Organisatie | Hellendoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening afvalstoffenheffing 2020 |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening afvalstoffenheffing 2020 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2019 | 08-02-2020 | nieuwe regeling | 18-12-2019 | 2019-034230 |
Nijverdal, 18 december 2019 Nr. 2019-034230
De raad van de gemeente Hellendoorn;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
b e s l u i t: vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2020
Artikel 1 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
In deze verordening wordt verstaan onder:
hoogbouwcomplex: een verzameling percelen, gesitueerd in één gebouw over verschillende bouwlagen, die niet afzonderlijk afvalcontainers in bruikleen hebben, doch gebruik kunnen maken van (een) gemeenschappelijke afvalcontainer(s), die ten behoeve van dat hoogbouwcomplex daar door de gemeente is/zijn geplaatst;
De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting, bedoeld in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving, aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang van de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld bedoeld in hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 van de tarieventabel
De belasting is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 10 Termijnen van betaling voor de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 5.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het tweede lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in maximaal tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Termijnen van betaling voor de belasting, bedoeld in de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 van de tarieventabel
Aan de belastingschuldige die niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen en conform
waarbij 100 procent van de bijstandsuitkering wordt aangemerkt als kosten van bestaan, kan bij de invordering van de afvalstoffenheffing, die wordt geheven op grond van hoofdstuk 1 van de tarieventabel, geheel of gedeeltelijk kwijtschelding worden verleend.
Artikel 13 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
met dien verstande dat het college van burgemeester en wethouders de raad zo snel mogelijk achteraf informeert over de toegepaste bevoegdheid.
De "Verordening afvalstoffenheffing 2019", vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2018, nr. 18INT02654, gewijzigd bij raadsbesluit van 5 februari 2019, nr. 2019-002588, gewijzigd bij raadsbesluit van 24 september 2019, nr. 2019-027405, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2019, nr. 2019-034230.