Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van uitvoeringsregels met betrekking tot de heffing en invordering van toeristenbelasting (Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Edam-Volendam 2020) |
Citeertitel | Uitvoeringsregelingtoeristenbelasting Edam-Volendam 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling toeristenbelasting 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2019 | nieuwe regeling | 17-12-2019 | D-1934828 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;
gelet op het bepaalde in de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikelen 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
UITVOERINGSREGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2020 (Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Edam-Volendam 2020).
Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13, en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Uitnodiging tot het doen van aangifte
Het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt door het uitreiken van een aangiftebiljet waaruit blijkt de wijze van het doen van aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan.
Artikel 3 Verzoek om uitnodiging tot het doen van aangifte
De belastingplichtige die niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of wie niet binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk om uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.
Artikel 6 Vaststelling formulier
Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting, wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage A opgenomen model.
De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan, kan geschieden op grond van het gemiddelde dat voortvloeit uit de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over elk van de twee voorafgaande jaren, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de toeristenbelasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de toeristenbelasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag.
Artikel 9 Nachtverblijfregister
Voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in het derde lid geldt in ieder geval als voorwaarde, dat een eigen nachtverblijfregister wordt bijgehouden, aan de hand waarvan over dezelfde gegevens kan worden beschikt als bedoeld in het eerste lid. Een bonnensysteem wordt niet aanvaard als eigen nachtverblijfregister als bedoeld in het vijfde lid.
Artikel 10 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting
Het door de belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister, kan door de in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet, bedoelde gemeenteambtenaren gecontroleerd worden voor de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting, op grond van de aan hen door de Algemene wet inzake rijksbelastingen toegekende bevoegdheden.