Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tytsjerksteradiel

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tytsjerksteradiel houdende regels omtrent de heffing en invordering van reinigingsrechten (Verordening reinigingsrechten 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTytsjerksteradiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Tytsjerksteradiel houdende regels omtrent de heffing en invordering van reinigingsrechten (Verordening reinigingsrechten 2020)
CiteertitelVerordening reinigingsrechten 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2019.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-201901-01-2021nieuwe regeling

12-12-2019

gmb-2019-312243

Z2019-11575

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tytsjerksteradiel houdende regels omtrent de heffing en invordering van reinigingsrechten (Verordening reinigingsrechten 2020)

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellin­gen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieven­tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten bedoeld bij de punten 1,2,3 en 4 van de tarieventabel worden geheven door middel van een nota, bon of andere gedagtekende kennisgeving waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld voor de rechten

De rechten bedoeld bij punt 1,2,3 en 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

De op grond van artikel 6, geheven rechten moeten worden betaald:

  • a.

    ingeval van uitreiking van de kennisgeving:

    op het tijdstip van uitreiking (gemeentelijke milieustraat);

  • b.

    ingeval van toezending van de kennisgeving:

    binnen 14 dagen na de dagtekening.

Artikel 9 Kwijtschelding van belasting

De mogelijkheid van kwijtschelding wegens onvermogen, als bedoeld in artikel 255 van de Gemeentewet juncto artikel 26 van de Invorderingswet 1990, is niet van toepassing op de rechten genoemd in deze verordening.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrek­king tot de heffing en de invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrechten 2019" vast­gesteld in de raadsvergadering d.d. 20 december 2018 als mede de bij­behorende tarieventabel 2019, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsrechten 2020”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2019.

De raad voornoemd,

de adjunct-raadsgriffier

mr. A. Dam

de raadsvoorzitter

drs. L.J. Gebben

Bijlage 1 Tarieventabel behorende bij de Verordening reinigingsrechten 2020

 

gemeente Tytsjerksteradiel

 

Reinigingsrechten 2020

 

  • 1.

    Tarieven Groenafval

Halen door eigen dienst van gemeente Tytsjerksteradiel:

takken en snoeiafval per gehaalde hoeveelheid

tot en met 2 m3 € 17,50;

elke m3 (of deel daarvan) meer een verhoging met € 7,25.

Zelf brengen is gratis

 

  • 2.

    Uitgifte minicontainers

Particulier incidenteel gebruik afvalbakken/container:

het gebruik extra groene bak/gft, 2 wekelijkse lediging

en zomer route (7) € 21,50;

particulier gebruik van grijze/restafvalbak, 2 wekelijkse lediging € 150,00.

 

  • 3.

    Tarieven Milieustraat

Tarieven bij de toegangspoort milieustraat indien ongesorteerd:

auto of kleiner vervoer € 5,00;

auto met kar enkelasser € 12,00;

auto met kar tandemasser € 35,00.

Zelf brengen, gesorteerd aanleveren is gratis

 

  • 4.

    Incidentele dienstverlening

ledigen van beer- en zinkputten, septictanks en het

verwijderen van de daaruit komende stoffen per rit

van de kolkenzuiger/tankwagen

incl. vrij graven en incl. btw. € 260,80

excl. vrij graven en incl. btw. € 218,05

 

Behoort bij het raadsbesluit van de gemeente Tytsjerksteradiel, vergadering 12 december 2019, punt 11.

 

De adjunct-raadsgriffier,