Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening lijkbezorgingsrechten 2020 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2018 door de raad van Stichtse Vecht.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2019 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 17-12-2019 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder
a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaats(en) in Breukelen (incl. RK gedeelte),
Kockengen (incl. RK gedeelte), Nieuwer Ter Aa, Loenen aan de Vecht, Vreeland en Maarssen;
b. particulier graf : een graf, waarvoor tot een bepaalde periode aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
c. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
d. urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;
e. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt
geboden tot het doen begraven van lijken en/ of het bijzetten van
f. particulier urnengraf: een graf, waarvoor tot een bepaalde periode aan een natuurlijk of
rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;
g. particulier kindergraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend
recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken
h. columbarium: een van gemeentewege beschikbaar te stellen element, waarvoor aan
een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het
bijzetten en bijgezet houden van asbussen;
i. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
j. grafbedekking: grafmonument, gedenkteken of grafbeplanting op een eigen graf of
k. reserveren graf: vestigen van het uitsluitend recht (zie bij b), anders dan voor directe
l. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerder lijken
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Bij een reservering worden uitsluitend kosten uit hoofdstuk 1 in rekening gebracht. Bij werkelijk in gebruik nemen van het graf ontstaat ook belastingplicht conform andere hoofdstukken van de tarieventabel.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
1. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
2. Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Alle rechten, niet zijnde die van hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.
2. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.
3. Uitsluitend bij verlenging van grafrechten en onderhoudstermijnen is betaling in maximaal 6 termijnen binnen een jaar mogelijk.
1. De ‘Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2019’ van 18 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2020'