Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2020 |
Citeertitel | Legesverordening 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 22-12-2020 | Nieuwe regeling | 07-11-2019 | ||
24-12-2019 | 22-12-2020 | 1e Wijziging Legesverordening 2020 | 10-12-2019 |
De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;
Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019;
gelet op de artikelen 156 eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
In afwijking van gestelde in lid 1 wordt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning uitstel van betaling gegeven voor Collectief Particulier Opdrachtgeversschap (CPO) ontwikkelingen tot het moment van overdracht van de (bouw) grond, met dienverstanden dat het uitstel maximaal de duur van twee jaar mag bedragen gerekend vanaf het moment van het indienen van de aanvraag.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
a. onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);
b. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
d. onderdeel 1.4.3 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht en slotbepalingen
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Geertruidenberg, 7 november 2019
De raad van Geertruidenberg,
de griffier, de voorzitter,
drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere M. Witte
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 13 Kabels en leidingen
Hoofdstuk 14 Verkeer en vervoer
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 2 Algemene Plaatselijke Verordening (evenementen)
Hoofdstuk 3 Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Titel 1 Algemene Dienstverlening
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; | |||
bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Als minimale ondergrens van de bouwkosten wordt gehanteerd de door het Nederlands Bouwkosten Instituut (NBI) bepaalde basisbedragen voor gebouwen provincie Noord-Brabant voor 2019, zoals benoemd in het Onderzoeksrapport Basisbedragen Gebouwen 4e kwartaal 2019. Dit onderzoeksrapport ligt ter inzage bij de gemeente Geertruidenberg en wordt gepubliceerd op de website van de gemeente www.geertruidenberg.nl. | |||
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |||
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot beoordeling van een vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag in verband met de indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is 0.1 % van de bouwkosten van het project, met een minimum van € 111,45 | |||
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedraagt: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen van de bouwkosten, met een minimum van € 230,30 | |||
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen van de bouwkosten | |||
indien de bouwkosten > € 5.000.000 bedragen van de bouwkosten met een maximum van € 500.000,00 | |||
Indien voor een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, de werkelijke bouwkosten na het gereedkomen van de bouw afwijken van het op de voet van 2.3.1.1 t/m 2.3.1.3 vastgestelde bedrag, is over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde bedrag wordt berekend door op de werkelijke bouwkosten het desbetreffende tarief toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges als voorheffing in mindering te brengen | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, als tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag krachtens een wettelijk voorschrift een welstandsadvies c.q. een advies van de Commissie ruimtelijke kwaliteit noodzakelijk is, verhoogd met het tarief genoemd in onderstaande tabel, Bouwkosten: | |||
voor een welstandstoets in een ander geval dan zoals bedoeld onder 2.3.1.2.3., c.q. voor een toets door de kleine Commissie ruimtelijke kwaliteit een minimum van | |||
voor een welstandstoets van een plan, dat aangewezen erfgoed en/of een historisch gebied in de zin van de welstandsnota betreft, c.q. voor een toets door de grote Commissie ruimtelijke kwaliteit een minimum van | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |||
bij advisering door een door de gemeente ingehuurde archeoloog in het kader van een door de gemeente op grond van het bestemmingsplan of de Monumentenwet 1988 vereiste indiening van een archeologisch onderzoek door de verzoeker of in het kader van de totstandkoming van een bestemmingsplan voor medewerking aan een verzoek, worden de werkelijke kosten van de advisering door deze archeoloog bij de verzoeker in rekening gebracht. | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van € 230,30 | |||
Vrijstelling van leges voor de activiteit bouwen als bedoeld in dit artikel wordt verstrekt voor de behandeling van aanvragen betrekking hebbende op onderhoudswerkzaamheden, welke vallen onder bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht. Voor: • een beschermd rijksmonument; • een gemeentelijk monument als bedoeld in de gemeentelijke erfgoedverordening; • een beeldbepalende zaak / een beeldbepalend pand als bedoeld in de gemeentelijke erfgoedverordening; • panden gelegen binnen een door rijk of gemeente beschermd stads- en dorpsgezicht van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Onverminderd het bepaalde onder 2.3.1.3.2. van deze verordening wordt vrijstelling van leges voor een aanlegactiviteit in de zin van artikel 2.1 lid 1 onder b van de Wabo verstrekt als bestemmingsplanvoorschriften ter bescherming van archeologische waarden een vergunning voor deze activiteit eisen in het geval van een bodemverstoring als gevolg van de activiteit bouwen. | |||
Onverminderd het bepaalde onder 2.3.1.3.2. van deze verordening wordt vrijstelling van leges verstrekt voor een vrijstelling/ontheffing die het bestemmingsplan zelf geeft van bestemmingsplanvoorschriften ter bescherming van archeologische waarden. | |||
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. worden de werkelijke kosten in rekening gebracht, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van agrarische commissie wordt beoordeeld | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.3.2. zelf toepassing vindt. | |||
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw of aanlegactiviteit | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en 2.3.2: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) bedraagt het tarief: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) bedraagt het tarief: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking/projectbesluit) bedraagt het tarief -indien de bouw-/aanlegkosten niet meer bedragen dan € 300.000,00 | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking/projectbesluit) bedraagt het tarief -indien de bouw-/aanlegkosten -indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 300.000,00 bedragen: van de bouw-/aanlegkosten, met een minimum van € 9.433,35 en een maximum van € 22.163,85 | |||
Indien van toepassing wordt het legesbedrag verhoogd met de kosten van de publicatie in de Staatscourant | |||
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) bedraagt het tarief: | |||
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) bedraagt het tarief: | |||
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) bedraagt het tarief: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) bedraagt het tarief: | |||
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking/projectbesluit): | |||
Indien van toepassing wordt het legesbedrag verhoogd met de kosten van de publicatie in de Staatscourant | |||
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | |||
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | |||
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | |||
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | |||
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, worden de tarieven in rekening gebracht per m2 gebruiksoppervlak als bedoeld in NEN 2580, 2e druk mei 1997 of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. | |||
Bruto-oppervlak van 1000 m2 of meer, maar minder dan 1500 m2 | |||
Bruto-oppervlak van 1500 m2 of meer, maar minder dan 2000 m2 | |||
Bruto-oppervlak 2000 m2 of meer vermeerderd met € 135,00 voor elke 500 m2 of gedeelte daarvan boven de 2000 m2, doch minder dan 5000 m2 | |||
Bruto-oppervlak 5000 m2 of meer vermeerderd met € 135,00 voor elke 1000 m2 of gedeelte daarvan boven de 5000 m2, doch minder dan 10.000 m2 | |||
Bruto-oppervlak 10.000 m2 of meer vermeerderd met € 135,00 voor elke 2000 m2 of gedeelte daarvan boven de 10.000 m2 | |||
Indien de aanvraag is ingediend in verband met een wijziging van een bouwwerk, voor die wijziging berekening als bovenstaand alleen de oppervlakte die wijziging betreffen | |||
Voor zover het gaat om een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een bouwwerk ten behoeve van een evenement bedraagt het tarief | |||
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief | |||
voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument: | |||
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: gratis | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo c.q. artikel 2.2 lid 2 van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de erfgoedverordening van de gemeente Geertruidenberg aangewezen monument of gemeentelijk beeldbepalend pand/zaak, waarvoor op grond van die provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |||
voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument of gemeentelijke beeldbepalend pand/zaak: | |||
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of gemeentelijk monument of gemeentelijk beeldbepalend pand/zaak op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | |||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene Plaatselijke Verordening (omgevingsvergunning voor handelreclame) | |||
Voor de toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1e, van de Wabo (binnenplanse afwijking) voor het in afwijking van de bestemmingsplanregels die gelden voor het beschermd stadsgezicht (Dongeburgh 2012 en Kom Geertruidenberg 2012) plaatsen van zonnepanelen op daken bedraagt het tarief: | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |||
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | |||
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,onder k, van de Wabo: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | |||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voor gaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |||
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn