Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Maas en Waal

Lokale Integrale Veiligheidsplan 2020-2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Maas en Waal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLokale Integrale Veiligheidsplan 2020-2022
CiteertitelLokale Integrale Veiligheidsplan 2020-2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpLokale Integrale Veiligheidsplan 2020-2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 38b, eerste lid, van de Politiewet 2012

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020nieuwe regeling

12-12-2019

gmb-2019-310374

Z.7476

Tekst van de regeling

Intitulé

Lokale Integrale Veiligheidsplan 2020-2022

Gemeente West Maas en Waal

 

Vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 2019

Inwerkingtreding: 1 januari 2020

 

Voorwoord

 

 

Veiligheid is één van de belangrijkste levensbehoeften van onze inwoners. Veel partijen hebben hier invloed op, zoals ondernemers, maatschappelijke organisaties, de politie, de brandweer, het Openbaar Ministerie (OM) en natuurlijk de inwoners zelf. De inzet is alleen effectief als alle partijen op een goede manier samenwerken. De regie hierop is de verantwoordelijkheid van de gemeente, maar we kunnen het niet alleen. Mede om deze reden besloten in 2015 de zes gemeenten1 binnen het basisteam Tweestromenland voor het eerst een gezamenlijk Integraal Veiligheidsplan (IVP) op te stellen. Criminaliteit en veiligheid trekken zich namelijk niets aan van gemeentegrenzen en daarom is samenwerking met andere gemeenten op veiligheidsgebied van groot belang. In 2019 heeft de gezagsdriehoek2 Tweestromenland opnieuw een gezamenlijk Integraal Veiligheidsplan3 vastgesteld.

 

Het IVP 2019-2022 benoemt de prioriteiten en strategische thema’s op het gebied van veiligheid voor vier jaren voor de zes gemeenten van Tweestromenland. Dit lokale Integrale Veiligheidsplan 2020-2022 (LIVP) werkt het IVP verder uit voor onze eigen gemeente.

 

Het doel van dit IVP is dat we op het gebied van veiligheid afspreken hoe we de regionale prioriteiten willen bereiken. Daarvoor moeten we vanuit het lokale oogpunt eerst een aantal vragen aan onszelf stellen, zoals: Wat betekenen de prioriteiten uit het IVP voor het lokale beleid? Welke kant willen wij op binnen deze prioriteiten? En zijn er lokale thema’s te benoemen – die in het IVP niet genoemd zijn - waar we op veiligheidsgebied binnen onze gemeente de komende jaren aan willen werken?

 

Op basis van dit LIVP wordt tweejaarlijks een operationeel uitvoeringsplan opgesteld waarin we onze doelen en prioriteiten vertalen naar concrete acties. Per prioriteit geven we aan wie wanneer welke acties onderneemt. Dit uitvoeringsplan is leidend maar biedt ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en omstandigheden. Het uitvoeringsplan wordt begin 2020 vastgesteld door het college van B&W en ter kennisname aan de gemeenteraad van West Maas en Waal aangeboden.

 

 

Inhoudsopgave

 

 

1. Welke prioriteiten zijn er gesteld in het regionale Integrale Veiligheidsplan?

1.1 Prioriteiten

1.1.1 Ondermijning

1.1.2 Zorg en veiligheid

1.1.3 Vroegsignalering

 

2. Veiligheid in West Maas en Waal

2.1 Veiligheid is een randvoorwaarde voor leefbaarheid

2.2 Bestuurlijke uitgangspunten van het lokale veiligheidsbeleid

2.3 Maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen

2.3.1 Veranderende rol van de inwoner

2.3.2 Veranderende rol van de overheid

2.3.3 Meer integrale samenwerking met (keten)partners

 

3. Aanpak ondermijning in West Maas en Waal

3.1 Georganiseerde criminaliteit

3.1.1 Aanpak georganiseerde criminaliteit

3.1.1.1 Bewustwording bij het bestuur en het ambtenarenapparaat

3.1.1.2 Ondermijningsbeeld West Maas en Waal

3.1.1.3 Wat te doen met het ondermijningsbeeld (en het werkbestand)?

3.1.1.4 Lokaal informatieknooppunt voor ‘niet-pluis’-gevoelens

3.1.1.5 Intergemeentelijk projectteam (IGP)

3.1.2 Voorkomen georganiseerde criminaliteit

3.1.2.1 De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aanpassen

3.1.2.2 Bibob-beleid aanpassen

3.1.2.3 Communicatiestrategie aanpassen

 

3.2 Maatschappelijke weerbaarheid

3.2.1 Bewustwording en meldingsbereidheid bij ondernemers en inwoners

3.2.1.1 Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen

3.2.1.2 Keurmerk Veilig Buitengebied

 

3.3 Integriteit en weerbaarheid van het lokaal bestuur en de ambtenaren

3.3.1 Integriteit bestuurders en ambtenaren

3.3.2 Weerbaarheid van lokaal bestuur en ambtenaren vergroten

 

4. Aanpak prioriteit zorg en veiligheid in West Maas en Waal

4.1 Samenwerking zorg en veiligheid optimaliseren

4.1.1 Verbinding zorg en veiligheid

4.1.1.1 Regierollen verbeteren

4.1.1.2 Optimaliseren gezamenlijk informatieknooppunt

 

5. Het algemeen veiligheidsbeleid: lokale thema’s

5.1 Thema’s die in onze gemeente in het algemeen veiligheidsbeleid een grote rol spelen zijn

5.2 Integrale veiligheid: een dynamisch vakgebied

 

6. Organisatie, communicatie en coördinatie

6.1 Opstellen jaarlijkse uitvoeringsplannen

6.2 Communicatie

6.3 Coördinatie

 

 

1. Welke prioriteiten zijn er gesteld in het regionale Integrale Veiligheidsplan?

 

 

In 2019 heeft de Gezagsdriehoek het regionale Integrale Veiligheidsplan 2019-2022 (IVP) vastgesteld. Aan de hand van de politiecijfers van de jaren voorafgaand aan de vaststelling van het IVP en diverse gesprekken met partijen uit de veiligheidsketen in breed verband, heeft de Gezagsdriehoek drie onderwerpen voor de jaren 2019-2022 geprioriteerd.

 

1.1 Prioriteiten

De onderwerpen die de Gezagsdriehoek geprioriteerd heeft zijn:

  • 1.

    Ondermijning

  • 2.

    Zorg en Veiligheid

  • 3.

    Vroegsignalering

 

Een uitgebreide omschrijving van deze drie prioriteiten is te vinden in het IVP. In deze beleidsnota wordt volstaan met een korte omschrijving.

 

1.1.1 Ondermijning4

Ondermijning is een breed begrip. Eigenlijk zijn er drie deelaspecten van ondermijning te onderscheiden, namelijk:

  • 1.

    Georganiseerde criminaliteit;

  • 2.

    Maatschappelijke weerbaarheid;

  • 3.

    Weerbaarheid/integriteit lokaal bestuur en ambtenarenapparaat.

 

Deze drie deelaspecten staan met elkaar in verbinding. Het één kan niet los gezien worden van het ander en bepaalde onderwerpen of vraagstukken zullen onder meerdere deelaspecten geplaatst kunnen worden.

 

Georganiseerde criminaliteit

Het gaat hierbij om de ondermijning als (bijna) synoniem voor georganiseerde criminaliteit. Steeds meer krijgt de gemeente hierbij een rol toebedeeld als het gaat om bijvoorbeeld bestuursrechtelijke maatregelen waarbij veel partners betrokken zijn. Hierbij kan gedacht wordt aan het Openbaar Ministerie, de politie, het RIEC5 etc. Voorbeelden van georganiseerde criminaliteit zijn: drugscriminaliteit, mensenhandel en zorgfraude.

 

Maatschappelijke weerbaarheid

De maatschappelijke weerbaarheid richt zich op de weerbaarheid van de samenleving als geheel. Voorbeelden hiervan zijn polarisatie6, de normalisering of zelfs verheerlijking van ondermijnende criminaliteit/criminelen en subculturen die als parallelle samenlevingen functioneren.

 

Weerbaarheid en integriteit lokaal bestuur en ambtenarenapparaat

Dit deelaspect is erg belangrijk voor ondermijning. Een succesvolle aanpak van ondermijning begint bij een integer en weerbaar lokaal bestuur en ambtenarenapparaat. Bij de bestuurders en gemeenteraad gaat het dan vooral om transparantie, helderheid en de weerbaarheid tegen bedreigingen, maar ook om bewustwording van de problematiek die speelt.

 

1.1.2 Zorg en Veiligheid7

De decentralisaties in het sociale domein hebben gemeenten verantwoordelijk gemaakt voor veel taken op het gebied van zorg en veiligheid. Door deze ontwikkelingen hebben gemeenten nu de algehele regie over de zorg en ondersteuning van kwetsbare jeugdigen en volwassenen.

 

Het komt regelmatig voor dat een kwetsbare inwoner niet weet waar hij/zij terecht kan met bepaalde problemen en raken daardoor letterlijk de weg kwijt, waardoor zij uiteindelijk niet de hulp krijgen die zij nodig hebben. In deze situaties kunnen ook veiligheidsrisico’s ontstaan.

 

Daarnaast is er ook een groep kwetsbare inwoners die wel de weg weten richting de zorg, maar de zorg niet accepteren. Ook voor deze groep is een integrale aanpak nodig waarin zorg- en veiligheidsaspecten worden gecombineerd en op elkaar worden afgestemd.

 

1.1.3 Vroegsignalering

Bij de prioriteiten ‘ondermijning’ en ‘zorg en veiligheid’ is de signalering van de problematiek een essentieel onderdeel. Het tijdig signaleren is een voorwaarde voor een goede aanpak. Als een organisatie niet in staat is om goed te signaleren, heeft een aanpak op de genoemde prioriteiten nauwelijks zin. Een goede informatievoorziening en informatiestroomlijning is een essentiële voorwaarde om de andere twee prioriteiten goed te kunnen oppakken. Dit is dan ook de reden dat de Gezagsdriehoek gekozen heeft om ‘vroegsignalering’ als derde prioriteit te kiezen voor de jaren 2019-2022.8

 

Omdat een juiste, tijdige signalering als een voorwaarde voor de andere prioriteiten moet worden gezien, wordt deze prioriteit niet als aparte prioriteit in het IVP en deze beleidsnota behandeld maar wordt dit bij de andere twee prioriteiten betrokken.

 

2. Veiligheid in West Maas en Waal

 

 

In het vorige hoofdstuk is besproken welke prioriteiten zijn gesteld in het regionale Integrale Veiligheidsplan (IVP). In de volgende hoofdstukken wordt omschreven wat de prioriteiten uit het IVP betekenen voor het lokale beleid. Welke kant willen wij op binnen deze prioriteiten? Voordat dit besproken wordt, wordt eerst stilgestaan bij de bestuurlijke uitgangspunten van het lokale veiligheidsbeleid en de recente maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen.

 

2.1 Veiligheid is een randvoorwaarde voor leefbaarheid

Een dak boven je hoofd is een primaire levensbehoefte. Daar hoort ook bij dat een woning en de woonomgeving veilig zijn. Veiligheid is cruciaal voor de woonbeleving van onze inwoners. Met andere woorden: veiligheid is een randvoorwaarde voor leefbaarheid. Als gemeente kunnen we de veiligheid en leefbaarheid niet in alle opzichten afdwingen, maar we kunnen er wel de randvoorwaarden voor scheppen. De gemeente kan met behulp van het veiligheidsbeleid richting geven aan de aanpak van veiligheidsaspecten en zodoende invulling geven aan haar regierol.

 

2.2 Bestuurlijke uitgangspunten van het lokale veiligheidsbeleid

De volgende bestuurlijke uitgangspunten worden benoemd als basis voor het lokale veiligheidsbeleid:

 

  • *

    Veiligheid is van iedereen. Veiligheid moet verankerd worden als permanent aandachtspunt in de samenleving. Belangrijke externe partners zoals instellingen en uitvoeringsorganisaties zijn betrokken bij de uitwerking en uitvoering van beleid, maar ook de ondernemers en inwoners in onze gemeente. Ondernemers en inwoners worden dan ook betrokken bij de uitwerking en uitvoering van het beleid.

     

  • *

    Integrale veiligheid is een collegebrede opgave. De burgemeester heeft de coördinatie en is eindverantwoordelijk. Specifieke onderdelen van het veiligheidsbeleid liggen qua zwaartepunt mogelijk meer op het terrein van andere bestuurders en vallen dan onder de verantwoordelijkheid van die bestuurders. In overleg bepalen de bestuurders met elkaar onder wiens verantwoordelijkheid onderdelen van het beleid vallen.

     

  • *

    Integrale aanpak. De benoemde prioriteiten en thema’s worden integraal aangepakt in de zin dat alle schakels in de veiligheidsketen 'afgedekt' zijn. Het is een gezamenlijke opgave van verschillende disciplines. Daarbij is zowel preventie als handhaving essentieel.

     

  • *

    Regionale aansluiting. Deze beleidsnota sluit – zoals aangegeven – aan bij het regionale Integrale Veiligheidsplan van Tweestromenland. Bij de uitvoering van het beleid wordt rekening gehouden en indien mogelijk aangesloten op regionale ontwikkelingen. Waar (sub)regionale samenwerking bevorderlijk zijn voor de aanpak, worden die zeker gezocht/geëffectueerd.

     

  • *

    Vertaling in jaarlijkse uitvoeringsprogramma's. Het lokale beleid wordt vertaald in jaarlijkse uitvoeringsprogramma's om zo uitvoering te kunnen geven aan het geformuleerde beleid. In de uitvoeringsplannen die jaarlijks worden opgesteld, komen ook andere thema's aan de orde: thema's die op dat moment actueel zijn of eerder geplande thema's of (preventie)activiteiten die bijdragen aan het vergroten van het veiligheidsgevoel.

 

2.3 Maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen

 

2.3.1Veranderende rol van de inwoner

De zelfstandige, goed opgeleide en goed geïnformeerde inwoner kan en wil op allerlei manieren meedenken, meebeslissen en mee-uitvoeren met de overheid. Op het gebied van veiligheid leidt dit tot verschillende vormen van participatie, zoals buurtpreventie en meedoen aan zoekacties naar slachtoffers en verdachte personen. Een andere trend is dat in het algemeen de verdraagzaamheid afgenomen is en er sneller melding wordt gemaakt van ''overlast''. Inwoners zijn sneller geneigd gemeente of politie in te schakelen waar vroeger nog het gesprek werd aangegaan of meer geaccepteerd werd.

 

2.3.2Veranderende rol van de overheid

We zien steeds meer dat de overheid inwoners en buurten betrekken bij onveiligheidsproblematiek. Daarnaast zien we dat overheid meer terugtreedt, taken overdraagt naar een decentraal niveau en meer bestuurlijke mogelijkheden heeft gekregen om overlast en criminaliteit aan te pakken. Maar daarnaast zijn we ook bezig met het ontwikkelen, implementeren en herzien van beleid, zodat de burgemeester en/of het college meer bestuurlijke bevoegdheden krijgen.

 

2.3.3 Meer integrale samenwerking met (keten)partners

In de aanpak van grote veiligheidsthema's zoals ondermijning, evenementenveiligheid en meer persoonsgerichte aanpakken wordt eigenlijk altijd integraal met diverse (veiligheids)partners samengewerkt. In West Maas en Waal werken we op de thema's binnen het veiligheidsdomein integraal samen met onze partners, onder meer op het gebied van evenementenveiligheid, jeugd problematiek, personen met verward gedrag, traditionele criminaliteit en ondermijning. Al brengt dit wel diverse uitdagingen met zich mee op het gebied van informatiedeling.

 

3. Aanpak ondermijning in West Maas en Waal

 

 

In dit hoofdstuk wordt de aanpak beschreven voor de prioriteit ‘ondermijning’. Zoals beschreven in paragraaf 1.1.1 zijn er drie deelaspecten te onderscheiden voor het begrip ‘ondermijning’, namelijk georganiseerde criminaliteit, maatschappelijke weerbaarheid en weerbaarheid/integriteit van het lokaal bestuur/ambtenarenapparaat. Hierna wordt per deelaspect de lokale aanpak voor West Maas en Waal besproken.

 

3.1 Georganiseerde criminaliteit

 

3.1.1Aanpak georganiseerde criminaliteit

3.1.1.1 Bewustwording bij het bestuur en het ambtenarenapparaat

Het probleem van het aanpakken van georganiseerde criminaliteit is dat het vaak niet zichtbaar is. Op het moment dat iets niet zichtbaar is, moet je het zichtbaar voor jezelf proberen te maken. Hierbij geldt wel dat je bereid moet zijn om het te willen zien, om dit deelaspect van ondermijning te kunnen zien. Daarvoor is het van belang dat de gemeente bewust wordt van wat georganiseerde criminaliteit is, dat georganiseerde criminaliteit ook in onze gemeente aanwezig is én wat je kan doen om georganiseerde criminaliteit te herkennen en te zien.

 

De afgelopen periode zijn er diverse bewustwordingsbijeenkomsten door het RIEC georganiseerd in onze gemeente. Zowel het college als de ambtenaren zijn voor deze bijeenkomsten uitgenodigd. Dit om bewust te worden van het thema ondermijning.

 

3.1.1.2 Ondermijningsbeeld West Maas en Waal

In aansluiting op de bewustwordingsbijeenkomsten die het RIEC voor het college en het ambtenarenapparaat heeft georganiseerd, heeft het RIEC in een besloten, kleiner gezelschap van ambtenaren verder gepraat over het thema ondermijning. Alvorens deze bijeenkomst plaatsvond, heeft het RIEC aan de aanwezigen gevraagd of zij bij hun eigen team ‘niet-pluis’-gevoelens op willen halen. Met ‘niet-pluis’-gevoelens wordt bedoeld: onderbuikgevoelens van de ambtenaren waar zij denken dat misschien wel sprake is van ondermijning in onze gemeente. Tijdens deze bijeenkomst zijn deze ‘niet-pluis’-gevoelens door het RIEC bij de ambtenaren opgehaald en gebundeld. Eenzelfde bijeenkomst heeft het RIEC ook georganiseerd voor het politieteam Tweestromenland.

 

Alle ‘niet-pluis’-gevoelens van de ambtenaren en de politie tezamen hebben geleid tot het ‘ondermijningsbeeld West Maas en Waal’ wat in oktober 2019 in een besloten bijeenkomst aan de gemeenteraad door het RIEC is gepresenteerd. Daarnaast heeft de burgemeester bezit over het ‘werkbestand’ wat een zeer vertrouwelijke, dynamisch document is. In dit werkbestand staan de ‘niet-pluis’-gevoelens gedetailleerd beschreven (inclusief (bedrijfs)namen en adressen). Dit werkbestand is vanwege de privacygevoeligheid geen openbaar document.

 

3.1.1.3 Wat te doen met het ondermijningsbeeld (en het werkbestand)?

Lokale casustafel

In januari 2019 is de lokale casustafel in onze gemeente opgestart. Deze lokale casustafel wordt voorgezeten door de ambtenaar Integrale Veiligheid van onze gemeente. Vaste tafelpartners zijn de politie, de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR) en het RIEC. Daarnaast wordt er per onderwerp bekeken welke partners nog meer aan kunnen schuiven.

 

Tijdens deze lokale casustafel worden onderwerpen besproken die een gezamenlijke aanpak vergen. Voorbeelden hiervan zijn: vermoedens van brandonveilige woningen of bedrijfspanden, vermoedens van oneigenlijk gebruik en vermoedens van hennepkwekerijen.

 

Onderwerpen die uit het werkbestand naar voren komen, komen sinds kort ook op de agenda van de lokale casustafel. Uiteraard kan niet alles uit het werkbestand tegelijk behandeld worden. In overleg met de burgemeester wordt afgesproken welke casussen als eerste worden opgepakt en welke casussen dus als eerste op de agenda van de lokale casustafel komen te staan. Met de diverse tafelpartijen bekijken we vervolgens tijdens de lokale casustafel of we voldoende informatie hebben om het ‘niet-pluis’-gevoel aan te vullen om er vervolgens een RIEC-casus van te maken of indien mogelijk zelf over te gaan tot bestuursrechtelijke handhaving.

 

Natuurlijk kan het ook zijn, dat na controles door de ODR en/of onze buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) is gebleken dat de ‘niet-pluis’-gevoelens niet kloppen. Indien dit zo is, wordt de casus van de agenda van de lokale casustafel gehaald en uit het werkbestand verwijderd, zodat het werkbestand actueel en werkbaar blijft.

 

RIEC-casus

Indien een ‘niet-pluis’-gevoel wordt opgeplust tot een RIEC-casus betekent dit dat de casus van de agenda van de lokale casustafel wordt afgehaald en op de agenda van het informatieplein van het RIEC wordt geplaatst. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de casus niet alleen lokaal speelt maar ook regionaal, dat wil zeggen gemeente-overstijgend is. Het informatieplein van het RIEC is een breder overleg dan de lokale casustafel. Zo zitten ook de Belastingdienst en het Openbaar Ministerie bij het informatieplein van het RIEC aan tafel. Tijdens het informatieplein wordt onderzocht op welke manier de casus aangepakt kan worden, zodat er op een rechtvaardige manier wordt gehandhaafd.

 

3.1.1.4 Lokaal informatieknooppunt voor ‘niet-pluis’-gevoelens

Om er voor te zorgen dat ambtenaren, inwoners, ondernemers of andere partijen hun ‘niet-pluis’-gevoelens voortaan bij een centraal punt in de gemeente kunnen neerleggen, is het goed om een lokaal informatieknooppunt in te richten. Op dit moment fungeert de ambtenaar Integrale Veiligheid vaak als dit informatieknooppunt. Onderzocht kan worden of dit misschien meer een aparte functie moet worden en/of op welke manier dit het beste binnen de gemeente gerealiseerd kan worden. Hierbij kan bijvoorbeeld onderzocht worden of het mogelijk is dat de ‘niet-pluis’-gevoelens anoniem bij het centrale punt neergelegd kunnen worden en wat bijvoorbeeld nodig is om met een ‘niet-pluis’-gevoel aan de slag te kunnen tijdens de lokale casustafel.

 

3.1.1.5 Intergemeentelijk projectteam (IGP)

Naast het lokaal informatieknooppunt is goed om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om casussen op regionaal niveau te behandelen in bijvoorbeeld intergemeentelijke projectteams. Al een aantal jaren zijn wij aangesloten bij een IGP-bureau, welke ook aansluit bij onze lokale casustafel om als verbinder tussen de verschillende gemeente te fungeren. Onderzocht kan worden hoe de rol van een dergelijk IGP versterkt en/of verbreed kan worden. Een mogelijkheid hiervoor is bijvoorbeeld door met regionale thema’s te werken, zoals bijvoorbeeld het thema ‘vakantieparken’. Het onderzoek naar de versterking of de verbreding van het IGP kan het beste regionaal opgepakt worden. Hiervoor wordt een regionale werkgroep opgezet.

 

3.1.2 Voorkomen georganiseerde criminaliteit

Naast de aanpak van georganiseerde criminaliteit in onze gemeente is het van belang om onze gemeente zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor georganiseerde criminaliteit. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden. Een aantal voorbeelden worden hierna genoemd.

 

3.1.2.1 De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aanpassen

De APV kan worden aangepast zodat deze meer gericht is op voorkoming van ondermijning. Zo kan men denken aan het opnieuw instellen van de exploitatievergunning voor ondernemers of exploitatievergunningen voor bepaalde ondermijningsgevoelige branches in onze gemeente. Onderzocht dient te worden welke mogelijkheden de APV nog meer kan bieden om ondermijning in de toekomst in onze gemeente te voorkomen.

 

3.1.2.2 Bibob-beleid aanpassen

Het huidige Bibob-beleid is niet meer recent en dient te worden aangepast, zodat deze meer gericht is op voorkoming van ondermijning in onze gemeente.

 

3.1.2.3 Communicatiestrategie aanpassen

In overleg met het team Communicatie kan onderzoek gedaan worden naar de communicatiestrategie van onze gemeente. Hoe kunnen we nog duidelijker en breder communiceren over onze aanpak van georganiseerde criminaliteit zodat dit een afschrikeffect teweeg brengt bij criminelen die zich in onze gemeente willen vestigen?

 

3.2 Maatschappelijke weerbaarheid

 

3.2.1 Bewustwording en meldingsbereidheid bij ondernemers en inwoners

Maatschappelijke weerbaarheid begint bij bewustwording van ondermijning bij ondernemers en inwoners van onze gemeente. Dit kan op verschillende manieren, voorbeelden hiervan zijn:

  • *

    Bewustwordingsbijeenkomsten voor ondernemers en inwoners in onze gemeente organiseren;

  • *

    Communicatiestrategie van onze gemeente aanpassen: het is namelijk belangrijk dat naast bewustwording inwoners en ondernemers ook weten waar zij met hun ‘niet-pluis’-gevoelens terecht kunnen. Daarnaast is het belangrijk dat inwoners en ondernemers informatie krijgen over onze gemeentelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, zodat zij ook het gevoel hebben dat de gemeente iets met hun informatie doet. Daarmee zal ook het veiligheidsgevoel van de inwoners en ondernemers worden vergroot.

 

3.2.1.1 Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen9

Een onveilige werkomgeving zorgt voor veel schade en overlast en kan ‘het ondernemen’ behoorlijk in de weg zitten. Naast bewustwording bij de ondernemers kan ook bekeken worden welke praktische mogelijkheden er zijn om de werkomgeving zo veilig mogelijk te maken voor ondernemers en zo onaantrekkelijk mogelijk te maken voor criminelen. Om ondernemers hierbij te helpen is het MKB-Nederland met het ministerie van Veiligheid & Justitie gestart met een Keurmerk Veilig Ondernemen voor Bedrijventerreinen (KVO-B).

In het KVO-B maken ondernemers die gevestigd zijn op bedrijventerreinen samen met ons als gemeente, de politie, de brandweer en eventuele andere partijen afspraken om overlast, criminaliteit en onderhoud en beheer op het bedrijventerrein aan te pakken. Voorbeelden zijn: beter georganiseerd toezicht door politie en beveiliging; het beter verlichten van panden en het plaatsen van camera’s; het organiseren van bijeenkomsten voor en door ondernemers over veilig ondernemen etc.

Uit onderzoek is gebleken dat het KVO-B direct effect heeft op het veiligheidsgevoel van ondernemers, werknemers en inwoners.

In overleg met het team Economische Zaken wordt onderzoek gedaan hoe wij als gemeente de ondernemers kunnen stimuleren zich te verenigen om een KVO-B aan te vragen. Wat kunnen wij als gemeente bijdragen aan dergelijk keurmerk?

 

3.2.1.2 Keurmerk Veilig Buitengebied10

Naast het KVO-B bestaat ook sinds kort het Keurmerk Veilig Buitengebied. Dit keurmerk is speciaal voor agrariërs. Ook agrariërs hebben steeds meer te maken met ondermijning; meestal zonder dat ze daar bewust van zijn. Zo worden agrariërs regelmatig benaderd met de vraag of zij tegen een vergoeding een vrijstaande loods, schuur of stal willen afstaan. Dit kan natuurlijk een huurder zonder kwade bedoelingen zijn, maar het kan ook een crimineel zijn die vervolgens de loods, schuur of stal gebruikt voor bijvoorbeeld hennepteelt.

 

Net als bij het KVO-B maken bij het Keurmerk Veilig Buitengebied agrarische ondernemers, de gemeente en andere betrokken partijen (zoals de ZLTO11) afspraken om hun krachten te bundelen in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit in het buitengebied. Zeker met het oog op de Agriterreur die de afgelopen jaren het buitengebied in zijn greep heeft gehad, is het van groot belang dat het veiligheidsgevoel bij de agrariërs (en de inwoners) in het buitengebied verbeterd wordt. Het Keurmerk Veilig Buitengebied kan hier zeker een bijdrage aan leveren.

 

Agenda Veilig Buitengebied Gelderland

De afgelopen jaren zijn er, vanuit diverse partijen die in het Gelders buitengebied werkzaam zijn, steeds meer signalen gekomen dat de veiligheid in het buitengebied onder druk staat. ‘Voorkomen is beter dan genezen’ en dus heeft de druk op de veiligheid in het buitengebied de nodige politieke en maatschappelijke aandacht. Maar: geen enkele partij heeft de sleutel voor de oplossing tot het behoud van een veilig buitengebied alleen in handen. Om deze reden hebben bijna 80 organisaties – waaronder de burgemeester van onze gemeente - op dinsdag 3 september 2019 hun handtekening gezet onder de ‘agenda veilig buitengebied Gelderland’ en daarmee hun intentie uitgesproken om de veiligheid in het buitengebied van Gelderland in een publiek-private samenwerking te waarborgen. Een van de agendapunten betreft het actief bezig gaan met het Keurmerk Veilig Buitengebied.

 

De gezagsdriehoek Tweestromenland gaat de komende tijd bespreken hoe de zes gemeenten gezamenlijk kunnen optrekken met betrekking tot dit onderwerp. Om de gezagsdriehoek hierin te ondersteunen is een werkgroep opgestart met een aantal IV-ambtenaren en een burgemeester. Hieraan neemt de IV-ambtenaar van onze gemeente ook deel.

 

3.3 Integriteit en weerbaarheid van het lokaal bestuur en de ambtenaren

Een succesvolle aanpak van ondermijning begint bij een integer en weerbaar lokaal bestuur en ambtenarenapparaat. Hierbij gaat het vooral om transparantie, helderheid en de weerbaarheid tegen bedreigingen, maar ook om bewustwording van de problematiek die speelt.

 

3.3.1 Integriteit bestuurders en ambtenaren

Als het om integriteit gaat kan onderzocht worden hoe het lokaal bestuur en het ambtenarenapparaat het beste gescreend kan worden. Bij nieuw personeel kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het overleggen van een verklaring omtrent gedrag. In overleg met het team P&O dient onderzocht te worden welke mogelijkheden hiervoor zijn.

 

3.3.2 Weerbaarheid van lokaal bestuur en ambtenaren vergroten

De beïnvloeding van het lokaal bestuur en de ambtenaren door bijvoorbeeld ondernemers met een crimineel gedachtegoed kan verkleind worden door bepaalde maatregelen te treffen, zoals: in bepaalde gevallen geen één op één gesprekken meer, besluiten altijd via een teamleider laten gaan, bepaalde brieven altijd laten ondertekenen door het college of de burgemeester etc.. Onderzocht dient te worden welke maatregelen haalbaar zijn en wat hiervoor nodig is.

 

Tot slot is het belangrijk dat het bestuur en de ambtenaren meldingsbereid worden indien zij op een bepaald moment bedreigd worden. Het is van groot belang voor de bescherming van hem/haar zelf en ook voor zijn/haar collega’s dat er van iedere dreiging melding wordt gedaan bij de politie. Onderzocht dient te worden hoe dit afgesproken kan worden met de bestuurders en de ambtenaren, bijvoorbeeld door een afspraak hierover op papier te zetten.

 

4. Aanpak zorg en veiligheid in West Maas en Waal

 

 

In dit hoofdstuk wordt de aanpak beschreven voor de prioriteit ‘zorg en veiligheid’. Zoals beschreven in paragraaf 1.1.2 hebben de decentralisaties in het sociale domein gemeenten verantwoordelijk gemaakt voor veel taken op het gebied van zorg en veiligheid. Doordat kwetsbare inwoners de weg naar de juiste zorg niet weten of geen zorg willen accepteren, kunnen er veiligheidsrisico’s ontstaan bij en rond deze inwoners. Voor deze kwetsbare inwoners is een integrale aanpak nodig waarin zorg- en veiligheidsaspecten worden gecombineerd en op elkaar worden afgestemd.

 

4.1 Samenwerking Zorg en Veiligheid optimaliseren

Zowel in de landelijke veiligheidstrends als in de lokale trends komt naar voren dat het aantal incidenten met personen met verward gedrag toeneemt. Het gaat om inwoners die om de één of andere reden niet meer mee kunnen doen in de samenleving. Inwoners met problemen die iedereen kunnen overkomen, zoals verslaving, echtscheiding en opnames in psychiatrische instellingen.

 

Landelijk was hier aandacht voor door het Aanjaagteam Verwarde Personen. Dit team stimuleerde een sluitende aanpak om persoonlijk en maatschappelijk leed en onrust te voorkomen. Het doel is dat deze mensen niet tussen wal en schip vallen. Ook in onze gemeente wonen mensen die niet meer op eigen kracht mee kunnen doen. Om goede maatregelen te kunnen nemen, is een verbinding tussen de teams Maatschappelijke Ondersteuning (Zorg) en Veiligheid binnen onze gemeente van groot belang.

 

4.1.1 Verbinding Zorg en Veiligheid

Zoals onder het kopje 4.1 aangegeven, heeft ook onze gemeente steeds vaker te maken met kwetsbare inwoners. Dit zijn vaak inwoners die overlast veroorzaken; waar de buren de politie voor bellen. Degene die overlast veroorzaakt, krijgt de politie op bezoek en wordt verzocht om geen woonoverlast meer te veroorzaken. Daarnaast is het vaak zo dat buurtbemiddeling wordt ingeschakeld. Regelmatig wordt een dergelijke kwetsbare inwoner hierdoor als ‘overlastgevend en vervelend’ bestempeld. Dit terwijl deze kwetsbare inwoner hier misschien niets aan kan doen, maar eigenlijk zorg nodig heeft en de overlast veroorzaakt om aandacht te vragen voor zijn/haar probleem. Op dit moment gebeurt het nog te vaak in ons land dat deze kwetsbare inwoners in een cel terecht komen in plaats van dat zij de zorg ontvangen die zij nodig hebben.

 

Om deze kwetsbare inwoners nog beter te kunnen helpen en wellicht daarmee veel woonoverlast te voorkomen, is een verbinding tussen zorg en veiligheid in onze gemeente van belang. Vanuit veiligheid moet niet direct gedacht worden aan ‘hoe los ik de woonoverlast op?’, maar meer ‘waardoor ontstaat de woonoverlast; waarom doet deze inwoner zo?’. En vanuit zorg moet meer gedacht worden ‘is de veiligheid van deze kwetsbare inwoner in het geding; moet deze inwoner beschermd worden?’. Zeker met het oog op de Wet Verplichte geestelijke gezondheid (Wvggz)12 is het van belang dat de verbinding goed is tussen zorg en veiligheid.

 

4.1.1.1 Regierollen verbeteren

Voor een goede verbinding tussen zorg en veiligheid zijn duidelijke regierollen van belang. Het moet duidelijk zijn wie wat doet. Indien dit namelijk niet belegd is, wordt er naar elkaar gewezen en kan een casus vervolgens stil komen te liggen doordat niet duidelijk is waar in de gemeente deze opgepakt wordt. Daarnaast hoort bij deze regierollen de contacten met de zorg- en veiligheidspartners, voorbeelden hiervan zijn de politie, Veilig Thuis, het Veiligheidshuis, Meldpunt bijzondere zorg van de GGD etc. Dit zodat er korte lijntjes zijn tussen de gemeente en de verschillende externe partners en er geen dubbele lijnen lopen.

 

Om deze duidelijkheid te scheppen en de verbinding te optimaliseren, is een regiedocument nodig waarin de afspraken staan wie waarvoor verantwoordelijk is en wie contactpersoon is van welke externe partner. Zowel voor interne partijen als voor externe partijen schept dit duidelijkheid. In overleg met het team Maatschappelijke Ontwikkeling wordt dit regiedocument opgesteld.

 

4.1.1.2 Optimaliseren gezamenlijk informatieknooppunt

In het IVP wordt gesproken over het inrichten van een gezamenlijk informatieknooppunt voor zorg en veiligheid. Een dergelijk informatieknooppunt bestaat al in onze gemeente, namelijk het Lokaal Zorgnetwerk. Het is wel goed om te bekijken of dit informatieknooppunt in onze gemeente optimaal werkt. Momenteel sluiten vooral zorgpartners aan bij dit overleg. Om een betere verbinding te krijgen, is het aansluiten van veiligheidspartners zoals de politie essentieel. Een groot obstakel hiervoor is echter de nieuwe privacywetgeving in de zin van de AVG13. Door deze belemmering kunnen meerdere partijen niet of nauwelijks persoonlijke gegevens delen, waardoor belangrijke informatie voor het oppakken van casussen mist.

 

Samen met het team Maatschappelijke Ontwikkeling gaan we onderzoeken wat we nodig hebben om het Lokaal Zorgnetwerk zo optimaal mogelijk te laten werken en gaan we een convenant opstellen voor alle benodigde partners, zodat informatiedeling binnen het Lokaal Zorgnetwerk mogelijk wordt.

 

 

5. Het algemene veiligheidsbeleid: lokale thema’s

 

 

Naast de genoemde regionale prioriteiten zijn er ook thema’s die lokaal binnen het veiligheidsgebied spelen. Naast het uitwerken van hiervoor besproken actiepunten die uit de regionale prioriteiten voortvloeien, behouden we ook onze activiteiten in het kader van het algemeen veiligheidsbeleid. Ook hierin werken we nauw samen met onze veiligheidspartners, zoals de politie, het RIEC, etc. Zo proberen we iedere dag met elkaar het veiligheidsgevoel van onze inwoners en ondernemers in onze gemeente te behouden en waar mogelijk te verbeteren. Dit doen we door preventie, projectmatige acties of reguliere acties. Daarnaast volgen we actuele wet- en regelgeving en nemen we deel aan projecten in de regio.

 

5.1 Thema’s die in onze gemeente in het algemene veiligheidsbeleid een grote rol spelen zijn:

  • *

    Inzet op High Impact Crimes en traditionele criminaliteit (inbraken, diefstal etc): onder meer Donkere Dagen en Lichte Dagen Offensief in samenwerking met de politie.

  • *

    Drugsbeleid: aanpak hennepkwekerijen, growshops, XTC-labs door waarschuwing en sluitingen van woningen en lokalen.

  • *

    Voorkomen van huiselijk geweld: het gaat hierbij om geestelijk en/of fysiek geweld tussen partners, jegens kinderen binnen het gezin en/of andere familieleden en huisgenoten. Huiselijk geweld kan grote gevolgen hebben, op korte en lange termijn, voor slachtoffers en getuigen.

  • *

    Aanpak woonoverlast: in 2017 is de Wet aanpak woonoverlast van kracht geworden en hebben wij deze aanpak in onze APV opgenomen. Hierdoor heeft de burgemeester meer bevoegdheden om op te treden indien er sprake is van woonoverlast.

  • *

    Crisis- en rampenbestrijding: gemeente, Veiligheidsregio en operationele diensten bereiden zich voor op de bestrijding van rampen en crises door planvorming, opleiding/training en oefening. We zetten in op verdere professionalisering van onze gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie.

  • *

    Evenementenveiligheid: samen met de Veiligheidsregio, de GHOR en de politie zorgen wij ervoor dat evenementenorganisatoren een zo’n veilig mogelijk evenement in onze gemeente organiseren.

  • *

    Drank- en Horecawet: voorkomen van alcoholmisbruik en inzet van controles. Effectief alcoholbeleid levert zowel gezondheidswinst als economische winst op.

  • *

    Cybercriminaliteit en informatieveiligheid: cybercriminaliteit is een sterk groeiend fenomeen met vormen zoals hacken, ransomware, phishing, ID‐fraude en marktplaatsfraude. Aangeduid als cyber- of digitale criminaliteit of wel ‘gewone’ criminaliteit in een digitale verschijningsvorm.

 

5.2 Integrale veiligheid: een dynamisch vakgebied

Het vakgebied Integrale Veiligheid is een zeer dynamisch vakgebied; geen dag is hetzelfde. De ene dag wordt er gewerkt om een casus woonoverlast op te pakken; de andere dag wordt een evenementenorganisator ondersteunt bij het organiseren van een veilig evenement. Dit en de veranderende samenleving zorgt ervoor dat er steeds meer thema’s aan het algemene veiligheidsbeleid worden toegevoegd. Het lijstje van thema’s onder paragraaf 5.1 die op dit moment het algemene veiligheidsbeleid in onze gemeente behelzen, is dan ook zeker geen vast lijstje en ook zeker niet limitatief.

 

 

6. Organisatie, communicatie en coördinatie

 

 

6.1 Opstellen jaarlijkse uitvoeringsplannen

Nadat deze beleidsnota door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt gestart met het opstellen van de jaarlijkse uitvoeringsplannen. Deze worden vastgesteld door het college in het 4e kwartaal van ieder jaar, met uitzondering van het uitvoeringsplan van 2020; deze wordt in het 1e kwartaal van 2020 door het college vastgesteld. De actiepunten in het uitvoeringsplan zijn in de eerste plaats gerelateerd aan de thema's die in dit lokale integraal veiligheidsbeleid zijn beschreven. Daarnaast kunnen er actiepunten aan de uitvoeringsplannen worden toegevoegd van lokale thema’s die op dat moment spelen of gaan spelen.

 

In de uitvoeringsplannen worden door te voeren acties en maatregelen nader toegelicht wat betreft:

  • *

    exacte acties/maatregelen, eventueel ook aanvullende/nieuwe maatregelen in verband met nieuwe ontwikkelingen;

  • *

    taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen bij de door te voeren acties en maatregelen;

  • *

    financieel beslag van door te voeren acties en maatregelen;

  • *

    SMART-doelstellingen;

  • *

    werkplannen waarin de acties/maatregelen door vertaald worden;

  • *

    een evaluatief onderdeel waarin wordt teruggeblikt op de ontwikkelingen in de afgelopen kwartalen.

 

6.2 Communicatie

In de verschillende thema's in de hoofdstukken van dit integraal veiligheidsbeleid zijn al vele aspecten van communicatie en informatievoorziening belicht. De samenwerking met allerlei ketenpartners, inwoners en ondernemers is een voorwaarde voor het succesvol uitvoeren van dit integraal veiligheidsbeleid. Of het nu gaat om de beschreven thema's of actuele thema's die in de komende jaren gaan spelen. De gemeente is daarmee een van de partners die investeert in heldere communicatie en informatievoorziening richting onze inwoners. Hiervoor zetten we een mix van media en middelen in, afhankelijk van het onderwerp, actualiteit en mogelijkheden. Zo wordt er ieder jaar in samenwerking met de andere gemeenten uit Tweestromenland een veiligheidscommunicatiekalender gemaakt. Op deze kalender staan maandelijkse thema’s. Bij deze thema’s wordt door een regionale werkgroep communicatieberichten gemaakt die vervolgens gedeeld worden op de gemeentelijke websites en social media’s. Voorbeelden hiervan zijn: veilig je huis achterlaten als je op vakantie gaat, het ‘donkere dagen offensief’ en ‘de scholen beginnen weer’.

 

Vanuit dit integraal veiligheidsbeleid wordt het gesprek met partners en de gemeenteraad gefaciliteerd. Dat kan bijvoorbeeld door een koppeling te maken met het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. De gemeenteraad kan veiligheidspartners uitnodigen om in gesprek te gaan over trends en ontwikkelingen, bijvoorbeeld de brandweer, politie, RIEC, enzovoorts. Indien nodig kunnen er themavergaderingen voor het college en/of gemeenteraad georganiseerd worden of kan mondeling mededeling worden gedaan van actuele ontwikkelingen aan de gemeenteraad.

 

6.3 Coördinatie

De bestuurlijke coördinatie gebeurt door de burgemeester vanuit de portefeuille openbare orde en veiligheid in collegiale afstemming met overige portefeuillehouders waar het hun portefeuille betreft. Daarnaast heeft de burgemeester als portefeuillehouder openbare orde en veiligheid een aantal specifieke wettelijke taken. De burgemeester neemt deel in het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en in diverse (regionale en landelijke) veiligheidsoverleggen als 1e vertegenwoordiger van onze gemeente.

 

De ambtelijke coördinatie over het integrale veiligheidsbeleid gebeurt door de ambtenaren Integrale Veiligheid van onze gemeente. Deze functionarissen:

  • *

    stellen het jaarlijkse uitvoeringsplan op (in afstemming en samenwerking met de ambtelijk trekkers van de diverse veiligheidsthema’s);

  • *

    organiseren bijeenkomsten van het college en gemeenteraad;

  • *

    stellen het jaarlijkse bestuurlijke evaluatiedocument/voortgangsverslag op;

  • *

    bewaken tussentijds de voortgang van de veiligheidsaanpak alsook eventuele nieuwe ontwikkelingen relevant voor het integrale veiligheidsbeleid;

  • *

    adviseren de portefeuillehouder over de bestuurlijke coördinatie over het integrale veiligheidsbeleid.

 

 

 

 


1

Deze zes gemeenten zijn: Berg en Dal, Heumen, Wijchen, Druten, Beuningen en West Maas en Waal

2

De gezagsdriehoek bestaat uit de politie, het Openbaar Ministerie en de gemeente

3

Het Integraal Veiligheidsplan 2019-2022

4

Bron: Visiedocument VNG ‘Aanpak ondermijning’

5

Het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) en het LIEC (Landelijk Informatie en Expertise Centrum) ondersteunen partners bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Met als doel samenwerking te stimuleren en de overheid en maatschappij weerbaarder te maken om zo ondermijning tegen te gaan.

6

Polarisatie is het veroorzaken van een conflict of het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen.

7

Bron: IVP Tweestromenland 2019-2022

8

Bron: IVP Tweestromenland 2019-2022.

9

Bron: https://www.mkb.nl/kvob

10

Bron: https://www.pvo-oostnederland.nl/keurmerk-veilig-buitengebied/

11

Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie

12

Per 1 januari 2020 wordt de Wvggz ingevoerd. De Wvggz gaat de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) vervangen. De Wvggz regelt de voorwaarden voor zorg en eventuele opname bij psychische problemen. De wet biedt meer instrumenten voor zorg op maat: verplichte zorg zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk. Uitgangspunt blijft dat iemand alleen na het oordeel van een rechter tegen zijn wil opgenomen kan worden.

13

AVG: Algemene Verordening Gegevensbescherming