| Organisatie | Flevoland |
|---|---|
| Organisatietype | Provincie |
| Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent instructie fruitschade aan de directeur van BIJ12 |
| Citeertitel | Instructie fruitschade aan de directeur van BIJ12 |
| Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/XHTMLoutput/Actueel/Flevoland/CVDR601710.html
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 19-12-2019 | nieuwe regeling | 10-12-2019 | 2500416 |
Bekendmaking van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d. 10 december 2019, nummer 2469926;
Gelet op artikel 6.1 van de Wet natuurbescherming;
Gelet op artikel 6, eerste lid onder g aanhef en sub II van de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2016;
Gelet op artikel 4 van het “Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende mandaat/machtigingenbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van Flevoland aan BIJ12” d.d. 6 december 2016, waarin mandaat is verleend aan de directeur van BIJ12 voor het verlenen van tegemoetkomingen in faunaschade;
Vast te stellen de volgende instructie “fruitschade” aan de directeur van BIJ12:
In afwijking van artikel 6, eerste lid onder g aanhef en sub II van de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2016 d.d. 28 februari 2017, bedraagt de tegemoetkoming in de schade door vogels aan appels en peren over het jaar 2019 60 % van de getaxeerde waarde.
Een in artikel I bedoelde tegemoetkoming over 2019 wordt verleend in die gevallen waarin tijdig bezwaar is ingesteld, waar de aanvraag is onderbouwd met een deugdelijke onafhankelijke taxatie en deze voor het overige voldoet aan de voorwaarden voor een tegemoetkoming.
Per 1 januari 2017 zijn de provincies bevoegd geworden tot het verlenen van tegemoetkomingen in de schade door in het wild levende dieren. Op 28 februari 2017 is door Gedeputeerde Staten van Flevoland de Beleidsregel tegemoetkoming faunaschade provincie Flevoland 2016 vastgesteld. Tevens is de bevoegdheid tot het verlenen van een tegemoetkoming in faunaschade gemandateerd aan de directeur van BUI2 (Mandaat/machtigingenbesluit verlenen tegemoetkoming faunaschade gedeputeerde staten van de provincie Flevoland aan BUI2 d.d. 6 december 2016). Evenals in de beleidsregels van de andere provincies, is ook in deze beleidsregels bepaald, dat er geen tegemoetkoming in de schade zal worden toegekend voor o.a. schade aan zacht fruit en pit- en steenvruchten. Door meerdere fruittelers in het land is beroep ingesteld tegen de weigering van de vergoeding. De meeste beroepen zijn behandeld door de Rechtbank Gelderland. Tegen de uitspraken van de Rechtbank Gelderland d.d. 2 augustus 2017 is door meerdere provincies beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling heeft, evenals de Rechtbank, op 9 mei 2018 uitgesproken dat in principe 60 procent van de geleden vogelschade vergoed dient te worden. In verband hiermee dient deze instructie vastgesteld te worden. Voor de jaren 2016, 2017 en 2018 is reeds eerder, op 18 december 2018 (gepubliceerd in het Provinciaal Blad d.d. 27 december 2018, nr 9794) een instructie vastgesteld.
Het verlagen van de tegemoetkoming tot 30 procent of minder leidt naar het oordeel van de Afdeling tot een onevenredig zware last voor de fruittelers. Er kan wel voor een afwijkend percentage worden gekozen mits dit deugdelijk wordt gemotiveerd en toegespitst wordt op de specifieke omstandigheden van de betreffende fruitteler.
Bij de beoordeling om alsnog een tegemoetkoming van 60 procent te verstrekken hoeft in deze gevallen niet te worden getoetst of afdoende preventieve maatregelen zijn getroffen. Aannemelijk is dat de aangekondigde verdere afbouw van de tegemoetkoming naar nul procent gepaard is gegaan met een verhoogde prikkel tot inspanning om schade te voorkomen, ook zonder dat dit is geregistreerd. In deze gevallen hoeft daarom geen nadere toets op de getroffen preventieve maatregelen plaats te vinden.