Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oostzaan

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oostzaan houdende regels omtrent de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing (Verordening Afvalstoffenheffing 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOostzaan
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Oostzaan houdende regels omtrent de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing (Verordening Afvalstoffenheffing 2020)
CiteertitelVerordening Afvalstoffenheffing 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Deze regeling vervangt de Verordening Afvalstoffenheffing 2019.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-12-201901-01-2021nieuwe regeling

16-12-2019

gmb-2019-311878

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Oostzaan houdende regels omtrent de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing (Verordening Afvalstoffenheffing 2020)

De Raad van de gemeente Oostzaan

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

 

Besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2020

(Verordening afvalstoffenheffing 2020)

ARTIKEL 1 DEFINITIES

In deze verordening wordt verstaan onder “gebruik maken”: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

ARTIKEL 2 AARD VAN DE BELASTING EN BELASTBAAR FEIT

  • 1.

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

ARTIKEL 3 BELASTINGPLICHT

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

ARTIKEL 4 MAATSTAF VAN HEFFING EN BELASTINGTARIEVEN

  • 1.

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon: € 272,75;

  • 2.

    Indien dat perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon € 336,75.

ARTIKEL 5 BELASTINGJAAR

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

ARTIKEL 6 WIJZE VAN HEFFING

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

ARTIKEL 7 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN HEFFING NAAR TIJDSGELANG

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    Voor belastingbedragen van minder dan €10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van een op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

ARTIKEL 8 TERMIJNEN VAN BETALING

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 100,00 en minder is dan € 5.000,00, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.

ARTIKEL 9 INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

  • 1.

    De Verordening Afvalstoffenheffing 2019 van 18 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening Afvalstoffenheffing 2020”.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2019.

De Raad voornoemd

de raadsgriffier,

mw. E.H.M. Ouwehand

de voorzitter,

R. Meerhof