Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Statuut van de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over treasurybeleid en beheer (Treasurystatuut gemeente Zutphen 2019) |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Zutphen 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Dit statuut vervangt het Treasurystatuut, zoals vastgesteld op 15 februari 2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 16-12-2019 | 149194 |
De raad van de gemeente Zutphen en het college van burgemeester en wethouders, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2019 met nummer 149194;
overwegende, dat het gewenst is regels te stellen over het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie;
gelet op artikel(en) 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden en 12 van de Financiële verordening gemeente Zutphen 2019;
Statuut van de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over treasurybeleid en beheer (Treasurystatuut gemeente Zutphen 2019)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
treasuryfunctie: omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële positie en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit verschillende deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, uitzettingen en kasbeheer;
Artikel 3 Uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak
Voor uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak gelden de volgende algemene uitgangspunten:
bij een voorgenomen besluit tot het verstrekken van een lening, een garantie of het aangaan van een financiële participatie uit hoofde van de publieke taak wordt, afhankelijk van de aard van de activiteit of hoogte van het risicoprofiel, de raad in de gelegenheid gesteld om zijn wensen en bedenkingen over het voorgenomen besluit ter kennis van het college te brengen. Het college maakt per verstrekking de afweging om een voorgenomen verstrekking aan de raad voor te leggen.
Een garantie kan onder de volgende voorwaarden worden verstrekt:
de financiële gevolgen van de geldlening waarvoor garantie wordt verstrekt kunnen aantoonbaar binnen de exploitatie van de aanvrager worden opgevangen. Tot bewijs hiervan moeten een begroting en meest recente jaarrekening worden overgelegd. Na een garantieverlening moet jaarlijks een verklaring (bijvoorbeeld jaarrekening) worden overgelegd waaruit blijkt dat de exploitatie daadwerkelijk een sluitend karakter heeft en voldaan is aan de rente- en aflossingsverplichtingen;
Artikel 5 Uitzettingen uit hoofde van treasury
Voor tijdelijke uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten:
uitzettingen worden gedaan conform de Wet fido en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Gelden kunnen worden aangehouden op een rekening-courant of een deposito. De keuze van het uitzetten op een rekening-courant of een deposito wordt bepaald op basis van de liquiditeitenplanning en de rentevisie van de gemeente;
Artikel 6 Gemeentefinanciering
Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende algemene uitgangspunten:
zowel bij kortlopende als langlopende financieringsmiddelen vraagt het college offertes op bij minimaal drie financiële ondernemingen voordat een financiering wordt aangetrokken. De voordeligste aanbieding wordt gekozen. Bij gelijke prijs wordt gekozen voor de huisbankier van de gemeente. De in de regel telefonisch ontvangen offertes worden intern schriftelijk vastgelegd;
Bij het saldobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
aan de hand van de liquiditeitenplanning worden de geldstromen op gemeenteniveau zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, zodat het liquiditeitsgebruik wordt beperkt. Het college ziet er hierbij op toe dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;
Artikel 8 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Voor de administratieve organisatie en interne controle gelden de volgende algemene uitgangspunten:
De raad en het college kunnen één of meer artikelen van dit statuut en de bij dit statuut behorende bijlage 1 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus besloten op 12 november 2019,
Het college van burgemeester en wethouders,
De burgemeester, de secretaris,
Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Zutphen,
gehouden op: 16 december 2019.
De voorzitter, de griffier,
Bijlage 1 Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en informatievoorziening, behorende bij het Treasurystatuut gemeente Zutphen 2019
Artikel I Taken en verantwoordelijkheden
In onderstaande tabel zijn de taken en verantwoordelijkheden uit hoofde van treasury vastgelegd:
In onderstaande tabel zijn de bevoegdheden bij de treasuryactiviteiten en de daarbij benodigde autorisatie vastgelegd:
Aanvragen en vaststellen van kredietfaciliteiten inzake bankzaken | |||
Verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak | |||
Artikel III Informatievoorziening
In onderstaande tabel is bepaald wie, wanneer en door wie van informatie over de treasuryactiviteiten wordt voorzien:
In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) worden de kaders gesteld voor een verantwoorde, prudente (zorgvuldige/ risicomijdende) en professionele inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie van decentrale overheden. De Wet fido definieert de treasuryfunctie daarbij als alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op:
Het gemeentebestuur van Zutphen onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Mede als gevolg van de Wet fido wenst het gemeentebestuur haar activiteiten op het gebied van treasury op een zo transparant en beheersbaar mogelijke wijze in te richten.
Hiervoor worden twee instrumenten op het gebied van treasury gehanteerd. Allereerst dit treasurystatuut, waarin de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie wordt vastgelegd in de vorm van doelstellingen, randvoorwaarden en richtlijnen.
Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Naast het treasurystatuut worden jaarlijks de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury weergegeven. Dit gebeurt in de paragraaf financiering van de begroting en het jaarverslag.
Bij het opstellen van het treasurystatuut is rekening gehouden met de bepalingen van de wettelijke kaders in de Gemeentewet, de Wet fido en daarmee samenhangend de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden, de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV).
Om de transparantie van het treasurystatuut te bevorderen is, voor zover dit relevant is, aansluiting gezocht bij de door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde “Handreiking Treasury”.
In dit treasurystatuut zijn allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury, te weten: risicobeheer, gemeentefinanciering, uitzettingen en kasbeheer. Vervolgens zijn in dit statuut de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie geformuleerd. Daarbij ligt het accent op de eenduidigheid bij de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Tot slot zijn de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden. De taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden alsmede de bepalingen over de informatievoorziening zijn neergelegd in de bijlage 1, zoals die bij dit Treasurystatuut behoort.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in dit statuut gebruikte begrippen omschreven. De meeste begrippen spreken voor zich, zodat deze geen nadere toelichting behoeven.
Bij het begrip derivaten (onderdeel b.) wordt als toelichting nog vermeld dat de onderliggende waarde een financieel product, zoals een lening of obligatie, kan zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.
Artikel 2 Doelstellingen treasuryfunctie
In dit artikel zijn de algemene doelstellingen van de treasuryfunctie beschreven. Deze doelstellingen spreken voor zich.
Artikel 3 Uitzettingen en garanties uit hoofde van de publieke taak
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Omdat een garantie ook kwalificeert als subsidie in de zin van artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht is het zaak dat in voorkomend geval ook de bepalingen over subsidie in de Algemene wet bestuursrecht, en eventueel de gemeentelijke Algemene subsidieverordening, er op worden nageslagen, als een garantie wordt verstrekt. Er moet in ieder geval aan deze voorwaarden zijn voldaan, wil een garantie kunnen worden verstrekt.
Artikel 5 Uitzettingen uit hoofde van treasury
In feite wordt in dit artikel herhaald wat elders in hogere wet- en regelgeving is bepaald. Omwille van de duidelijkheid is deze bepaling echter in dit statuut opgenomen.
Artikel 6 Gemeentefinanciering
In dit artikel zijn de algemene uitgangspunten bij het aantrekken van financieringen vermeld. Deze uitgangspunten behoeven geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 8 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting. In de bijlage 1 bij dit statuut zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de treasuryactiviteiten neergelegd, net als dat in de bijlage 1 de informatievoorziening over de treasuryfunctie is neergelegd. De inhoud van de bijlage sluit aan bij de praktijk, zoals die in de loop der tijd is gevormd. Omwille van eenvoudige besluitvorming zijn de vermelde zaken in een bijlage opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat als er zich wijzigingen voordoen bij de in de bijlage 1 vermelde zaken, het gehele statuut aangepast moet worden.
Op grond van dit artikel kunnen de raad en het college één of meer artikelen van dit statuut buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de statuut. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat dit statuut op dat punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.
Artikel 10 Intrekking oude regeling
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.