Organisatie | Putten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels tijdelijke bewoning recreatieverblijven |
Citeertitel | beleidsregels tijdelijke bewoning recreatieverblijven |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Recreatie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2019 | Nieuwe beleidsregel | 19-11-2019 | 1094967 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten,
gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.1, eerste lid, onder c en artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het beleidskader recreatie, instrument 2.1
vast te stellen de beleidsregels tijdelijke bewoning recreatieverblijven
Op 5 september 2019 heeft de gemeenteraad het beleidskader recreatie vastgesteld. Bij dit beleidskader zitten instrumenten die de ondernemer ondersteunt bij het aantrekkelijker maken van het recreatiegebied en het verbeteren van het recreatieve aanbod.
Eén van die instrumenten is het toestaan van de tijdelijke huisvesting van de doelgroepen starters, in-between-houses en privéomstandigheden. De opbrengsten uit dit gebruik komen ten goede aan het park. In deze nota leggen we toepassing van dit instrument uit.
Een recreatieondernemer die interesse heeft in het instrument stelt eerst een parkplan op. In dit parkplan blijkt op welke manier het park de opbrengsten uit dit instrument wil besteden aan de verbetering van het park. Soms is een park uitgepond. Dan zijn er meerdere eigenaren. Zij moeten dan gezamenlijk een plan opstellen en afspraken maken hoe de inkomsten worden ingezet voor de verbetering van het park. Het parkplan wordt besproken met de gemeente en vormt de onderbouwing voor het indienen van een vergunningaanvraag.
Vergunning voor tijdelijke bewoning recreatieverblijven
Vormt het parkplan voldoende onderbouwing voor een vergunningaanvraag? Dan kan met een tijdelijke omgevingsvergunning toestemming worden verleend om maximaal 10% van de aanwezige recreatieverblijven maximaal drie jaar als woning beschikbaar te stellen.
De recreatieverblijven die bewoond worden met een woonverklaring gaan niet ten koste van het aantal voor tijdelijke bewoning in te zetten recreatieverblijven.
De eigenaar van een terrein met 100 recreatieverblijven vraagt een vergunning aan om 10 objecten in te zetten voor tijdelijke bewoning. Op het terrein worden 6 objecten bewoond door mensen met een woonverklaring. Ondanks deze 6 woonverklaringen wordt de 10% berekend over het totaal aantal aanwezige recreatieverblijven. In dit geval kunnen er 10 worden ingezet voor tijdelijke bewoning, naast de 6 die worden bewoond op grond van de woonverklaringen.