Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Besluit van de directeur van de directie Wonen van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent vervanging, ondermandaat, volmacht en machtiging binnen de Directie Wonen (Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de directeur van de directie Wonen van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent vervanging, ondermandaat, volmacht en machtiging binnen de Directie Wonen (Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam)
CiteertitelMandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam
Vastgesteld doorgemandateerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/377469/CVDR377469_16.html
  3. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Amsterdam/627626/CVDR627626_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202104-05-2021artikel 2

16-12-2020

gmb-2020-346462

01-01-202001-01-2021nieuwe regeling

17-12-2019

gmb-2019-313147

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de directeur van de directie Wonen van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent vervanging, ondermandaat, volmacht en machtiging binnen de Directie Wonen (Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam)

De Directeur Wonen van de gemeente Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam en de Budgethoudersregeling;

 

overwegende dat het noodzakelijk is om een plaatsvervanger aan te wijzen en bevoegdheden binnen de Directie Wonen onder te mandateren;

 

besluit de volgende regeling vast te stellen:

 

Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam

Artikel 1  

De Directeur Wonen wijst als plaatsvervanger aan: het Hoofd afdeling Advies en Ondersteuning en bij afwezigheid daarvan het Hoofd Toezicht & Handhaving.

Artikel 2  

De Directeur Wonen verleent ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging aan de hieronder genoemde functionarissen voor de hierna te noemen bevoegdheden voor zover passend bij de functie van de betrokken functionaris:

 

Algemene bevoegdheden

 

  • A.

    Gemeentewet

    • 1.

      Het besluiten over het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen mits zij geen betrekking hebben op:

      • a.

        de oprichting van of deelneming in een rechtspersoon;

      • b.

        het lenen of uitlenen van geld;

      • c.

        borgstelling of garantstelling voor schulden van derden; en

      • d.

        de rechtshandeling plaatsvindt binnen en met inachtneming van de door college en raad vastgestelde beleidskaders zoals het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de gemeente Amsterdam en de daarop gebaseerde werkinstructies, de Notitie 10 Wegen naar een innovatiever aanbestedingsbeleid en een professioneler opdrachtgeverschap, de Notitie Samen Inkopen, de Notitie Doelgericht op afstand 2,het Lening- en garantiebeleid van de gemeente Amsterdam en het gemeentelijk integriteitsbeleid.

    • 2.

      Het in en buiten rechte vertegenwoordigen van de gemeente (art. 171 Gemeentewet), ter uitvoering van een gegeven mandaat.

    • 3.

      De ondertekening van stukken die van het college uitgaan (art. 59a, tweede lid, Gemeentewet).

    • 4.

      Het nemen van alle conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht en bezit, behalve beslaglegging (artikel 160, vierde lid van de Gemeentewet).

Gemandateerden, gevolmachtigden of gemachtigden: Afdelingshoofden

 

  • B.

    Algemene wet bestuursrecht

    • a.

      Het stellen van een termijn voor de aanvulling van een aanvraag en het beslissen omtrent het niet in behandeling nemen van een onvolledige aanvraag dan wel van een aanvraag die niet binnen de gestelde termijn is aangevuld (art. 4:5 Awb).

    • b.

      Het beslissen dat een aanvrager of derde belanghebbende niet in de gelegenheid wordt gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen (art. 4:11 Awb).

    • c.

      Het kennis geven van de verdaging van een beslissing op een aanvraag (art. 4:14 Awb).

    • d.

      In het geval van niet tijdig beslissen de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vaststellen (art. 4:18 Awb).

    • e.

      Het vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom aan of door de dienst of bedrijf (bestuursrechtelijke geldschuld) (art. 4:86 Awb).

    • f.

      Het nemen van beslissingen inzake verrekening (art. 4:93 Awb).

    • g.

      Het verlenen van uitstel van betaling (art. 4:94 Awb).

    • h.

      Het verlenen van voorschotten (art. 4:95 Awb).

    • i.

      Het intrekken of wijzigen van de beschikking tot uitstel van betaling of verlenen van een voorschot (art. 4:96 Awb).

    • j.

      Het bij beschikking vaststellen van de wettelijke rente (art. 4:99 Awb).

    • k.

      Het geheel of gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding.

    • l.

      Het aanmanen van de schuldenaar die in verzuim is (art. 4:112 Awb).

Gemandateerden: Afdelingshoofden

 

    • m.

      Het uitvaardigen van een dwangbevel om de betaling van een geldsom af te dwingen (artt. 4:114 Awb en 4:115 Awb).

    • n.

      Het beslissen tot het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van dwangbevelen.

    • o.

      Het aanwijzen van toezichthouders en het afgeven van legitimatiebewijzen (artt. 5:11 en 5:12 Awb).

    • p.

      Het behandelen en afdoen van klachten met inachtneming van afdeling 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

Gemandateerden: Hoofd Advies & Ondersteuning, bij afwezigheid Hoofd Toezicht & Handhaving

 

  • C.

    Wet Openbaarheid Bestuur (Wob)

    • a.

      Het beslissen op verzoeken om verstrekking van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 6 Wob).

    • b.

      Het beslissen inzake het eigener beweging verstrekken van informatie met betrekking tot bestuurlijke aangelegenheden (art. 8 Wob).

Gemandateerden: Afdelingshoofden

 

  • D.

    Vergunningverlening

    • a.

      Onder het nemen van besluiten op een aanvraag voor een vergunning, ontheffing of andere beschikking wordt ook het weigeren, wijzigen of intrekken verstaan.

    • b.

      Onder het stellen van voorschriften, voorwaarden of beperkingen wordt ook het aanvullen, toevoegen, intrekken of opheffen hiervan verstaan.

    • c.

      Het nemen van besluiten als bedoeld onder 1 omvat tevens de bevoegdheid tot het heffen en innen van leges.

Gemandateerden: Afdelingshoofden

 

  • E.

    Algemene Verordening Gegevensbescherming

Bevoegdheden en feitelijke handelingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG):

  • a.

    die verband houden met de uitoefening van de rechten van betrokkene als bedoeld in hoofdstuk III van de AVG (artikelen 12 tot en met 23 van de AVG);

  • b.

    die verband houden met een melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene (artikel 34 van de AVG);

  • c.

    die verband houden met de voorafgaande raadpleging bij de Autoriteit Persoonsgegevens (artikel 36 van de AVG).

Gemandateerden: Afdelingshoofden

 

  • F.

    Subsidieverstrekking

    • a.

      De bevoegdheden tot het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie worden uitgeoefend met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene Subsidieverordening Amsterdam en de bijzondere subsidieverordeningen of subsidieregelingen die behoren tot het werkterrein van de Directie Wonen, zijnde:

      • -

        Subsidieregeling Stedelijke Vernieuwing, verhuisregelingen en ouderenhuisvesting Amsterdam 2019;

      • -

        Subsidieregeling wonen boven winkels en bedrijven 2017;

      • -

        Bijzondere Subsidieverordening Basiskwaliteit Woningbouw Marktsector Amsterdam;

      • -

        Regeling Duurzame Zelfbouw; en

      • -

        Bijzondere Subsidieverordening Basiskwaliteit Woningbouw Marktsector Amsterdam.

    • b.

      Onder het nemen van besluiten op een aanvraag om subsidie wordt zowel het verlenen als het vaststellen van subsidie verstaan alsmede het weigeren, wijzigen of intrekken verstaan als mede het opleggen van verplichtingen en voorts de uitvoering van al die bepalingen in genoemde regelingen die zien op de verstrekking van subsidies.

    • c.

      Het nemen van beslissingen met betrekking tot het verstrekken van subsidies aan in de gemeentebegroting vermelde subsidieontvangers alsmede het verstrekken van subsidies waartoe het College ten laste van een begrotingspost heeft besloten op grond van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 op het beleidsterrein Wonen.

    • d.

      Uitgezonderd hiervan zijn:

      • -

        de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels;

      • -

        het vaststellen van subsidieplafonds; en,

      • -

        de handelingen die, voor wat betreft de afhandeling van subsidieaanvragen, behoren tot het werkterrein van de Directie Subsidie en Inkoop.

Gemandateerden: Afdelingshoofden die belast zijn met de uitvoering hiervan met inachtneming van artikel 3 en 6.

 

  • G.

    Handhaving

Taken op het gebied van handhaving die voortvloeien uit de uitvoering van specifieke regelgeving omvatten:

  • a.

    het nemen van besluiten inzake het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • b.

    het vaststellen van de hoogte van de kosten van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:25, zesde lid van de Awb.

  • c.

    het nemen van besluiten inzake het toepassen van bestuursdwang als bedoeld in artikel 5:31a van de Awb.

  • d.

    het nemen van besluiten inzake het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:31d van de Awb.

  • e.

    het nemen van besluiten omtrent het invorderen van een dwangsom als bedoeld in artikel 5:37 van de Awb.

  • f.

    het nemen van besluiten omtrent het invorderen van een dwangsom, bestuurlijke boete of kosten van bestuursdwang bij dwangbevel als bedoeld in artikel 5:10, tweede lid van de Awb.

  • g.

    het nemen van besluiten omtrent het nemen van executiemaatregelen ter uitvoering van de hierboven bedoelde dwangbevelen.

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, Teamleiders Afdeling Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

 

Bijzondere bevoegdheden

 

  • H.

    Woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad: Huisvestingswet, Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

 

  • 1.

    Huisvestingsvergunningen en urgentieverklaringen

    • a.

      Het indelen van woningzoekenden in urgentiecategorieën alsmede het vaststellen van het zoekprofiel als bedoeld in artikel 13 van de Huisvestingswet en Hoofdstuk 2, Afdeling I, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, dan wel het wijzigen of intrekken daarvan.

    • b.

      Het nemen van besluiten op aanvragen voor een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 15 van de Huisvestingswet 2014 en Hoofdstuk 2, Afdeling I, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, het vragen van nadere gegevens om de huisvestingsvergunningaanvraag te beoordelen als bedoeld in artikel 2.2.6 van de Huisvestingsverordening 2020, dan wel het opnemen van gegevens in de vergunning of het intrekken van de vergunning.

    • c.

      Het nemen van besluiten inzake vruchteloze aanbieding als bedoeld in artikel 17 van de Huisvestingswet 2014

    • d.

      Het beslissen dat een woningzoekende een woonruimte via directe bemiddeling wordt aangeboden als bedoeld in artikel 2.4.8, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

    • e.

      Het nemen dan wel intrekken van besluiten omtrent het vaststellen van een peildatum als bedoeld in artikel 2.6.8, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020).

    • f.

      Het nemen van de beslissingen om de beslistermijn te verlengen als bedoeld in Hoofdstuk 2, Afdeling I en II, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

    • g.

      Het vaststellen van nadere vormvereisten ten aanzien van een aanvraag van een urgentieverklaring als bedoeld in artikel 2.6.2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

    • h.

      het nemen van besluiten inzake het in volgorde indelen van woningzoekenden op grond van Hoofdstuk 2, Afdeling I, van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

Gemandateerden:

Onderdelen a, c, d, e, f, g en h:

Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing en medewerkers indicaties

 

Onderdeel b:

Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Woonruimteverdeling en Toewijzing

 

  • 2.

    Standplaatsen woonwagens

    • a.

      Het bijhouden van een inschrijvingsregister van standplaatszoekenden die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats.

    • b.

      Het verstrekken, verlengen dan wel doorhalen van een bewijs van inschrijving aan woningzoekenden die in aanmerking willen komen voor een woonwagenstandplaats.

    • c.

      Het nemen van besluiten inzake het verlenen van een huisvestingsvergunning voor het betrekken van een woonwagenstandplaats als bedoeld in Hoofdstuk 2, Afdeling II van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 dan wel het intrekken daarvan.

    • d.

      Het beslissen omtrent het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen nodig bij het beheer van woonwagenlocaties, standplaatsen en woonwagens.

Gemandateerden: Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing, beleidsmedewerkers en beheerders Woonwagenzaken

 

  • 3.

    Hardheidsclausules

    Het nemen van besluiten omtrent het toepassen van hardheidsclausules als bedoeld in Hoofdstuk 2 paragraaf 6, Hoofdstuk 3, paragraaf 1 en Hoofdstuk 4, paragraaf 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing en Hoofd Toezicht & Handhaving

 

  • 4.

    Handhaving

    Het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een bestuurlijke sanctie bij overtreding van artikel 8, 21, 23a, 23b, 23c, 24 en Hoofdstuk 2 en 3 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, waaronder begrepen de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 35 van de Huisvestingswet 2014 en Hoofdstuk 4 paragraaf 2 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020, het opleggen van een last onder dwangsom als bedoeld in 5:32 Awb en het opleggen van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 125 Gemeentewet en artikel 33, derde lid, van de Huisvestingswet 2014.

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, Teamleiders Afdeling Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

 

  • I.

    Leegstandwet en Leegstandverordening

    • a.

      Het nemen van een leegstandsbeschikking (artikel 4, tweede lid van de Leegstandwet).

    • b.

      Het nemen van een besluit omtrent het voordragen van een gebruiker (artikel 5 van de Leegstandwet).

    • c.

      Het nemen van besluiten op aanvragen om een vergunning voor tijdelijke verhuur als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet).

    • d.

      Het nemen van besluiten omtrent het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 6 van de Leegstandverordening wegens overtreding van de artikel 3, eerste lid en 7, derde lid van de Leegstandwet.

Onderdeel a, b en d:

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, Teamleiders Afdeling Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Hoofd Uitvoering & Beheer

 

Onderdeel c:

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies & Ondersteuning

 

  • J.

    Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek

    • a.

      Het in bijzondere omstandigheden aanmerken van een bij een nieuwbouwwoning behorende parkeervoorziening als onderdeel van een nieuwbouwwoning (artikel 2, eerste lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • b.

      Het toestaan dat, indien sprake is van bijzondere omstandigheden, een eigenaar-bewoner opnieuw in aanmerking kan komen voor een AMH, indien aan die eigenaar-bewoner reeds eerder een AMH is verleend (artikel 2, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • c.

      Het verlenen van geldelijke steun aan een eigenaar-bewoner gedurende de looptijd van een hypothecaire lening (artikel 4 van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • d.

      Het akkoord gaan met een andere bescherming van de koper dan een garantiecertificaat (artikel 2, eerste lid, onder c van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • e.

      Het akkoord gaan met wijzigen leningvorm die geen nadeel of risico voor de gemeente inhoudt of kan inhouden (artikel 8, derde lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • f.

      Het voorzien in interpretatie, wijziging of vervanging van de bij de verordening behorende bijlage 1 (bepaling toetsinkomen), met inachtneming van het doel en de strekking van de uitgangspunten voor de bepaling van het toetsinkomen en voor zover de Nationale Hypotheek- garantie tot vervanging van haar lijst met inkomenscomponenten overgaat (artikel 9, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • g.

      Het verzoeken aan eigenaar-bewoners om levering van inlichtingen en bewijsstukken ten behoeve van controle toetsinkomen (artikel 9, derde lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • h.

      Het treffen van een regeling ter beëindiging van de geldelijke steun met de financier indien de bewoning wordt beëindigd (artikel 12, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • i.

      Het intrekken van geldelijke steun en terugvordering van een verstrekte lening indien deze op onjuiste of onvolledige gegevens is verstrekt dan wel indien er sprake is van nalatigheid inlichtingen en/of bewijsstukken te verstrekken (artikel 12, vierde lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • j.

      Het vaststellen model-aanvraagformulier (artikel 14 eerste lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • k.

      Het bepalen welke overige bescheiden nodig zijn voor de vaststelling van de geldelijke steun (artikel 16, eerste lid, onder c van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

    • l.

      Het verlenen van geldelijke steun aan een eigenaar-bewoner na hernieuwde vaststelling (artikel 16, tweede lid van de Verordening Amsterdamse Middensegment Hypotheek).

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies & Ondersteuning

 

  • K.

    Verordening VROM Starterslening Amsterdam

    • a.

      Het toekennen van een VROM Starterslening (artikel 4, eerste lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

    • b.

      Het vaststellen van de hoogte van de Starterslening (artikel 4, tweede lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

    • c.

      Het toetsen of het huishouden voldoet aan de in artikel 6 opgenomen criteria (artikel 7, tweede lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

    • d.

      Het aan de aanvrager meedelen van de beslissing (artikel 7, vierde lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

    • e.

      Het geheel of gedeeltelijk intrekken van een besluit tot toekenning van een VROM Starterslening als niet voldaan is aan de bij of krachtens de verordening gestelde voorschriften of bepalingen (artikel 8, eerste lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

    • f.

      Het intrekken van een besluit tot toekenning als de koopovereenkomst wordt ontbonden (artikel 8, tweede lid van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

    • g.

      Het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 10 van de Verordening VROM Starterslening Amsterdam).

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies & Ondersteuning

 

  • L.

    Verordening Energieleningen Amsterdam 2012

    • a.

      Het beslissen op een aanvraag voor een energielening voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen (artikel 4, 7, 8 en 9 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • b.

      Het wijzigen van de “Duurzaam Bouwen Lijst Amsterdam” (artikel 5, tweede lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • c.

      Het beslissen over het afwijken van de isolatiewaarden genoemd onder 1 van bijlage 1 (artikel 5, vierde lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • d.

      Het vaststellen van het toepasselijke rentepercentage (artikel 14, eerste lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • e.

      Het beslissen over het verlengen van de onder e. en f. genoemde termijnen (artikel 14, zevende lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • f.

      Het beslissen over het geheel of gedeeltelijk intrekken van de toegekende energielening (artikel 16 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • g.

      Het vaststellen van nadere regels voor de uitvoering (artikel 17, eerste lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • h.

      Het beslissen over het wijzigen van de in artikel 1, onder a, genoemde maximum aantal huurwoningen (artikel 17, tweede lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • i.

      Het beslissen over het wijzigen van de in artikel 2, lid 2 genoemde doelgroepen (artikel 17, derde lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • j.

      Het beslissen over het toepassen van de hardheidsclausule (artikel 18 van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • k.

      Het afwijken van bijlage 1 ten behoeve van duurzaamheidsmaatregelen die gelijkwaardig of beter zijn dan de duurzaamheidsmaatregelen opgenomen in bijlage 1 (artikel 5, derde lid van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

    • l.

      Het afwijken van bijlage 1 ten behoeve van een monumentale karakter van een pand indien de aanvraag van de Energielening betrekking heeft op een beschermd monument of een beschermd stads- of dorpsgezicht (artikel 8a van de Verordening Energieleningen Amsterdam 2012).

Gemandateerd: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies & Ondersteuning

 

  • M.

    Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013

    • a.

      Het nemen van beslissingen tot handhaving van de bepalingen van de Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013.

    • b.

      Het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Verordening op de Woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2013.

Gemandateerden: Hoofd Toezicht & Handhaving, bij afwezigheid Teamleiders Afdeling Toezicht & Handhaving

 

  • N.

    Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (BTIV) en Woningwet

Het kenbaar maken van een zienswijze ten behoeve van goedkeuring of beslissing door de bevoegde minister over:

  • a.

    Het aangaan van verbindingen (artikel 8, eerste lid aanhef en onder b, BTIV)

  • b.

    Vervreemding van een woongelegenheid, een gebouw of een andere onroerende zaak, of vestiging van een recht van erfpacht, opstal of vruchtgebruik op een onroerende zaak of van overdracht van de economische eigendom ervan (artikel 25, tweede lid BTIV).

  • c.

    Het voornemen feitelijk werkzaam te zijn in een gemeente in de directe nabijheid van Nederland (artikel 34, eerste lid aanhef en onder c, BTIV).

  • d.

    Het verzoek van twee of meer aan elkaar grenzende gemeenten in Nederland om de in een of meer van die gemeenten feitelijke werkzame toegelaten instellingen en samenwerkingsvennootschappen in al die gemeenten feitelijk werkzaam te laten zijn (artikel 35, eerste lid aanhef en onder c, BTIV).

  • e.

    Het verzoek om een lager percentage te bepalen dan het percentage, genoemd in artikel 48 eerste lid van de Woningwet (artikel 60, tweede lid BTIV).

  • f.

    De voorgenomen administratieve scheiding (artikel 73, eerste lid, BTIV).

  • g.

    Het verzoek dat werkzaamheden als genoemd en bedoeld in het bepaalde bij en krachtens artikel 47, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van de Woningwet ten aanzien van een toegelaten instelling of samenwerkingsvennootschappen niet behoren tot de diensten van algemeen economisch belang (artikel 80, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

  • h.

    De voorgenomen juridische scheiding (artikel 84, eerste lid, BTIV).

  • i.

    De voorgenomen fusie (artikel 95, eerste lid, aanhef en onder b, BTIV)

  • j.

    De voorgenomen splitsing (artikel 100, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

  • k.

    Het projectplan voor de aanvraag van subsidie ter tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden (artikel 113, tweede lid, aanhef en onder b, BTIV).

  • l.

    Het toelaten als instellingen, uitsluitend in het belang van volkshuisvesting werkzaam (artikel 19, tweede lid van de Woningwet).

  • m.

    De voor 1 juli ingediende jaarrekening, jaarverslag en volkshuisvestingsverslag over het aan die datum voorafgaande kalenderjaar (artikel 38, derde lid, Woningwet).

  • n.

    Het verstrekken van een verklaring van geen bezwaar (artikel 41, eerste lid Woningwet).

  • o.

    Het bezwaar van een andere gemeente tegen het feitelijk aldaar werkzaam zijn door de toegelaten instelling (artikel 41, vijfde lid van de Woningwet).

  • p.

    Het opleggen van een bestuurlijke boete op grond van artikel 92a van de Woningwet wegens overtreding van een verbod in artikel 1b van de Woningwet.

  • q.

    Het geven van een aanwijzing in het belang van de volkshuisvesting (artikel 61, vierde lid Woningwet).

Gemandateerden: Hoofd Advies & Ondersteuning, bij afwezigheid Hoofd Toezicht & Handhaving

 

  • O.

    Garantstellingen

    • a.

      Het nemen van beslissingen inzake het aanpassen van verstrekte garanties ten behoeve van de verkrijging van eigen woningen en woonwagens, ter uitvoering van de Regeling deelneming in garanties woninggebonden subsidies, en de daaraan voorafgaande regelingen.

    • b.

      Het nemen van beslissingen inzake het verstrekken van garantstellingen ter uitvoering van de op 17 oktober 1994 gesloten Raamovereenkomst met Uitvoeringsbepalingen en de (toekomstige) aanvullingen daarop, met inachtneming van de Modelregeling gemeentegarantie voor Totaalfinancieringen van de Stichting Nationaal Restauratie Fonds.

    • c.

      Het nemen van beslissingen inzake het aanpassen van leningen van niet-winstbeogende instellingen, in het belang van de volkshuisvesting werkzaam.

    • d.

      Het nemen van beslissingen inzake het uitvoeren van de overdracht van gemeentelijke risico's van leningen en garanties aan toegelaten instellingen aan de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw alsmede het verkrijgen van borgtocht ten behoeve van leningen van toegelaten instellingen.

    • e.

      Het goedkeuren van te garanderen leningovereenkomsten als onder a, b en d bedoeld, alsmede het vervallen verklaren van daarmee verband houdende hypotheekakten.

    • f.

      Het nemen van beslissingen in het kader van uitvoeringshandelingen met betrekking tot verstrekte leningen en garanties als onder a tot en met d bedoeld.

    • g.

      Het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten met de Stichting Nationaal Restauratie Fonds ter uitvoering van de onder b genoemde Raamovereenkomst.

    • h.

      Het nemen van beslissingen tot het aanpassen of intrekken van de onder dit punt genoemde garantstellingen.

Gemandateerden: Hoofd Uitvoering & Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies en Ondersteuning

 

  • P.

    Juridische zaken

    • a.

      Het beslissen op bezwaar- schriften gericht tegen besluiten die op grond van dit of een voorgaand mandaatbesluit dan wel het algemene mandaatbesluit zijn genomen door de Directeur Wonen of diens plaatsvervanger, dan wel diens rechtsvoorgangers.

    • b.

      Het voorbereiden, inclusief het horen van belanghebbenden voor te nemen besluiten op bezwaarschriften in het kader van de aan de directeur Wonen gemandateerde bevoegdheden.

    • c.

      Het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten tot het verlenen, weigeren of intrekken van urgentieverklaringen aan stadsvernieuwingskandidaten, genomen door woningcorporaties die aangesloten zijn bij de Amsterdamse Federatie van woningcorporaties en verleende huisvestingsvergunningen, door deze woningcorporaties.

Gemandateerden: Afdelingshoofden

 

  • Q.

    Diversen

    • a.

      De uitvoering van artikel 22 van de Wet op de lijkbezorging.

    • b.

      Het nemen dan wel intrekken van besluiten omtrent het erkennen van studentenwoningen als bedoeld in artikel 2.1.1 van de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020.

  • Onderdeel a:

    Gemandateerden: Hoofd Uitvoering en Beheer, bij afwezigheid Hoofd Advies en Ondersteuning

    Onderdeel b:

    Gemandateerden: Hoofd Woonruimteverdeling & Toewijzing, bij afwezigheid Hoofd Advies & Ondersteuning en Hoofd Uitvoering & Beheer

Artikel 3  

Het vermelde in dit ondermandaat laat onverlet hetgeen is opgenomen in de Budgethoudersregeling.

Artikel 4  

De functionarissen dienen bij de uitoefening van het ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging de aanwijzingen, richtlijnen en het daarover vastgestelde beleid van het college en de Directeur Wonen in acht te nemen.

Artikel 5  

  • a.

    Ondermandaat krachtens dit besluit behelst tevens ook de ondertekening van stukken.

  • b.

    In de ondertekening dient tot uitdrukking te worden gebracht dat het besluit wordt genomen en de feitelijke handeling of privaatrechtelijke rechtshandeling wordt verricht namens het college dan wel de burgemeester.

  • c.

    Stukken worden als volgt ondertekend:

  • Namens het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

  • (Naam van de gemandateerde)

  • (Functieaanduiding)

Artikel 6  

Voor zover aan functionarissen en hun plaatsvervangers ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging wordt verleend, geldt dit alleen ten aanzien van hun eigen afdeling en/of werkterrein en budget.

Artikel 7  

Waar in deze regeling een specifieke wet of regeling wordt aangehaald wordt hiermee ook diens rechtsopvolger dan wel later in de plaats tredende vergelijkbare regelgeving bedoeld.

Artikel 8  

Het Besluit: ondermandaat, volmacht en machtiging Wonen van 3 augustus 2017, gepubliceerd op 14 augustus 2017 in het Gemeenteblad 2017-141691, wordt ingetrokken.

Artikel 9  

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 10  

Deze regeling wordt aangehaald als Mandaatregeling Directie Wonen gemeente Amsterdam.

 

Aldus vastgesteld Amsterdam, 17 december 2019.

De Directeur Wonen,

M. I. van Engen