Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid,
van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het
door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor
gemeenteklasse 8.001 – 14.000 inwoners vastgestelde maximum.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
- 1.
De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap
verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 8.001
- 14.000 inwoners, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit
raads- en commissieleden.
- 2.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge
artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting
1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking (fictieve
dienstbetrekking) wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste
lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse
8.001 – 14.000 inwoners, vermeld in tabel III van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
- 1.
Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is
geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3,
naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid
is geweest.
- 2.
De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3,
geschiedt eens per kwartaal.
Artikel 5 Reiskosten
- 1.
Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte
kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente
ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een
taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid
gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van
de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel B, van
de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van
reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid
vergoed.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens
de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de
gemeente.
- 2.
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag
gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een
kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente
als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van
het raadslidmaatschap.
Artikel 7a Fietsregeling
- 1.
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de
toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan
deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid
wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd
met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de
Uitvoeringsregeling.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 8 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij
arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op
verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering
ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Het raadslid dat een uitkering ontvangt in
verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid is verplicht
dit aan de voorzitter van de gemeenteraad mee te delen.
Artikel 9 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
- 1.
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de
Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die
wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het
uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel
2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid
ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd
tot het bedrag van bedoelde korting.
- 2.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het
Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en
de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane
korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het
raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde
vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt
deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag
van bedoelde korting.
Artikel 10 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de
gemeenteraad
- 1.
Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan
30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad
waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in
artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van
de waarneming.
- 2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de
onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 10a Ziektekostenvoorziening
- 1.
De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenvoorziening als
bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden bedraagt € 203,21 per jaar.
- 2.
In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het
kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de
tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van
het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
- 3.
De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid,
geschiedt in termijnen.
Artikel 10b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en
bevalling of ziekte
- 1.
De artikelen 2 tot en met 4, 8,9 en 10a blijven van toepassing op
het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk
ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met
dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond
van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van
het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
- 2.
De artikelen 1 tot en met 7 en 8 tot en met 10a van deze
verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden
benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10
van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap
en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 11 Onkostenvergoeding
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden
kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 8.001 – 14.000
inwoners, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 12 Reiskosten woon-werkverkeer
De wethouder ontvangt geen vergoeding voor het reizen tussen zijn woning
en de plaats van tewerkstelling wanneer deze minder dan 10 kilometer
enkele reis bedraagt. Wanneer de enkele-reisafstand meer dan 10
kilometer bedraagt ontvangt hij een vergoeding zoals bedoeld in de
regeling reiskostenvergoeding voor het ambtelijk personeel van de
gemeente Strijen.
Artikel 13 Zakelijke reiskosten
1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 12
vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in
artikel 12 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi:
een volledige vergoeding van de reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als
bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie
wethouders;
- c.
een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte
kosten;
Artikel 14 Verblijfkosten
De wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 13 volledig
vergoed.
Artikel 15 Buitenlandse dienstreis
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten
Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reis- en verblijfkosten vergoed.
- 2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet
zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming
van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming
voorwaarden verbinden.
Artikel 16 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen,
seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens
de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de
gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of
verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag
gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een
kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente
als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening
van het ambt van wethouder.
Artikel 17 Mobiele telefoon
- 1.
Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een
mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die
uitsluitend bestemd is voor zakelijk gebruik.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de
gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 18 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk
personeel geldende spaarloonregeling.
- 2.
De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in
artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de
wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.
- 4.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 18a Fietsregeling
- 1.
De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in
artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze
van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste
onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de
vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
- 2.
Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen
aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 19 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente
beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1
van de Regeling rechtspositie wethouders;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder
overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling
rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor burgercommissieleden
Artikel 20 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
- 1.
Het burgerlid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de
vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding
die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag
jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties wordt herzien.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die
als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden
als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.
- 3.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een
commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een
ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een
functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege
wordt gesubsidieerd;
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling,
organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de
commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang
dient.
- 4.
Het presidium kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid
een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 20 % van
het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien
van
- a.
Een burgerlid van een commissie die op grond van zijn
bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van
de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is
aangetrokken, en
- b.
een burgerlid van een commissie ten aanzien waarvan de
vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke
verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de
omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Artikel 21 Reis- en verblijfkosten
- 1.
Aan het burgerlid van een commissie dat geen raadslid is en niet in
zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd
worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de
commissie vergoed.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige
vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke
reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van
de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4,
onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
- 2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in
redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van
reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de
Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 22 Buitenlandse excursie of reis
- 1.
De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming
verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De
gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege
de gemeente georganiseerd.
- 3.
De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor
rekening van de gemeente.
Artikel 23 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een burgercommissielid aan cursussen,
congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door
of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor
rekening van de gemeente.
- 2.
Het burgercommissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres,
seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt
aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in
bij het presidium. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke
informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening
van de gemeente als deelname van belang is in verband met de
vervulling van het commissielidmaatschap.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 24 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of
- c.
een gemeentelijke creditcard.
Artikel 25 Declaratie van vooruit betaalde kosten
- 1.
Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 13 ,
14 , 15 , 19 en 21 wordt gebruik gemaakt van een
declaratieformulier, waarvan het model door het college is
vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn
betaald.
- 2.
Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het
raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient
het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier,
onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen
ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 26 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
- 1.
De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 13 , 14 , 15 ,
16 en 19 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door
het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord
ondertekende factuur aan de gemeente.
- 2.
Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het
begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is
vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
- 3.
Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het
begeleidingsformulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de
griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem
aangewezen ambtenaar.
Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 27 Intrekking oude regeling
De ‘Verordening rechtspositie wethouders-, raads- en commissieleden
Strijen 2008’ wordt ingetrokken.
Artikel 28 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari
2009.
Artikel 29 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie
wethouders, raads- en commissieleden Strijen 2010.