Organisatie | Uitgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2020 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting Uitgeest 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2019 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 12-12-2019 |
Gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden worden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van dit tijdvak, de belasting zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het tijdvak resteren.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in deze verordening bepaalde.
Indien de belasting wordt geheven naar jaartarieven is het belastingtijdvak het kalenderjaar waarin voorwerpen aanwezig zijn. In de overige gevallen is het belastingtijdvak het kwartaal, de maand, de week of de dag waarin de voorwerpen aanwezig zijn, met dien verstande dat ook heffing voor elk belastbaar feit afzonderlijk kan plaatsvinden.
Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en de voorwerpen zijn verwijderd voor het verstrijken van dit jaar, wordt op aanvraag van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over de na verwijdering resterende volle maanden van het belastingtijdvak.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand, volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
De Verordening precariobelasting Uitgeest 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Uitgeest, gehouden op 12 december 2019.
Mevrouw W.J.Vrolijk-Gevaert
griffier
Mevrouw W.J.A.Verkleij
voorzitter
TARIEVENTABEL 2020 als bedoeld in artikel 5 van de Verordening Precariobelasting 2020
1.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van een kraam, verkoopwagen of soortgelijk voorwerp of een standplaats (met uitzondering van standplaatsen op de reguliere weekmarkt en de kermis):
2.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van een terras:
3.1 De belasting bedraagt voor het hebben van een tent (t.b.v. feest, dansen e.d.):
3.2 Het tarief bedraagt voor circussen, motor(auto)-acrobatiekshow, bungeejumping en vergelijkbare activiteiten per dag bij het in gebruik nemen van:
Bij de berekening van de verschuldigde belasting wordt uitgegaan van de totale oppervlakte van de (het) in gebruik genomen grond (terrein), inclusief het opslaan/stallen van materialen/materieel en de aanwezigheid van voorzieningen (zoals zitplaatsen, tribunes) t.b.v. het publiek.
3.3 Het tarief bedraagt voor het houden van de navolgende activiteiten:
Braderie, snuffel- en rommelmarkten e.d. per kraam of verkoopwagen of soortgelijk voertuig:
3.4 Het tarief is niet verschuldigd voor terrassen op Koningsdag en Bevrijdingsdag.
4.1 Het tarief bedraagt voor het hebben van een container, afvalbak of soortgelijk voorwerp langer dan
4.2 Het tarief bedraagt voor het hebben van bouwmaterialen op de openbare weg langer dan
4.3 Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, voor zover niet in de hierboven vermelde onderdelen een bijzonder tarief is vastgesteld:
4.4 Onder weg wordt verstaan hetgeen onder “Weg” en “Openbaar water” wordt begrepen in artikel 1.1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening, voor zoveel zij eigendom zijn van de gemeente Uitgeest.