Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiderdorp

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten 2020)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiderdorp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten 2020)
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening lijkbezorgingsrechten 2019.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-12-201901-01-2021nieuwe regeling

16-12-2019

gmb-2019-310410

Z023525B56D

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten 2020)

De raad van de gemeente Leiderdorp;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2019,

nr. Z/19/080496/153829;

 

gezien het advies van het politiek forum van 9 december 2019;

 

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de

Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2020.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Hoogmadeseweg, met

  • a.

    inbegrip van het bijzondere gedeelte van de begraafplaats in gebruik bij de rooms-katholieke gemeenschap;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot :

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken of overblijfselen daarvan;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    columbarium: een muur, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen en urnen;

  • g.

    dag: periode van 0.00 tot 24.00 uur of een gedeelte daarvan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk, overblijfselen van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van kinderen minder dan 1 jaar oud die met de overleden moeder in een kist worden begraven;

  • c.

    een graf dat is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders als een oorlogsgraf.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende Tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de Tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.3 van de Tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2.1 en 4.3 van de Tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2.1 van de Tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2.1 van de Tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2.1. en 4.3. van de Tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Verzending van de kennisgeving

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van de kennisgeving, ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 voor de met de invordering van gemeentelijke belastingen belaste gemeenteambtenaar een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt.

Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2019” van 17 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2020.

Vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad van Leiderdorp op 16 december 2019,

de griffier,

de heer B.A.M. Rijsbergen

de voorzitter

mevrouw L.M. Driessen – Jansen

Bijlage Tarieventabel behorende bij Verordening lijkbezorgingsrechten 2020.

Rubriek

Omschrijving

Euro

 

 

 

HOOFDSTUK 1: VERLENEN VAN RECHTEN

 

1.1  

Het tarief bedraagt voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf

 

 

en de inschrijving daarvan in het daartoe bestemde register voor

 

 

een periode van 30 jaar:

 

1.1.1

per graf

3.305,00.

1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een

 

 

aanvraag voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld

 

 

in rubriek 1.1 met een periode van 10 jaar, één derde van het

 

 

bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend

 

 

recht, te weten:

1.101,00.

 

 

 

HOOFDSTUK 2: BEGRAVEN

 

2.1              

Het tarief bedraagt voor het begraven van een lijk van een persoon

 

 

van 12 jaar of ouder bij begraven op:

 

2.1.1

maandag t/m vrijdag

1.134,00;

2.1.2

op zaterdag

1.421,00.

2.2

Het tarief bedraagt voor het begraven van een lijk van een kind

 

 

beneden 1 jaar bij begraven op:

 

2.2.1

maandag t/m vrijdag

294,00;

 

zaterdag

370,00.

2.3

Het tarief bedraagt voor het begraven van een lijk van een kind

 

 

beneden 12 jaar bij begraven op:

 

2.3.1

maandag t/m vrijdag

945,00;

2.3.2

zaterdag

1.181,00.

2.4

Het tarief bedraagt voor het begraven van een lijk van een persoon

 

 

die geen enkele binding heeft gehad met de gemeente Leiderdorp

 

 

en geen eigen graf heeft, bij begraven op:

 

 

maandag t/m vrijdag

1.706,00;

 

zaterdag

2.136,00.

2.5              

De tarieven vermeld onder 2.1 tot en met 2.4 worden voor het

 

 

begraven op buitengewone uren, zoals deze zijn vastgesteld in

 

 

artikel 10, derde lid, van de Beheersverordening begraafplaatsen

 

 

Leiderdorp 1994 verhoogd met:

370,00.

2.6              

Het tarief bedraagt voor de huur van een algemeen keldergraf voor

 

 

De duur van maximaal 15 jaar

1013,00.

 

 

 

HOOFDSTUK 3: BIJZETTEN ASBUS OF URN

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het bijzetten van een asbus of urn:

 

3.1.1

in een columbarium, exclusief een inscriptie van de naamplaat:

 

3.1.1.1

voor een periode van 20 jaar

1.789,00;

3.1.1.2

voor een periode van 15 jaar

1.341,00;

3.1.1.3

Voor een periode van 10 jaar

894,00;

3.1.1.4

voor een periode van 5 jaar

446,00;

3.1.2

in een eigen of algemeen graf

964,00.

3.1.3

Het tarief bedraagt voor een verlenging van een termijn als bedoeld

 

 

in rubriek 3.1.1 met 10 jaar

894,00.

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het bijplaatsen van een tweede urn in een

 

 

Columbarium 50% van de tarieven genoemd in rubriek 3.1.1.

 

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het bijzetten van een asbus of urn:

 

3.1.5.1

in een urnenkelder, exclusief een inscriptie van de naamplaat:

 

3.1.5.2

voor een periode van 20 jaar

1.789,00;

3.1.5.3

voor een periode van 15 jaar

1.341,00;

3.1.5.4

voor een periode van 10 jaar

894,00;

3.1.5.5

voor een periode van 5 jaar

446,00.

3.1.5.6

Het tarief bedraagt voor het bijplaatsen van een tweede asbus of urn

 

 

in een urnenkelder 50% van de tarieven genoemd in rubriek 3.1.5

 

3.1.5.7

Het tarief bedraagt voor het bijplaatsen van een derde asbus of urn

 

 

in een urnenkelder 25% van de tarieven genoemd in rubriek 3.1.5

 

3.1.5.8

Het tarief bedraagt voor het bijplaatsen van een vierde asbus of urn

 

 

in een urnenkelder 25% van de tarieven genoemd in rubriek 3.1.5

 

 

 

 

3.2

Het tarief bedraagt voor asbestemming door verstrooiing:

 

3.2.1

op het strooiveld

120,00;

3.2.2

op het strooiveld in aanwezigheid van familie/vrienden

205,00;

3.3

Voor het op zaterdag bijzetten van een asbus of urn of voor

 

 

asbestemming door verstrooiing op het strooiveld, worden de

 

 

tarieven als bedoeld in 3.1.1. t/m 3.2.2 verhoogd met

370,00.

 

 

 

HOOFDSTUK 4: GRAFBEDEKKING EN ONDERHOUD

 

4.1  

Het tarief bedraagt tot het plaatsen van een gedenkteken, kruis of zerk,

 

 

als bedoeld in artikel 18 van de Beheersverordening begraafplaatsen

 

 

Leiderdorp 1994:

 

4.1.1

voor een nieuw monument

63,00;

4.1.2

voor bijplaatsing of vervanging van een bestaand monument

25,00.

4.2

Het tarief bedraagt voor het door of vanwege de gemeente

 

 

onderhouden van een grafruimte:

 

4.2.1

voor een eigen graf, per jaar

125,00;

4.2.2

voor een algemeen graf, éénmalig

773,00.

4.3

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2.1. kunnen worden afgekocht

 

 

voor een periode van minimaal 5 tot maximaal 30 jaren tegen betaling

 

 

van een afkoopsom voor bepaalde tijd door voldoening van een

 

 

bedrag bepaald volgens onderstaande tabel.

 

 

De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van

 

 

afkoop nog te verschijnen belastingbedragen en wordt berekend door

 

 

vermenigvuldiging van het jaarlijkse belastingbedrag met de hierna te

 

 

noemen factor:

 

aantal jaren waarvoor wordt afgekocht

vermenigvuldigingsfactor

 

30

30

3.750,00;

25

25

3.125,00;

20

20

2.500,00;

15

15

1.875,00;

10

10

1.250,00;

5

5

625,00.

 

 

 

HOOFDSTUK 5: OPGRAVEN EN RUIMEN

 

5.1             

Het tarief bedraagt voor het opgraven van een lijk of de

 

 

overblijfselen van een lijk en na het opgraven weer begraven

 

 

in een ander graf op de begraafplaats

1.756,00.

5.2

Het tarief bedraagt voor het opgraven of verwijderen van een

 

 

asbus of urn

965,00.

5.3  

Het tarief bedraagt voor het na opgraving weer terugplaatsen

 

 

van een asbus of urn

700,00.

5.4

Het tarief bedraagt voor het ruimen van een graf op verzoek van de

 

 

belanghebbende per lijk of overblijfselen daarvan

1047,00.

 

 

 

HOOFDSTUK 6: GEDENKTEKENS

 

6.1           

Het tarief bedraagt voor het op verzoek afnemen en terugplaatsen

 

 

van grafdekking:

 

6.1.1

bij een staande gedenksteen

210,00;

6.1.2

bij een liggende gedenksteen

311,00.

 

 

 

HOOFDSTUK 7: OVERIGE HEFFINGEN

 

7.1

Het tarief bedraagt voor het opbaren van een lijk in de aula per dag

175,00.

7.2

Het tarief bedraagt voor het gebruik van de aula voor bijeenkomst,

 

 

condoleren e.d., inclusief gebruik muziekapparatuur:

 

 

per vooraf overeengekomen eenheid van 60 minuten of gedeelte

 

 

daarvan

116,00;

7.3

per 15 minuten of gedeelte daarvan waarmee de vooraf

 

 

overeengekomen tijdsduur wordt overschreden

27,00.

7.4             

Het tarief bedraagt voor het luiden van de klokken bij een

 

 

begrafenis of bij het bijzetten van een asbus of urn (vanaf de aula

 

 

tot aan het graf)

33,00.

 

Behorende bij het raadsbesluit van 16 december 2019, nr. Z/19/080496/165625.

 

De griffier,

 

De Heer B.A.M. Rijsbergen