Organisatie | Sliedrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Sliedrecht 2020 |
Citeertitel | Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Sliedrecht 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 29-10-2019 |
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 1.1.1 van de wet verstaan onder:
cliënt: onder cliënt wordt verstaan degene die behoefte heeft aan maatschappelijke ondersteuning, als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet en onder cliënt wordt in voorkomende gevallen ook verstaan degene die namens de cliënt als gemachtigde of wettelijk vertegenwoordiger bevoegdelijk optreedt;
cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
Artikel 2.2 Waardering van mantelzorgers
Het college bepaalt in het ondersteuningsprogramma mantelzorg waaruit de jaarlijkse blijk van waardering van mantelzorgers van cliënten van de gemeente bestaat.
Artikel 2.3 Cliëntenondersteuning
Het college zorgt ervoor dat ingezetenen een beroep kunnen doen op onafhankelijke cliëntondersteuning, waarbij het belang van de cliënt uitgangspunt is.
Artikel 2.4 Ambulante ondersteuning
Het college draagt zorg voor niet- geïndiceerde ambulante ondersteuning. Deze ondersteuning omvat waar nodig:
Artikel 4.2 Prijs-kwaliteitverhouding
Het college houdt bij het leveren van algemene voorzieningen door derden en het vaststellen van de tarieven daarvan in ieder geval rekening met:
Artikel 6.1 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende algemene voorzieningen, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende algemene voorzieningen te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende algemene voorzieningen, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Sliedrecht op 29 oktober 2019.
De griffier, De voorzitter,
Toelichting verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Sliedrecht 2020
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel bevat de begripsomschrijvingen. Daarbij is ervoor gekozen om een gedeelte van de wettelijke begripsbepalingen over te nemen, omdat niet iedere bepaling een toelichting behoeft.
Artikel 1.2 Doelgroep en reikwijdte
Dit artikel regelt de doelgroep en reikwijdte van deze verordening. Deze verordening heeft alleen betrekking op de algemene voorzieningen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie en de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. De algemene voorzieningen met betrekking tot maatschappelijke zorg (opvang + beschermd wonen) worden in een aparte verordening van de centrumgemeente Dordrecht geregeld. De regels over maatwerkvoorzieningen zijn neergelegd in een verordening op Drechtstedenniveau.
Artikel 2 Algemene voorzieningen
In dit artikel wordt de wettelijke verplichting van het college om algemene voorzieningen te bevorderen en te treffen geconcretiseerd met inachtneming van de reikwijdte van deze verordening. Daarbij is aangegeven dat het college naar eigen oordeel kan bepalen welke algemene voorzieningen het bevordert en treft, waaronder in ieder geval cliëntondersteuning.
Algemene voorziening worden in de wet beschreven als aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat gericht is op het versterken van de zelfredzaamheid, zelfregie en eigen kracht. Voorbeelden zijn: vrijwillige respijtzorg, klussendiensten, lotgenotencontact via de mantelzorgersalons en maatschappelijk werk.
Artikel 2.2 Waardering van mantelzorgers
Dit artikel is een beschrijving van de wettelijke verplichting van het college in artikel 2.1.6 van de wet, waarin is bepaald dat in de verordening wordt bepaald op welke wijze het college zorg draagt voor een jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van cliënten in de gemeente.
Artikel 2.3 Cliëntondersteuning
Dit artikel is een beschrijving van de wettelijke verplichting van het college in artikel 2.2.4, eerste lid, onder a, en tweede lid, van de wet.
Artikel 2.4 Ambulante ondersteuning
Ambulante ondersteuning wordt geleverd vanuit het Bonkelaarhuis. Het staat open voor alle Sliedrechters. Samen met de melder wordt hier bepaald of ondersteuning noodzakelijk is. De ondersteuning kan kort- of langdurend zijn, de vorm hebben van vinger aan de pols contact of structureel worden ingezet. De ondersteuning kan bijvoorbeeld bestaan uit cliëntondersteuning, uit mantel-zorgondersteuning, uit het oefenen van vaardigheden, uit woonbegeleiding en uit ondersteuning bij praktische zaken.
Artikel 3 Bijdrage in de kosten
Dit artikel bepaalt dat voor algemene voorzieningen die door de gemeente worden georganiseerd, geen bijdrage in de kosten, zoals bedoeld in de wet, wordt gevraagd.
Deze bepaling betreft een uitwerking van de verordeningsplicht in artikel 2.1.3 lid 2 onder c van de wet, waarin is bepaald dat in de verordening in ieder geval wordt bepaald welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen.
De regering legt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van voorzieningen bij de gemeente en de aanbieder. Het is aan de gemeente om in de verordening te bepalen welke kwaliteitseisen worden gesteld aan aanbieders van voorzieningen. Die eisen zullen ook betrekking kunnen hebben op de deskundigheid van het in te schakelen personeel. De regering benadrukt in de memorie van toelichting op artikel 2.1.3 lid 2 onder c van de wet (Kamerstukken II 2013/14, 33 841, nr. 3) dat de kwaliteitseisen die zijn vervat in de artikelen 3.1 en verder van de wet en die zich rechtstreeks tot aanbieders richten, daarbij uitgangspunt zijn. De eis dat een voorziening van goede kwaliteit wordt verleend, biedt veel ruimte voor de gemeenten om in overleg met organisaties van cliënten en aanbieders te werken aan kwaliteitsstandaarden voor de ondersteuning. In het eerste lid zijn een aantal voor de hand liggende kwaliteitseisen uitgewerkt.
Artikel 4.2 Prijs-kwaliteitverhouding
Het college kan de uitvoering van de wet, met uitzondering van de vaststelling van de rechten en plichten van de cliënt, door aanbieders laten verrichten (artikel 2.6.4 van de wet). Met het oog op gevallen waarin dit ten aanzien van een voorziening gebeurt, moeten bij verordening regels worden gesteld ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan (artikel 2.6.6 lid 1 van de wet). Daarbij dient in ieder geval rekening gehouden te worden met de deskundigheid van de beroepskrachten en de arbeidsvoorwaarden. Om te voorkomen dat alleen gekeken wordt naar de laagste prijs voor de uitvoering worden in dit artikel een aantal andere aspecten genoemd waarmee het college bij het vaststellen van tarieven (naast de prijs) rekening dient te houden. Hiermee wordt bereikt dat een beter beeld ontstaat van reële kostprijs voor de activiteiten die zij door aanbieders willen laten uitvoeren. Uitgangspunt is dat de aanbieder kundig personeel inzet tegen de arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden. Hiervoor is ten minste een beeld nodig van de vereiste activiteiten en de arbeidsvoorwaarden die daarbij horen. Dit biedt een waarborg voor werknemers dat hun werkzaamheden aansluiten bij de daarvoor geldende arbeidsvoorwaarden.
Artikel 5 Klachtenafhandeling en medezeggenschap
Artikel 5.1 Regeling voor klachtenafhandeling
Dit artikel geeft uitvoering aan artikel 2.1.3 lid 2 onder e van de wet. Het college moet ervoor zorgen dat de aanbieder, indien het college dat noodzakelijk vindt, over een klachtenregeling beschikt. In dat geval ziet het college ook toe op de naleving ervan.
Artikel 5.2 Regeling voor medezeggenschap
Dit artikel geeft uitvoering aan artikel 2.1.3 lid 2 onder f van de wet. Het college moet ervoor zorgen dat de aanbieder, indien het college dat noodzakelijk vindt, over een regeling voor medezeggenschap beschikt. In dat geval ziet het college ook toe op de naleving ervan.
Artikel 6 Burger- en cliëntenparticipatie
Artikel 6.1 Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Deze bepaling geeft uitvoering aan artikel 2.1.3, derde lid, van de wet, dat bepaalt dat een aantal onderwerpen ten aanzien van de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken, in de verordening moeten worden geregeld.
In het eerste lid is verwezen naar de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde inspraakverordening. Op deze manier wordt gewaarborgd dat er eenzelfde inspraakprocedure geldt voor het Wmo 2015-beleid als op andere terreinen. De inspraak geldt voor alle ingezetenen. Dit is uitdrukkelijk de bedoeling van de wetgever, omdat iedereen op enig moment aangewezen kan raken op ondersteuning. Met het vierde lid wordt het aan het college overgelaten om de exacte invulling van de medezeggenschap vorm te geven.
Dit artikel regelt dat de verordening op 1 januari 2020 in werking treedt. Er is geen overgangsrecht opgenomen ten aanzien van algemene voorzieningen, met name omdat voor algemene voorzieningen geen bijdrage wordt gevraagd. Voor de klanten die nu al een algemene voorziening hebben, verandert er daarom niets.
Deze regeling kan worden aangehaald als: “Verordening algemene voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Sliedrecht 2020” en treedt in werking op 1 januari 2020.