze verordening, als toepassing van deze verordening leidt tot bijzondere en onvoorziene nadelige gevolgen.
Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad.
Landelijke en lokale ontwikkelingen leiden regelmatig tot aanpassingen van gemeentelijke regelgeving. Voor de onderhavige verordening zijn dit:
Daarnaast heeft de gemeenteraad van Hoorn op 9 juli 2019 het meerjarenbeleidsplan Sociaal Domein 2019-2023 vastgesteld.
Artikel 1 lid 1 sub r: Het toezicht in deze definitie omvat niet het zorginhoudelijke toezicht zoals zorgaanbieders dit aanbieden bij de voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en beschermd wonen.
Artikel 3 lid 4: Maatwerk is het uitgangspunt, conform het wettelijke criterium ‘veilig, doeltreffend en cliëntgericht’. Vaste jurisprudentie heeft geleid tot de uitspraak dat het college ‘het goedkoopst adequaat’ alternatief’ mag aanbieden. Denk hierbij aan een zaak, zoals een minder kostbare scootmobiel, die wel aan alle wettelijke eisen voldoet. Door het inzetten van maatwerk wil het college ‘goedkoop is duurkoop’ voorkomen.
Artikel 5 lid 8 sub f: indien cliënt is aangemeld bij een zorgverlener maar heeft de zorg nog niet kunnen aanvangen vanwege een wachtlijst dan wordt er voldoen aan dit criterium. Wel wordt van cliënt verwacht dat deze aan 1.Hoorn de wachttijd meldt.
Artikel 6 lid 5: de onderdeken a t/m h vallen onder de bevoegdheid van het onderzoeken en wegen van de ‘redelijke waardering van belangen’ door het college.
Artikel 7: voor tarieven wordt verwezen naar het ‘financieel besluit Wmo’ dat het college jaarlijks vaststelt.
Artikel 7 lid 1 sub a: het betreft hier een door het college verstrekt budgetplan.
Artikel 7 lid 1 sub c: ook bij de afweging van het pgb de toelichting bij artikel 3 lid 4.
Artikel 7 lid 2: Voor een zaak geldt dat het tarief dat de gemeente betaalt bij herverstrekking toereikend is als deze optie voor cliënt open staat en voor dat bedrag kan worden ingekocht.
Artikel 7 lid 3: in dit artikel wordt verwezen naar een arrangementsprijs. Dit arrangementsprijs is een gemiddelde van meer en minder ondersteuning die binnen de kaders van het arrangement wordt geboden.
In het ‘financieel besluit Wmo’ zijn de tarieven van de arrangement per uur, dagdeel en etmaal vastgelegd.
Bij Pgb kan In individuele gevallen van een gemiddeld tarief worden afgeweken indien voor dit bedrag de noodzakelijke, adequate ondersteuning aantoonbaar door meerdere offertes niet kan worden ingekocht en het redelijk en billijk is om een hogere vergoeding toe te staan. (ECLI:NL:CRVB:2018:2829).
Toekenning van het formele of informele tarief bij inzet van het sociaal netwerk is mede afhankelijk van inschrijving in de KvK, bezit relevante diploma's, werkervaring en het praktisch in staat passende hulp te kunnen bieden. (ECLI:NL:RBOVE:2017:2773).
De ondergrens van de pgp-tarieven zoals vastgelegd in het ‘financieel besluit Wmo’ is gebaseerd op het minimumloon + vakantiegeld de ondergrens. De feitelijke ondergrens kan worden gevonden op de website van de SVB.
Voor een zaak geldt dat het tarief dat de gemeente betaalt bij herverstrekking toereikend is als deze optie voor cliënt open staat en voor dat bedrag kan worden ingekocht.
Artikel 7 lid 3 sub f: Dit artikel dient te worden geïnterpreteerd als een vorm van overgangsrecht.
Artikel 8 lid 4 sub b en c: eigen bijdrage beschermd wonen
Er wordt door de wetgever vanaf 2020 een onderscheid gemaakt in de eigen bijdrage voor Beschermd Wonen:
Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 voor 2020 en later van de Rijksoverheid is bij het schrijven van deze verordening nog niet gepubliceerd. Het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 kan een aanvullende nadere uitwerking bevatten.