Organisatie | Woudrichem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een baatbelasting voor onroerende zaken gelegen in cluster 29b (Bronkhorst) |
Citeertitel | Verordening baatbelasting riolering buitengebied, cluster 29b Bronkhorst |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-2010 | Toevoeging tekening | 29-06-2010 Altena Nieuws 15-07-2010 | Raadsvergadering 29 juni 2010, agendapunt 7 | ||
23-07-2010 | Vervangt de Verordening baatbelasting zoals vastgesteld op 16 februari 2010. | 29-06-2010 Altena Nieuws 15-07-2010 | Raadsvergadering 29 juni 2010, agendapunt 7 |
De raad van de gemeente Woudrichem,gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010, nr. 25;gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het 'Kostenverhaalbesluit ‘Saneren ongerioleerde lozingen gemeente Woudrichem, cluster 29b Bronkhorst', vastgesteld bij raadsbesluit van 8 december 2003,gehoord het advies van de opiniërende vergadering d.d. 15 juni 2010;b e s l u i t :vast te stellen de:Verordening op de heffing en de invordering van een baatbelasting voor onroerende zaken gelegen in cluster 29b (Bronkhorst) hierna te noemen:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
een onroerende zaak:a. een gebouwd eigendom;b. een ongebouwd eigendom;c. een gedeelte van een onder a of b bedoeld eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;d. een samenstel van twee of meer van de onder a of b bedoelde eigendommen of onder c bedoelde gedeelten daarvan die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen.
Onder de naam 'baatbelasting riolering buitengebied cluster 29b Bronkhorst’ wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen het gebate gebied zoals aangeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart, die op 1 oktober 2010 zijn gebaat door de in het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing, dan wel indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar, als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing gedurende 10 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit op beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.
In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
Ingeval het belastingobject in de loop van het belastingtijdvak wordt gesloopt en de belasting wordt geheven in de vorm van jaarlijkse belasting, dan wordt met ingang van het eerstvolgend belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.
Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak het eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, dan blijft de eigenaar van het oorspronkelijke belastingobject op 1 oktober 2010 belastingplichtig voor het gehele bedrag.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.