Organisatie | Westerveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2020 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 17-12-2019 |
De raad van de gemeente Westerveld;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 november 2019;
gelet op artikel 216, 219 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2020
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belastingen genoemd onder hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van mondelinge dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien in de loop van het belastingjaar het aantal personen dat gebruik maakt van een perceel toeneemt, dan blijft de belastingschuld voor de rest van het belastingjaar ongewijzigd. Bij het begin van het eerst volgend belastingjaar wordt er een aanslag opgelegd naar het aantal personen dat op dat moment gebruik maakt van het perceel.
Artikel 9 Termijnen van betaling in geval van heffing genoemd in artikel 7, lid 1
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in maximaal drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt dat, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 50.000,-- moeten de aanslagen in 8 gelijke termijnen worden betaald, waarvan de eerste termijn vervalt op laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Indien de laatste dag van de maand valt op een dag waarop er geen betalingsverkeer mogelijk is via de bank, dan zal de desbetreffende termijn worden afgeschreven op de laatste dag van de maand waarop wel betalingsverkeer mogelijk is. De exacte vervaldata worden vermeld op het aanslagbiljet.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de acht termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn lid 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Hoofdstuk III Aanvullende bepalingen
De “Verordening Afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2019” van 18 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij wel van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van 17 december 2019.
de raadsgriffier, de voorzitter,
R. J. van der Veen H. Jager
Behoort bij raadsbesluit van de gemeente Westerveld van 17 december 2019.
de raadsgriffier,
R. J. van der Veen
Tarieventabel behorende bij de “Verordening Afvalstoffenheffing 2020”
De bedragen genoemd in deze tabel zijn exclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing