Organisatie | West Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende de bekrachtiging van de regels omtrent parkeren (Parkeerverordening Geldermalsen 2017) |
Citeertitel | Parkeerverordening Geldermalsen 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De gemeenteraad van de gemeente West Betuwe heeft op 17 december 2019 besloten de Parkeerverordening Geldermalsen 2017 geldend te verklaren voor het grondgebied van de gemeente West Betuwe.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2019 | nieuwe regeling | 17-12-2019 | 28270 |
[De gemeenteraad van de gemeente West Betuwe heeft op 17 december 2019 besloten de Parkeerverordening Geldermalsen 2017 geldend te verklaren voor het grondgebied van de gemeente West Betuwe.]
De raad van de gemeente Geldermalsen
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 mei 2017;
gelet op de artikelen 149 en 225 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;
AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Houder van een motorvoertuig: degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens was ingeschreven, danwel degene waarvan door middel van een leaseovereenkomst of een verklaring van de werkgever kan worden aangetoond dat hij of zij verantwoordelijk is voor het motorvoertuig dat ten tijde van het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven;
Belanghebbendenparkeerplaats: parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990, al dan niet voorzien van een onderbord of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 van bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS EN VERGUNNINGEN
Artikel 3 Aanvragen en verlenen parkeervergunning
Een aanvraag inzake een op kenteken te verlenen parkeervergunning voor een buitenlands kenteken wordt slechts in behandeling genomen indien bij de aanvraag een geldig kentekenbewijs wordt getoond. Bovendien moet de aanvraag zijn voorzien van een verklaring van de douane, danwel een BPM-verklaring waaruit blijkt dat de aanvrager gerechtigd is met het betreffende motorvoertuig in Nederland te rijden.
AFDELING III VERBODSBEPALINGEN
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.
Artikel 10 Gebruik parkeerplaatsen zonder vergunning
Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenparkeerplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig of brommobiel te parkeren of geparkeerd te houden:
Artikel 11 Parkeren met een gehandicaptenparkeerkaart
Het in artikel 10 genoemde verbod geldt niet voor een aaneengesloten periode van maximaal 4 uur voor het parkeren van een motorvoertuig of brommobiel die in gebruik is ten behoeve van een bestuurder of passagier die beschikt over een geldige gehandicaptenparkeerkaart en deze gehandicaptenparkeerkaart is aangebracht op een zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, in combinatie met een parkeerschijf waarop de aanvangstijd van het parkeren is aangegeven;
dit verbod geldt niet voor het parkeren van een motorvoertuig of brommobiel op een “Gereserveerde Gehandicapten Parkeerplaats (GGP) met kenteken”, als de voor dit voertuig afgegeven gehandicaptenparkeerkaart op een zodanige wijze bij de voorruit van het voertuig is aangebracht dat de voorzijde ervan buiten het voertuig behoorlijk leesbaar is, en het kenteken van het voertuig correspondeert met dat van het bij die GGP geplaatste (onder)bord;