Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening haven- en kadegelden 2020 |
Citeertitel | Verordening haven- en kadegelden 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Aanwijzing haven en kadegebied |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2019 | 31-12-2020 | nieuwe regeling | 16-12-2019 |
De raad van de gemeente Elburg;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van haven- en kadegelden 2020.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Voor een gedeelte van een dag, week of maand wordt voor een gehele dag respectievelijk een gehele week of een gehele maand gerekend.
Ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde wateren of kaden, in eigendom bij de gemeente, of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente, wordt onder de naam haven- en kadegeld een recht geheven.
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Artikel 4. Heffingsgrondslagen
1. Grondslagen voor de berekening van het haven- en kadegeld zijn:
2. In de tabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.
Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.
1. Het haven- en kadegeld wordt bij gebruikmaking van een jaarabonnement geheven bij wege van aanslag.
2. Is er geen sprake van een jaarabonnement kan het haven en kadegeld worden geheven bij wege van aanslag, door middel van een gedagtekende nota, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld, of bij wege van voldoening op aangifte met behulp van de betaalautomaat.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld
Het haven- en kadegeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven of kade begint.
Artikel 10. Termijnen van betaling
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 dient het haven- en kadegeld te worden voldaan op het moment waarop de nota wordt uitgereikt. Bij het gebruik maken van een jaarabonnement moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, dat bij gebruikmaking van een jaarabonnement, het verschuldigde bedrag van de aanslag door middel van automatische incasso kan worden afgeschreven in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
3. Indien het verschuldigde termijnbedrag als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kan worden geïncasseerd vervalt voor de betreffende aanslag de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid, of de termijnen die de invorderingsambtenaar vaststelt.
4. Het totaal verschuldigde bedrag aan belasting welke wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, wordt naar beneden afgerond op € 0,05 nauwkeurig. Het verschuldigde bedrag dient per direct te worden betaald.
5. Het totaal verschuldigde bedrag aan belasting welke wordt geheven bij weg van voldoeding op aangifte wordt per direct voldaan.
6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 11. Restitutie en overschrijving
1. Van het havengeld bij gebruik van een jaarabonnement wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van het belastingjaar, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven volle maanden overblijven.
2. Van het havengeld bij gebruik van een jaarabonnement wordt, indien het gebruik van de haven begint in de loop van het belastingjaar, door een schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, de aanslag opgelegd voor zoveel twaalfden van het te betalen bedrag als er in dat jaar na het begin van het gebruik van de haven volle maanden overblijven.
3. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig wordt, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, met ingang van de 1e volle maand een aanvullende aanslag opgelegd c.q. een vermindering verleend.
Artikel 13. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de haven- en kadegelden.
Artikel 14. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
3. De Verordening haven- en kadegelden 2019 van 17 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening haven- en kadegelden 2020.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2019.
De voorzitter, ir. J.N. Rozendaal
Tarieventabel behorende bij de Verordening haven- en kadegelden 2020
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting.
2.1 Voor het op de openbare kade of wal, gelegen aan de haven, tijdelijk doen verblijven van goederen, materialen of voorwerpen bedraagt het kadegeld per week, per vierkante meter: € 1,00.
3.1 Ingeval een betaling op grond van deze tarieventabel door middel van contante betaling wordt gedaan aan de havenmeester wordt het te betalen bedrag verhoogd met administratiekosten ten bedrage van: € 1,00.
3.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot inschrijving als gegadigde voor een vaste ligplaats: € 40,55.