| | Tarief 2019 € | Tarief 2020 € |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: | 5,25% | 5,36% |
| van de bouwkosten met een minimum van | 263,50 | 268,50 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 25.000 of meer bedragen doch niet meer dan € 50.000 | 1.313,00 | 1.340,00 |
| vermeerderd met | 3,64% | 3,71% |
| van het bedrag waarmee die bouwkosten € 25.000 te boven gaan | | |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen: | € 2.223,00 | € 2.268,00 |
| vermeerderd met | 3,33% | 3,40% |
| van het bedrag waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven gaan | | |
2.3.1.2 | Als een bouwplan voldoet aan de sneltoetscriteria van de welstandsnota (waardoor geen advies bij de welstandscommissie hoeft te worden ingewonnen), wordt het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1 verhoogd met | | |
2.3.1.2.1 | Als de bouwkosten lager zijn dan € 5.000 | 41,20 | 42,00 |
2.3.1.2.2 | Indien de bouwkosten € 5.000 of meer bedragen | 82,40 | 84,00 |
2.3.1.2.3 | Als het bouwplan niet voldoet aan de sneltoetscriteria van de welstandsnota, is alsnog een toetsing door de Welstandscommissie noodzakelijk. | | |
2.3.1.3 | Het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1 wordt in verband met de toetsing aan de criteria van de welstandnota door de Welstandscommissie verhoogd: | | |
2.3.1.3.1 | Indien de bouwkosten niet meer dan € 500.000 bedragen | 0,135% | 0,138% |
2.3.1.3.2 | van die bouwkosten met een minimum van | 82,40 | 84,00 |
2.3.1.3.3 | Indien de bouwkosten meer dan € 500.000 en niet meer dan € 1.000.000 bedragen, per bouwplan | 798,00 | 814,00 |
2.3.1.3.4 | Indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 en niet meer dan € 1.500.000 bedragen, per bouwplan | 973,00 | 992,00 |
2.3.1.3.5 | Indien de bouwkosten meer dan € 1.500.000 en niet meer dan € 2.000.000 bedragen, per bouwplan | 1.145,00 | 1.168,00 |
2.3.1.3.6 | Indien de bouwkosten meer dan € 2.000.000 en niet meer dan € 2.500.000 bedragen, per bouwplan | 1.322,00 | 1.348,00 |
2.3.1.3.7 | Indien de bouwkosten meer dan € 2.500.000 en niet meer dan € 5.000.000 bedragen, per bouwplan | 1.595,00 | 1.627,00 |
2.3.1.3.8 | Indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000 en niet meer dan € 7.500.000 bedragen, per bouwplan | 2.015,00 | 2.055,00 |
2.3.1.3.9 | Indien de bouwkosten meer dan € 7.500.000 en niet meer dan € 10.000.000 bedragen, per bouwplan | 2.426,00 | 2.454,00 |
2.3.1.3.10 | Indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000 en niet meer dan € 12.500.000 bedragen, per bouwplan | 2.822,00 | 2.878,00 |
2.3.1.3.11 | Indien de bouwkosten meer dan € 12.500.000 en niet meer dan € 15.000.000 bedragen, per bouwplan | 3.259,00 | 3.324,00 |
2.3.1.3.12 | Indien de bouwkosten meer dan € 15.000.000 bedragen, per bouwplan | 3.676,00 | 3.749,00 |
| Extra welstandstoets | | |
2.3.1.3.13 | Het van toepassing zijnde tarief op grond van subonderdeel 2.3.1 wordt niet verhoogd indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | | |
2.3.1.3.14 | Het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1 wordt in verband met toetsing aan de criteria van de welstandsnota door de Welstandscommissie verhoogd indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders in verband met de grootte en/of complexiteit van het plan een uitgebreide toetsing door het team Ruimtelijke Kwaliteit van Welstandszorg noodzakelijk is, bestaande uit de werkelijke kosten van deze toetsing, na voorafgaande opgave van de kosten. | | |
2.3.1.4 | Verplichte adviezen | | |
2.3.1.4.1 | Verplicht advies agrarische commissie | | |
| Het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1 wordt, indien de aanvraag van een bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een advies van de agrarische commissie wordt vereist, verhoogd met de werkelijke kosten van het uitgebrachte advies | | |
2.3.1.4.2 | Verplicht advies Brabants Heem | | |
| Het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1 wordt, indien de aanvraag van een bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een advies van Brabants Heem wordt vereist, verhoogd met de werkelijke kosten van het uitgebrachte advies | | |
2.3.1.5. | Overige verplichte adviezen | | |
| Het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1 wordt, indien de aanvraag van een bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een extern advies wordt vereist, verhoogd met de werkelijke kosten van dat advies | | |
2.3.1.6 | Achteraf ingediende aanvraag | | |
| Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 150% | 150% |
2.3.1.7 | Beoordeling aanvullende gegevens | | |
| Voor het beoordelen van aanvullende gegevens als gevolg van een onvolledige aanvraag worden geen aanvullende leges geheven. | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
2.3.2.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. | 184,00 | 188,00 |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten; | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | 424,00 | 432,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | 424,00 | 432,00 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | 4.439,00 | 4.527,00 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | 424,00 | 432,00 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | 424,00 | 432,00 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | | |
| | 247,00 | 252,00 |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 500,00 | 510,00 |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | 424,00 | 432,00 |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | 424,00 | 432,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | 424,00 | 432,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | 4.439,00 | 4.527,00 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | 424,00 | 432,00 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | 481,00 | 490,00 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | 248,00 | 253,00 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 499,00 | 509,00 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | 424,00 | 432,00 |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van: | | |
2.3.5.1 | – minder dan 100 m² | 743,00 | 758,00 |
2.3.5.2 | – 100 m² of meer, doch minder dan 500 m² | 743,00 | 758,00 |
2.3.5.3 | vermeerderd met een bedrag per m² van | 2,268 | 2,313 |
2.3.5.4 | – 500 m² of meer, doch minder dan 2.000 m² | 1.651,00 | 1.684,00 |
2.3.5.5 | vermeerderd met een bedrag per m² van | 0,930 | 0,949 |
2.3.5.6 | – 2.000 m² of meer, doch minder dan 5.000 m² | 3.046,00 | 3.107,00 |
2.3.5.7 | vermeerderd met een bedrag per m² van | 0,255 | 0,260 |
2.3.5.8 | – 5.000 m² of meer, doch minder dan 50.000 m² | 3.811,00 | 3.887,00 |
2.3.5.9 | vermeerderd met een bedrag per m² van | 0,082 | 0,084 |
2.3.5.10 | – 50.000 m² of meer | 7.501,00 | 7.667,00 |
2.3.5.11 | vermeerderd met een bedrag per m² van | 0,016 | 0,016 |
2.3.5.12 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een vergunning, als bedoeld in de onderdelen 2.3.5.1 t/m 2.3.5.11 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning, bedraagt het legestarief indien het betreft uitbreiding van die inrichting, met dien verstande dat de: | | |
2.3.5.12.1 | uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruikersoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld onder artikel 2.3.5.1 t/m 2.3.5.11 met dien verstande dat de leges uitsluitend worden berekend over de oppervlakte van de uitbreiding. | | |
2.3.5.12.2 | herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief als vermeld onder de onderdelen 2.3.5.1 t/m 2.3.5.11, met dien verstande dat de leges uitsluitend worden berekend over de oppervlakte van de herindeling, interne verbouwing of het gewijzigd gebruik. | | |
2.3.5.13 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een verklaring van overdracht van een gebruiksvergunning aan een nieuwe eigenaar | 102,00 | 104,00 |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | 186,00 | 190,00 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | 186,00 | 190,00 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 186,00 | 190,00 |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. | 186,00 | 190,00 |
2.3.7.2 | Asbesthoudende materialen | | |
| Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: | 278,00 | 284,00 |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 248,00 | 253,00 |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of de de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 165,00 | 168,00 |
2.3.10 | Kappen | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening ofde Algemene plaatselijke verordening of de gemeentelijke bomenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 46,50 | 47,50 |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: | 125,00 | 127,50 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: | 286,00 | 292,00 |
2.3.12 | Natura 2000-activiteiten | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 41,50 | 42,30 |
2.3.13 | Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 82,50 | 84,00 |
2.3.14 | Andere activiteiten | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. | 244,00 | 249,00 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. | 165,00 | 168,00 |
2.3.14.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. | 82,50 | 84,00 |
2.3.14.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: | 165,00 | 168,00 |
2.3.15 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
2.3.16 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | 84,50 | 86,00 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | 256,50 | 261,50 |
2.3.16.3 | voor de beoordeling van een brandveiligheidrapport | 84,50 | 86,00 |
2.3.16.4 | voor de beoordeling van een ander hiervoor niet genoemd rapport | 84,50 | 86,00 |
2.3.17 | Procedure vaststelling hogere grenswaarde Wet Geluidhinder | | |
| Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het starten van een procedure ter vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet Geluidhinder | 510,00 | 520,00 |
2.3.18 | Archeologische aanvragen | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor een aanvraag waarbij archeologische controle, toetsing en archiefonderzoek wordt verricht: | | |
2.3.18.2 | voor bureauonderzoek | 524,00 | 534,00 |
2.3.18.3 | voor inventariserend veldonderzoek | 524,00 | 534,00 |
2.3.18.4 | voor proefsleuvenonderzoek, inclusief voorafgaand programma van eisen | 524,00 | 534,00 |
2.3.18.5 | bij definitieve opgraving, inclusief voorafgaande programma van eisen en plan van aanpak | 524,00 | 534,00 |
2.3.19 | Advies | | |
2.3.19.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.19.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.20 | Publicatiekosten | | |
| De in titel 2 genoemde bedragen worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van een aanvraag aan de aanvrager meegedeelde werkelijke kosten van wettelijk verplichte openbare kennisgevingen, blijkende uit een begroting die terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van deze rubriek wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van wettelijke verplichte openbare kennisgevingen aan de aanvrager ter kennis is gebracht. | | |
2.3.21 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.21.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.21.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | 500,00 | 510,00 |
2.3.21.1.2 | als een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.21.1.3 | Als een begroting als bedoeld in 2.3.21.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |