Organisatie | Capelle aan den IJssel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening commissie detailhandel |
Citeertitel | Verordening commissie detailhandel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Vindplaats voorstel is onbekend.
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-04-1994 | nieuwe regeling | 14-03-1994 IJsselpost, 22-10-2008 | onbekend |
Elke organisatie, als bedoeld in het vorige artikel, wijst uit zijn midden het daar genoemde aantal leden aan en wijst tevens voor elk lid één plaatsvervanger aan. Hetgeen in deze verordening bepaald is voor de leden geldt op overeenkomstige wijze voor de plaatsvervangende leden.
Voorzitter van de commissie is het lid van het college van burgemeester en wethouders, of zijn plaatsvervanger.
De commissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders desgevraagd te adviseren over alle onderwerpen van gemeentelijk beleid, waarbij de belangen van de detailhandel betrokken zijn.
Heeft een voorstel betrekking op een onderwerp, dat behoort tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders, dan neemt dat college daarop een beslissing.
Behoort een onderwerp tot de bevoegdheid van de raad, dan legt het college van burgemeester en wethouders het voorstel, voorzien van zijn advies, ter besluitvorming voor aan de raad.
De commissie kan uit haar midden een sub-commissie instellen, indien dit voor de behandeling van een bepaald onderwerp noodzakelijk wordt geoordeeld.
De voorzitter van een sub-commissie wordt door de leden uit hun midden aangewezen.
De secretaris van de commissie is tevens secretaris van een sub-commissie.
De vergaderingen worden in het openbaar gehouden.
De deuren van de vergadering worden gesloten, wanneer ten minste twee van de aanwezige leden dit verlangen of de voorzitter dit nodig oordeelt.
De commissie besluit vervolgens dat met gesloten deuren (verder) zal worden vergaderd, wanneer haar blijkt, dat bij (verdere) openbare behandeling particuliere en/of algemene belangen door de openbaarheid wezenlijk zouden kunnen worden geschaad.
De schriftelijke oproeping tot de vergadering geschiedt door de voorzitter ten minste twee weken te voren, tenzij dit in spoedeisende gevallen, dit ter zijner beoordeling, niet mogelijk is.
De agenda wordt bij de oproeping gevoegd met, voor zover aanwezig, de stukken, die op de te behandelen onderwerpen betrekking hebben.
Gelijktijdig worden de oproeping, de agenda en de vergaderstukken aan de daarvoor in aanmerking komende persorganen toegezonden en zorgt de secretaris ervoor dat dag, plaats, tijdstip en agenda door middel van een publicatie op de in de gemeente gebruikelijke wijze bekend gemaakt worden, indien het een openbare vergadering betreft.
Indien een lid verhinderd is om een vergadering bij te wonen, stelt het zijn plaatsvervanger daarvan op de hoogte, onder toezending van de vergaderstukken en de agenda.
De agenda en - voor zover mogelijk - de daarop betrekking hebbende stukken, worden bij de aanvang van de vergadering kosteloos aan de aanwezigen op de publieke tribune beschikbaar gesteld.
In spoedeisende gevallen, dit ter beoordeling van de voorzitter, is deze bevoegd om ter vergadering een onderwerp aan de agenda toe te voegen.
De commissie besluit of dit onderwerp ter vergadering behandeld zal worden, of tot een volgende vergadering zal worden uitgesteld.
Een ieder kan over de agendapunten en de stukken, die ter inzage hebben gelegen, schriftelijk vragen stellen en opmerkingen maken, of zijn zienswijze naar voren brengen.
Een dergelijk geschrift moet ten minste drie uur voor de aanvang van de vergadering bij de voorzitter zijn ingediend.
De voorzitter maakt in de vergadering daarvan melding en stelt het geschrift ter discussie.
Van het verhandelde in de vergadering wordt door de secretaris een beknopt verslag gemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en zo spoedig mogelijk ter kennisneming aan het college van burgemeester en wethouders wordt toegezonden.
De voorzitter kan op verzoek van ten minste twee leden, of zo dikwijls hij dit nodig oordeelt, de vergadering schorsen.
De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en hij is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door de aanwezigen op de publieke tribune wordt verstoord, hen, die dit doen, of al deze aanwezigen te doen vertrekken.