Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een vermakelijkhedenretributie 2020 |
Citeertitel | Verordening vermakelijkhedenretributie 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | ter vervanging van Verordening vermakelijkhedenretributie 2019 | 17-12-2019 | 19.16606 |
Vermakelijkheid verstaan: een activiteit, waarbij wordt beoogd of mede beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen, of waarbij het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemde of geschikte, voor eenieder na betaling toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren etc.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam vermakelijkhedenretributie worden rechten geheven ter zake van het geven van vermakelijkheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen.
Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid wordt gegeven.
Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over het jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
De verordening op de heffing en invordering van een vermakelijkhedenretributie 2019, vastgesteld op 18 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van de ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.