Organisatie | Cranendonck |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Cranendonck 2019 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Cranendonck 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2019 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 17-12-2019 |
Gezien het voorstel van het presidium van de gemeente Cranendonck d.d. 14 november 2019
Gelet op de artikelen 95 eerste en tweede lid, 96 eerste en tweede lid, en 97, 98 en 99 van de Gemeentewet en [de ]artikel[en] [3.1.1, vijfde lid,] 3.1.3, eerste lid[, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
Vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Cranendonck 2019
Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie
Aan een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt, overeenkomstig artikel 3.1.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend ter hoogte van 25% de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Artikel 3. Toelage raadslid bijzondere commissie
Raadsleden die lid zijn van een door de gemeenteraad ingestelde bijzondere commissie en waarvan de gemeenteraad vaststelt dat deze commissie een zodanig belang dient dat de belasting en tijdsbeslag redelijkerwijs niet geacht kunnen worden te behoren tot het reguliere werk van een raadslid, ontvangen ten laste van de gemeente een toelage van maximaal € 50,00 per maand voor de duur van de activiteiten van de commissie.
Artikel 4. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden
Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand,, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
Artikel 5. Reis- en verblijfkosten raadsleden en commissieleden voor reizen binnen de gemeente
Voor raads- en commissieleden wordt, gezien het bepaalde in artikel 3.1.7 en 3.4.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, een forfaitaire vergoeding van € 12,50 per maand vastgesteld.
Artikel 6. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente
Artikel 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
Artikel 8. Hogere vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van de vergaderingen
Een commissielid wordt een vergoeding toegekend van 100% van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak op maakt als:
Artikel 9. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 11. Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Artikel 13. Intrekking oude Verordening en Regeling
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 en de Regeling verstrekking digitale middelen ten behoeve van digitaal vergaderen, worden ingetrokken.