Organisatie | Molenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Marktgelden gemeente Molenlanden 2020 |
Citeertitel | Verordening marktgelden Molenlanden 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 31-12-2020 | nieuwe regeling | 17-12-2019 | 1040921 |
Artikel 1. Begripsomschrijving
Een losse standplaats is een aangewezen verkooplocatie waar één verkooppunt mag worden ingenomen voor een aaneengesloten periode van maximaal 6 uur per week.
Een minimarkt is een aangewezen verkooplocatie met minimaal 3 en maximaal 10 verkooppunten welke gelijktijdig worden ingenomen voor een aangesloten periode van maximaal 6 uur per week.
Incidentele standplaats met commercieel belang
Een incidentele standplaats met commercieel belang is een standplaats die wordt ingenomen voor een beperkte periode en tijd op een niet vooraf aangewezen locatie waarbij een commercieel doel wordt nagestreefd. (vb. wervingsactie voor telefonie of internet, oliebollen- en kerstbomenverkoop)
Toeristische standplaats molengebied Kinderdijk
Een aangewezen verkooplocatie in het molengebied waar gedurende het hele jaar zes dagen per week en binnen vooraf vastgestelde tijdstippen een standplaats mag worden ingenomen.
Onder de naam marktgelden worden rechten geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitoefenen van de markthandel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.
Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van een heffingstijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend van het voor dat tijdvak berekende marktgeld naar rato van het aantal volledige maanden dat na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht in dat heffingstijdvak overblijft.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van marktgelden hiervoor in die periode plaatsvindt.