overwegende dat:
- -
op 17 oktober 2019 de Verordening bedrijveninvesteringszone Buurtschap Centrum 2005 Den Haag 2020 is vastgesteld;
gelet op:
- -
de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a en derde lid van de Gemeentewet; en
- -
de betreffende bepalingen van de Verordening bedrijveninvesteringszone Buurtschap Centrum 2005 Den Haag 2020;
- -
alsmede artikel 3:17, tweede lid van de Organisatieregeling Gemeente Den Haag 2019 in verbinding met het Uitvoeringsbesluit Gemeentebelastingen;
besluit vast te stellen de Uitvoeringsregeling bedrijveninvesteringszone Buurtschap Centrum 2005 Den Haag 2020:
Artikel 1 Rente
- 1.
Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingen is vastgesteld.
- 2.
Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.
- 3.
Ingeval op grond van artikel 25 van de Invorderingswet 1990 uitstel van betaling is verleend wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 23,00 niet te boven gaat.
Artikel 2 Slotbepalingen
- 1.
De Uitvoeringsregeling Verordening Bedrijveninvesteringszone “Buurtschap Centrum 2005” Den Haag 2015 wordt op 1 januari 2020 ingetrokken, met dien verstande dat de bepalingen van die uitvoeringsregeling van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.
- 2.
Deze uitvoeringsregeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Verordening bedrijveninvesteringszone Buurtschap Centrum 2005 Den Haag 2020 in werking treedt.
- 3.
Deze regeling kan worden aangehaald als: Uitvoeringsregeling bedrijveninvesteringszone Buurtschap Centrum 2005 Den Haag 2020.
Den Haag, 3 december 2019
Het college van burgemeester en wethouders,
de wnd. secretaris,
Dineke ten Hoorn Boer
de wnd. burgemeester,
Johan Remkes