Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenwijkerland

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2020 Steenwijkerland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenwijkerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels alleenstaande-ouderkop 2020 Steenwijkerland
CiteertitelBeleidsregels alleenstaande-ouderkop 2020 Steenwijkerland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020Nieuwe regeling

12-12-2019

gmb-2019-313060

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2020 Steenwijkerland

Het college van burgermeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland;

 

overwegende dat met ingang van 1 januari 2015 de norm van een alleenstaande ouder gelijk is aan de norm van een alleenstaande. Alleenstaande ouders komen via een verhoging van het kindgebonden budget in aanmerking voor de alleenstaande-ouderkop1. Een aantal alleenstaande ouders, inclusief gehuwden met niet-rechthebbenden partners, krijgt dit echter niet. De beleidsregels hebben tot doel om vast te stellen of de kosten van levensonderhoud ten behoeve van de kinderen voor deze ouders voortvloeien uit bijzondere individuele omstandigheden (artikel 35 Participatiewet). In het kader van deze beleidsregels wordt de alleenstaande-ouderkop aangemerkt als een voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 van de Participatiewet. De bevoegdheid tot vaststelling van deze beleidsregels ontleent het college aan artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

besluit vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2020 Steenwijkerland.

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgermeester en wethouders van de gemeente Steenwijkerland;

    • b.

      alleenstaande-ouderkop: de aanspraak op een verhoging van het kindgebonden budget als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet op het kindgebonden budget;

    • c.

      AWIR: Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.

Artikel 2 Doelgroep alleenstaande ouder

  • 1.

    Tot de doelgroep behoort de persoon van 21 jaar of ouder die:

    • a.

      alleenstaande ouder is omdat hij duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, Participatiewet,

    • b.

      niet in aanmerking komt voor de alleenstaande-ouderkop omdat hij een partner heeft als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de AWIR, en

    • c.

      geen kostendelende medebewoners en meerderjarige medebewoners jonger dan 21 jaar heeft.

  • 2.

    Tot de doelgroep behoort tevens de persoon van 21 jaar of ouder die:

    • a.

      gehuwd is met een niet-rechthebbende partner met wie hij het hoofdverblijf houdt in dezelfde woning en,

    • b.

      niet in aanmerking komt voor de alleenstaande-ouderkop omdat hij een partner heeft als bedoeld in artikel 3 AWIR.

  • 3.

    Tot de doelgroep behoort tevens de persoon van 21 jaar of ouder die:

    • a.

      gehuwd is met een niet-rechthebbende partner met wie hij niet het hoofdverblijf houdt in dezelfde woning,

    • b.

      niet in aanmerking komt voor de alleenstaande-ouderkop omdat hij een partner heeft als bedoeld in artikel 3 AWIR, en

    • c.

      geen kostendelende medebewoners en meerderjarige medebewoners jonger dan 21 jaar heeft.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid behoort de persoon van 21 jaar of ouder niet tot doelgroep indien zijn niet-rechthebbende partner is uitgesloten van het recht op algemene bijstand op grond van artikel 13, tweede lid, onderdelen c en/of d, van de Participatiewet.

Artikel 3 Bijzondere bijstand

Het college kan op aanvraag aan een persoon die tot de doelgroep beleidsregels alleenstaande ouder behoort periodiek bijzondere bijstand verlenen in aanvulling op zijn algemene bijstand of inkomen.

Artikel 4 Draagkracht

  • 1.

    Het college rekent het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de toepasselijke bijstandsnorm volledig tot de draagkracht.

  • 2.

    Het college rekent het vermogen, voor zover dit meer bedraagt dan de toepasselijke vermogensgrens, volledig tot de draagkracht.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, neemt het college het inkomen van de niet-rechthebbende partner slechts in aanmerking voor zover het inkomen van de gehuwden tezamen, met inbegrip van de bijstand die zou worden verleend indien zijn inkomen niet in aanmerking wordt genomen, meer zou bedragen dan de bijstandsnorm voor gehuwden. Voorwaarde voor toepassing van dit lid is dat de persoon die tot de doelgroep behoort en zijn niet-rechthebbende partner in dezelfde woning het hoofdverblijf houden.

  • 4.

    Onder bijstand als bedoeld in het derde lid wordt mede verstaan de bijzondere bijstand op grond van deze beleidsregels,

Artikel 5 Hoogte bijzondere bijstand

De bijzondere bijstand op grond van deze beleidsregels is lager of gelijk aan de alleenstaande-ouderkop.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Het college kan in gevallen waarin toepassing van deze beleidsregels leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor de belanghebbende, besluiten om op individuele gronden van deze beleidsregels af te wijken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2020 Steenwijkerland.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels zijn met ingang van de eerste dag na publicatie van kracht en werken terug tot 1 januari 2020.

 

Burgemeester en wethouders van Steenwijkerland,

de secretaris,

Judith deGroot

de burgemeester,

RobBats


1

Voor de ingangsdatum van het kindgebonden budget is artikel 2 van de Wet op het kindgebonden budget van belang, luidende: Aanspraak op een kindgebonden budget heeft de ouder voor een kind voor wie aan die ouder op grond van artikel 18 van de Algemene Kinderbijslagwet kinderbijslag wordt betaald of zou worden betaald indien artikel 7, tweede lid van die wet niet van toepassing zou zijn, met dien verstande dat de aanspraak op een kindgebonden budget bestaat met ingang van de kalendermaand na de maand waarin het kind is geboren dan wel tot het huishouden is gaan behoren tot en met de kalendermaand waarin het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt.