Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2020 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Parkeerverordening 2017.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 12-12-2019 | Nr. 160204 B |
In deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
mantelzorger: hij/zij die onbetaald zorgt voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende ouder, kind of ander familielid, vriend of buur. Hij/zij geeft die zorg wegens een persoonlijke band met die persoon. De zorg die wordt gegeven is langdurig, intensief en afhankelijk van de behoefte van de zorgbehoevende. De zorg overstijgt de gewone zorg van mensen qua duur, intensiteit of zwaarte.
Afdeling II. Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen
Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid.
Een vergunning kan worden verleend aan:
een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren. (Bedrijfsvergunning)
een eigenaar of houder van een (motor)voertuig die als ingezetene met een adres in de gemeente Hulst in de basisregistratie personen is ingeschreven, of in het bezit is van een recreatiewoning in de gemeente Hulst, doch woonachtig is buiten het in artikel 2 bedoelde gebied of optreedt als mantelzorger voor een inwoner van de gemeente Hulst, woonachtig binnen het in artikel 2 bedoelde gebied ongeacht waar de mantelzorger als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven. De mantelzorger die niet als ingezetene met een adres in de gemeente Hulst is ingeschreven in de basisregistratie personen, dient een schriftelijk bewijs te overleggen dat zij of hij als mantelzorger is aangemeld bij de stichting “Hulst voor Elkaar”. Met een dergelijke vergunning kan vergunninghouder dagelijks binnen het in artikel 2 bedoelde gebied en tijden maximaal 4 uur achtereen op parkeerapparatuurplaatsen parkeren. Aan een parkeerschijfvergunning kan maximaal één extra kenteken worden toegevoegd mits de houder van dat kenteken in het bevolkingsregister staat ingeschreven op hetzelfde adres als de vergunninghouder. (Parkeerschijfvergunning)
een eigenaar of houder van een (motor)voertuig die in het bevolkingsregister staat ingeschreven als inwoner van de gemeente Hulst en/of een beroep of bedrijf uitoefent in het in artikel 2 bedoelde gebied. Met een dergelijke vergunning kan vergunninghouder een dagdeel in het in artikel 2 bedoelde gebied en op de in artikel 2 bedoelde tijden parkeren; het is de vergunninghouder toegestaan de (ongebruikte) kraskaart aan derden over te dragen. (Kraskaartvergunning)
een eigenaar of houder van een (motor)voertuig, die met een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij/zij gedurende minimaal één kalenderjaar werkzaam is bij een bedrijf of instelling binnen het in artikel 2 aangewezen gebied. Met een dergelijke vergunning kan vergunninghouder op de in artikel 2 bedoelde tijden parkeren in een in artikel 2 aangewezen gebied. (Medewerkersvergunning)
Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Voor zover een motorvoertuig is voorzien van een voorruit, moet de in het derde lid van dit artikel bedoelde vergunning van buitenaf goed leesbaar achter de voorruit aanwezig zijn.
In afwijking van lid 1 wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 6, een parkeervergunning als bedoeld in de artikelen 1 (Bewonersvergunning), 2 (Bedrijfsvergunning) of 6 (Medewerkersvergunning) van de tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen verleend voor onbepaalde tijd indien de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven.
Afdeling III. Verbodsbepalingen
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.
Het in het tweede en derde lid vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig een vergunning is verleend voor het parkeren op de desbetreffende categorie parkeerapparatuurplaatsen, het voertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van een vergunning en niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.