| B. Uitgangspunt “niet-standaard” bouwwerken: | |
| Voor bouwwerken die niet in bovenstaande tabel Bouwkosten zijn genoemd worden de bouwkosten (exclusief BTW) als uitgangspunt genomen. Onder bouwkosten wordt in deze gevallen verstaan de aan een derde in het economisch verkeer te betalen aanneemsom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1 van de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatiewerken 2012 (UAV 2012) van het uit te voeren werk, of, voor zover deze ontbreekt: een raming van de aan een derde in het economisch verkeer te betalen prijs voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, berekend op de wijze als bedoeld in normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd (exclusief BTW). | |
2.1.1.3 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
2.1.1.4 | Vooroverleg: voordat een aanvraag wordt ingediend tot het verlenen van een vergunning om een bouwwerk te bouwen, kan aan de hand van een schetsplan worden gevraagd naar het oordeel van het bevoegd gezag omtrent de kans op het verlenen van een vergunning voor het bouwen van een, op basis van dat schetsplan, uitgewerkt bouwplan. | |
2.1.1.5 | Moment van indienen: voor de aanvrager is een ontvangstbevestiging aangemaakt waarin vermeld staat dat de aanvraag ontvangen is en geregistreerd | |
2.1.1.6 | Perceel: Het gebied waarop de (partiele) herziening /wijziging van het bestemmingsplan betrekking heeft | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg | | |
2.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg vanaf het moment van indienen | | € 150,00 |
| | | |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning vanaf het moment van indienen voor een project: | | |
| de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
| | | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | | |
2.3.1.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.1.1.1 | als de bouwactiviteit betrekking heeft op een woning: | | |
2.3.1.1.1.1 | als de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen | | € 200,00 |
2.3.1.1.1.2 | als de bouwkosten € 5.000 tot € 100.000 bedragen | | € 200,00 |
| vermeerderd met | | 2,40% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000 te boven gaan; | | |
2.3.1.1.1.3 | als de bouwkosten € 100.000 bedragen of meer | | € 2.430,00 |
| vermeerderd met | | 2,20% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten € 100.000 te boven gaan. | | |
2.3.1.1.2 | als de bouwactiviteit betrekking heeft op een niet-woning: | | |
2.3.1.1.2.1 | als de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen | | € 200,00 |
2.3.1.1.2.2 | als de bouwkosten € 5.000 bedragen of meer doch minder dan | | |
| € 250.000 | | € 200,00 |
| vermeerderd met | | 2,90% |
| van het bedrag waarmee de bouwkosten € 5.000 te boven gaan; | | |
2.3.1.1.2.3 | als de bouwkosten € 250.000 bedragen of meer doch minder dan | | |
| € 500.000 | | € 7.255,00 |
| vermeerderd met | | 2,70% |
| van het bedrag waarmee die bouwkosten € 250.000 te boven gaan; | | |
2.3.1.1.2.4 | als de bouwkosten € 500.000 bedragen of meer doch minder dan | | |
| € 750.000 | | € 14.005,00 |
| vermeerderd met | | 2,5% |
| van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaan; | | |
2.3.1.1.2.5 | als de bouwkosten € 750.000 bedragen of meer doch minder dan | | |
| € 1.000.000 | | € 20.255,00 |
| vermeerderd met | | 2,3% |
| van het bedrag waarmee die bouwkosten € 750.000 te boven gaan; | | |
2.3.1.1.2.6 | als de bouwkosten € 1.000.000 bedragen of meer doch minder dan | | |
| € 5.000.000 | | € 26.005,00 |
| vermeerderd met | | 2,0% |
| van het bedrag waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan; | | |
2.3.1.1.2.7 | als de bouwkosten € 5.000.000 bedragen of meer | | € 106.005,00 |
| vermeerderd met | | 1,0% |
| tot een maximum van | | € 150.000,00 |
| | | |
| Welstandstoets en extra welstandstoets | | |
2.3.1.2.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.1, 2.3.1.1 en 2.3.11.1 bedraagt het tarief, als een welstandstoets noodzakelijk is, naar boven afgerond op een veelvoud van € 1,00, met een minimum van | | € 75,00 |
| 3 0/00 van het deel van de bouwkosten tot en met € 230.000,00 | | |
| plus 0,5 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 230.000,00 tot en met € 455.000,00 | | |
| plus 0,25 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 455.000,00 tot en met € 680.000,00 | | |
| plus 0,125 0/00 van het deel van de bouwkosten meer dan € 680.000,00. | | |
| | | |
2.3.1.2.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1.1, 2.3.1.1 en 2.3.11.1 bedraagt het tarief, als zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is | | € 75,00 |
| | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | | € 300,00 |
| | | |
2.3.1.4 | Achteraf ingediende aanvraag | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 10% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een maximum van € 1.000,- | | |
| | | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | | € 150,00 |
| | | |
| | | |
| | | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 | | |
2.3.3.1 | als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) en/of als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking) | | € 225,00 |
2.3.3.2 | als artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) | | € 3.500,00 |
| tenzij anterieure overeenkomst is aangegaan. Indien dit laatste het geval is worden deze leges niet in rekening gebracht. | | |
2.3.3.3 | als artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) | | € 350,00 |
2.3.3.5 | als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) | | € 3.500,00 |
| tenzij anterieure overeenkomst is aangegaan. Indien dit laatste het geval is worden deze leges niet in rekening gebracht. | | |
2.3.3.6 | als de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | | € 3.500,00 |
| tenzij anterieure overeenkomst is aangegaan. Indien dit laatste het geval is worden deze leges niet in rekening gebracht. | | |
| | | |
2.3.4 | Vervallen | | |
| | | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | |
2.3.5.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | | € 600,00 |
| | | |
2.3.6 | Vervallen | | |
| | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- | | |
| of dorpsgezicht | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten | | € 150,00 |
| | | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | | |
| Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | € 151,00 |
| | | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | | |
| Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | € 150,00 |
| | | |
2.3.10 | Kappen | | |
| Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | € 75,00 |
| | | |
2.3.11 | Reclame | | |
2.3.11.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken van een reclame, waarvoor op grond van de bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.16 van de APV een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo en niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit) bedraagt het tarief | | € 150,00 |
| | | |
2.3.12 | Opslag van roerende zaken | | |
| Als de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel [2:10, vijfde lid, gereserveerd] van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als ook sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.12.1 | als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken: | | € 75,00 |
2.3.12.2 | als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: | | € 75,00 |
| | | |
2.3.13 | Natura 2000-activiteiten | | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | € 75,00 |
| | | |
2.3.14 | Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) | | |
2.3.14.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | € 75,00 |
| | | |
2.3.15 | Andere activiteiten | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.15.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief | | € 75,00 |
2.3.15.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief | | € 75,00 |
| | | |
2.3.16 | Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
| Als de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.16.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.16.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
2.3.17 | Beoordeling bodemrapport | | |
| Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: als de oppervlakte van het perceel dat onderzocht is: | | |
2.3.17.1 | minder is dan 2.000 m² en het rapport wordt digitaal aangeleverd | | € 150,00 |
2.3.17.2 | minder is dan 2.000 m² en het rapport wordt schriftelijk aangeleverd | | € 225,00 |
2.3.17.3 | 2.000 m² is of meer en het rapport wordt digitaal aangeleverd | | € 300,00 |
2.3.17.4 | 2.000 m² is of meer en het rapport wordt schriftelijk aangeleverd | | € 450,00 |
| | | |
2.3.18 | Advies | | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.18.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
| | | |
2.3.19 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.19.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.19.1.1 | als de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | | € 300,00 |
2.3.19.1.2 | als een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven | | € 300,00 |
| | | |
| | | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | | |
2.4.1 | Als de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges, met uitzondering van de geheven leges voor de welstandstoets en de extra welstandstoets, in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | | |
2.4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | | 10% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | | 15% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | |
2.4.3 | Als de aanvraag als bedoeld onder 2.3.1.1 en 2.3.3 van een particuliere woningeigenaar van activiteiten met betrekking tot de onderwerpen bouw en strijdig gebruik, die voldoen aan de Voorwaarden vermindering leges ivm duurzaamheidsmaatregelen, wordt het legesbedrag per bouwplan verminderd met | | 50% |
| met een maximum van | | € 10.000,00 |
| voor zover die het in de programmabegroting vastgestelde budget niet overschrijdt | | |
| | | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten/niet verder in behandeling genomen aanvraag | | |
2.5.1.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt voordat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht dan wel dat de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges. De teruggaaf bedraagt | | 75% |
| van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.1.2 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt nadat de aanvraag in behandeling is genomen als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht doch voor het verlenen van de vergunning, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de geheven leges. | | |
| De teruggaaf bedraagt | | 50% |
| van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten | | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen een jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges. | | |
| | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende bouwactiviteit verschuldigde leges. Hierbij moet onherroepelijk vaststaan dat de vergunning niet wordt verleend. | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij een onherroepelijk vaststaande rechterlijke uitspraak. | | |
| | | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | | |
| Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven. | | |
| | | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel welstandstoets en extra welstandstoets, advies, beoordeling bodemrapport en verklaring van geen bedenkingen | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2.1, 2.3.1.2.2, 2.3.16, 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
| | | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning | | |
| Gereserveerd | | |
| | | |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project | | € 75,00 |
| | | |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | | € 2.000,00 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | | € 1.670,00 |
| | | |
Hoofdstuk 9 Overschrijven | | |
2.9 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om overschrijving van een verleende vergunning op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is gesteld als bedoeld in artikel 10.3 van de Bouwverordening | | € 75,00 |
| | | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking | | € 75,00 |
| | | |
TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN | |
Hoofdstuk 1 Horeca | | |
3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van | | |
3.1.1 | een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet | | € 225,00 |
3.1.2 | een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet | | € 75,00 |
3.1.3 | een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet | | € 75,00 |
3.1.4 | een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet | | € 75,00 |
3.1.5 | een aanvraag tot het wijzigen van het schenkrooster op grond van artikel 3.2 van de Drank- en Horecaverordening | | € 75,00 |
3.1.6 | een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning op grond van artikel 2.2 van de Drank- en Horecaverordening | | € 225,00 |
| | | |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten | | |
3.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de APV, als het betreft | | |
| een evenement Categorie A | | € 75,00 |
| een evenement Categorie B | | € 150,00 |
| een evenement Categorie C | | € 300,00 |
| | | |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven | | |
3.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | | |
3.3.1 | een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de APV 2012 of een opvolger daarvan, anders dan bedoeld in onderdeel 3.3.2: | | |
3.3.1.1 | voor een seksinrichting | | € 300,00 |
3.3.1.2 | voor een escortbedrijf | | € 300,00 |
3.3.2 | wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de APV 2012 of een opvolger daarvan: | | |
3.3.2.1 | voor een seksinrichting | | € 300,00 |
3.3.2.2 | voor een escortbedrijf | | € 300,00 |
| | | |
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte | | |
3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 | | € 75,00 |
| | | |
Hoofdstuk 5 (Markt)standplaatsen | | |
3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag | | |
3.5.1 | om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5 van de Marktverordening Oldenzaal 2012 | | € 75,00 |
3.5.2 | tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de APV (standplaatsvergunning): | | |
3.5.2.1 | geldig voor een dag | | € 25,00 |
3.5.2.2 | geldig voor een periode van meer dan een dag en ten hoogste 30 dagen | | € 50,00 |
3.5.2.3 | geldig voor een periode van meer dan 30 dagen | | € 75,00 |
| | | |
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet | | |
3.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | | |
3.6.1 | voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, | | € 75,00 |
3.6.2 | tot wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing | | € 75,00 |
| | | |
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | | |
3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | | € 75,00 |
| | | |
| | | |
Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Oldenzaal van 16 december 2019, nr. 958 |
Mij bekend, | | | |
De griffier, | | | |