Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Beleidsregels: Subsidieregeling Afkoppelen hemelwaterafvoer 2020 t/m 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels: Subsidieregeling Afkoppelen hemelwaterafvoer 2020 t/m 2021
CiteertitelSubsidieregeling Afkoppelen Hemelwaterafvoer 2020 t/m 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202031-12-2021Vervangende regeling

17-12-2019

gmb-2019-309607

Collegevergadering 17 december 2019, nr. 4.18

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels: Subsidieregeling Afkoppelen hemelwaterafvoer 2020 t/m 2021

 

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, overwegende dat het ter uitvoering van de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking 2019 gewenst is beleidsregels te stellen inzake het verlenen van subsidies voor klimaatbestendig maken van gebouwen; gelet op artikel 2, lid 5, van de Nijmeegse Kaderverordening Subsidieverstrekking 2019,

 

B E S L U I T:

vast te stellen de Beleidsregels: ‘Subsidieregeling Afkoppelen Hemelwaterafvoer 2020 t/m 2021’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen en voorwaarden

Artikel 1.1 Doel van de subsidie

De subsidie wordt verstrekt om eigenaren of huurders van een woning of pand tegemoet te komen in de kosten van de realisatie van het klimaatbestendig maken van (de omgeving van) gebouwen met als doel een bijdrage te leveren aan het voorkomen van wateroverlast in het bebouwde gebied. Deze regeling geldt alleen voor woningen en panden die zijn gelegen binnen de gemeentegrenzen van Nijmegen en die zijn aangesloten op een gemengd rioolstelsel.

 

Artikel 1.2 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Bestaande woning of bestaand pand of bestaand bijgebouw: een reeds bestaand gebouw, inclusief eventuele nieuwe aanbouw, mits de aanbouw aansluit op het bestaande gebouw en onder de woon- of verblijfsbestemming valt;

  • b.

    Bijgebouw: losstaande of aansluitende gebouwen zonder woon- of verblijfsbestemming. Hieronder vallen tuinhuisjes, schuren, garages, etc. mits aantoonbaar aangesloten op de rioolhuisaansluiting van de betreffende bestaande woning of pand.

  • c.

    Eigenaar: eigenaar van een woning of pand. Hiertoe wordt tevens gerekend een opstaller, erfpachter, vruchtgebruiker of een Vereniging van Eigenaren;

  • d.

    Huurder: bewoner van een woning of gebruiker van een pand en niet zijnde de eigenaar;

  • e.

    Gemengd rioolstelsel: gecombineerde ondergrondse afvoer van afvalwater en hemelwater;

  • f.

    Gescheiden rioolstelsel: gescheiden ondergrondse afvoer van afvalwater en hemelwater;

  • g.

    Duurzaam gescheiden rioolstelsel: gescheiden bovengrondse afvoer van hemelwater en ondergrondse afvoer van afvalwater;

  • h.

    Infiltratievoorziening: is een technische of natuurlijke oplossing waarin het regenwater tijdelijk wordt geborgen en langzaam kan infiltreren in de bodem.

  • i.

    Schoon verhard dakoppervlak: het dakoppervlak waarvan het hemelwater, dat tot afstroming komt, als schoon kan worden aangemerkt volgens de door het waterschap gehanteerde regels;

  • j.

    Verhuurder: eigenaar van verhuurde woningen of panden;

  • k.

    Subsidieaanvrager: een eigenaar, zie lid c of huurder, zie lid d;

  • l.

    Pand: een gebouw met een verblijfsfunctie voor mensen, niet zijnde een woning;

  • m.

    Woning: ruimte met woonbestemming, een eigen toegang, waarbij de bewoners niet afhankelijk zijn van wezenlijke voorzieningen, welke buiten de woonruimte gelegen zijn.

  • n.

    Woningcorporaties zijn stichtingen of verenigingen die betaalbare woningen verhuren of verkopen die vallen onder autoriteit woningcorporaties.

  •  

Artikel 1.3 Toepassingsbereik

Het college kan aan een eigenaar of huurder van een bestaande woning of bestaand pand of bestaand bijgebouw subsidie verlenen ter tegemoetkoming in de kosten van de afkoppeling van de hemelwaterafvoer van het schoon verhard dakoppervlak van een woning, pand of bijgebouw, indien de eigenaar of huurder een aanvraag tot het verlenen van subsidie heeft ingediend, die voldoet aan de bij deze beleidsregel gestelde eisen.

Een huurder moet bij aanvraag van de subsidie een akkoordverklaring van de verhuurder overleggen.

 

Artikel 1.4 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het afkoppelen van verhard dakoppervlak van een woning of pand van de riolering wordt gesubsidieerd met een bedrag van € 200 per afgekoppelde regenpijp die afvoert op een infiltratievoorziening op eigen terrein. Indien meerdere afgekoppelde regenpijpen op dezelfde infiltratievoorziening zijn aangesloten geldt een bedrag van € 50 voor iedere extra afgekoppelde regenpijp. Regenpijpen die lozen op een verhard dakoppervlak komen niet in aanmerking voor een bijdrage.

  • 2.

    De subsidie bedraagt ten hoogste € 2.500 voor een pand, waarbij per kadastrale locatie slechts voor één pand subsidie wordt verleend.

  •  

Artikel 1.5 Subsidieplafond

  • 1.

    Elk jaar stelt het College de verdeling van het totale GRP-krediet vast en daarbij wordt dus ook jaarlijks het subsidieplafond vastgesteld.

  • 2.

    De verdeling van subsidie geschiedt, met inachtneming van het subsidieplafond, op basis van de volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen. Als datum van ontvangst van de aanvraag geldt de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 3.

    Zodra het subsidieplafond bereikt is, komen de aanvragen op een reservelijst voor het volgende jaar.

  •  

Artikel 1.6 Voorwaarden en verplichtingen bij de subsidieverlening

Het college kan op basis van deze beleidsregel aan de eigenaar of huurder van een bestaande woning of bestaand pand of bestaand bijgebouw ter tegemoetkoming in de kosten van de in artikel 1.4 genoemde voorzieningen subsidie verlenen, onder meer met de volgende voorwaarden en verplichtingen:

  • 1.

    Subsidie kan alleen worden verstrekt aan particuliere eigenaren, huurders en rechtspersonen van bestaande woningen of bestaande panden of bestaande bijgebouwen (zie art 1.3);

  • 2.

    Subsidie wordt alleen verstrekt voor het afkoppelen van schoon verhard dakoppervlak van de riolering in het bestaand stedelijk gebied met een gemengd rioolstelsel; dus niet bij bestaand stedelijk gebied met een (duurzaam) gescheiden rioolstelsel;

  • 3.

    Het ontwerp van de voorzieningen voor het afkoppelen en infiltreren moet voldoen aan de eisen

  • volgens de nota “Afkoppelen en infiltreren hemelwaterafvoer, ontwerp en aanleg”.

  • 4.

    Een afkoppelvoorziening moet zodanig worden onderhouden dat de voorziening blijft werken. Eenmaal afgekoppeld verhard oppervlak mag niet meer worden aangekoppeld. De verstrekte subsidie kan gedeeltelijk of geheel worden teruggevorderd indien dit niet gebeurt;

  • 5.

    Indien de afkoppeling van de hemelwaterafvoer door de gemeente wordt uitgevoerd en bekostigd, worden geen subsidies verstrekt.

  • 6.

    Uitvoering van het treffen van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voordat op de aanvraag is beslist door het college, gebeurt op eigen risico van afwijzing van de aanvraag;

  • 7.

    Binnen zes maanden na datum van de subsidieverlening moeten de werkzaamheden van de aan te leggen hemelwaterafvoer voorziening zijn begonnen en binnen 1 jaar zijn afgerond.

 

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag

Artikel 2.1 Indiening aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt via het digitaal loket (website www.nijmegen.nl) of schriftelijk ingediend voordat met de uitvoering van het werk begonnen wordt.

  • 2.

    Het college stelt een aanvraagformulier vast waarop tevens staat aangegeven welke bescheiden ingediend moeten worden.

  • 3.

    De subsidieaanvrager voegt bij het aanvraagformulier kopieën van:

  • a.

    Indien de eigenaar geen natuurlijk persoon is, een document waaruit blijkt dat de subsidieaanvrager bevoegd is om namens de eigenaar een subsidieaanvraag in te dienen.

  • b.

    indien de subsidieaanvrager een huurder is, een document waaruit blijkt dat de eigenaar akkoord gaat met het aanvragen van de subsidie.

  • c.

    Een handtekening van de aangrenzende eigenaar, als diens dak (deels) wordt afgekoppeld en via de voorziening van de subsidieaanvrager wordt geïnfiltreerd.

  • 4.

    Het college is bevoegd, het overleggen van andere bescheiden, die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor het beoordelen van de aanvraag, te verlangen.

  • 5.

    Het college beslist binnen 8 weken schriftelijk na ontvangst op de aanvraag.

 

Artikel 2.2 Informatieplicht

Indien voor hetzelfde project tevens subsidie is aangevraagd uit hoofde van een andere subsidieregeling of bij een ander bestuursorgaan, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag. Eventuele bijdragen van derden worden op deze subsidie in mindering gebracht.

 

Artikel 2.3 Weigeren

  • 1.

    De subsidie kan worden geweigerd als naar het oordeel van Burgemeester en wethouders:

  • a.

    Het subsidieplafond uit artikel 1.5 wordt overschreden;

  • b.

    Niet wordt voldaan aan de schoon verhard dakoppervlak eisen, zoals gemeld in artikel 1.2;

  • c.

    Niet wordt voldaan aan de waterbergingseisen, zoals gemeld in “ de Afkoppelnota” (1.6);

  • d.

    Als infiltratie in de bodem van hemelwater dat afstroomt van afgekoppeld verhard dakoppervlak niet haalbaar of niet wenselijk is naar het oordeel van het college;

  • e.

    Deze subsidie reeds eerder op hetzelfde adres voor dezelfde werkzaamheden is verstrekt, tenzij toen maar een gedeelte van de verharding is afgekoppeld.

  • 2.

    Woningcorporaties zijn uitgesloten van deze subsidieregeling.

Hoofdstuk 3 De Subsidievaststelling en Betaling

Artikel 3.1 Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidieontvanger dient binnen 6 maanden na oplevering van het werk een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen 8 weken na ontvangst op de aanvraag.

 

Artikel 3.2 Betaling

De betaling vindt plaats binnen 6 weken na de subsidievaststelling.

 

Hoofdstuk 4 Intrekking

Artikel 4.1 Intrekking

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieverlening intrekken, als het project waarvoor subsidie is verleend niet binnen 6 maanden na subsidieverlening in uitvoering is gegaan en niet binnen 1 jaar is afgerond.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek ontheffing verlenen van de in het eerste lid

  • genoemde termijn.

  •  

Hoofdstuk 5 Hardheidsclausule

Artikel 5.1 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen, waarin de toepassing van deze regeling

naar hun oordeel leidt tot een bijzondere hardheid jegens aanvrager, af te wijken van de bepalingen

van deze regeling.

 

Hoofdstuk 6 Inwerkingtreding

Artikel 6.1  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2020.

  • 2.

    Deze regeling heeft een tijdelijk karakter en is van kracht van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 december 2019:

De Gemeentesecretaris,

mr. drs. A.H. van Hout

De Burgemeester;

drs. H.M.F. Bruls