Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en invordering van precariobelasting (Verordening precariobelasting 2020) |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening precariobelasting 2019.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2019 | nieuwe regeling | 09-12-2019 |
De raad van de gemeente Wageningen;
het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders
artikel 228 van de Gemeentewet
De Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2020 vast te stellen.
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2020
De belasting wordt geheven van degene, van wie, dan wel ten behoeve van wie, de in artikel 2, lid 1 bedoelde voorwerpen aanwezig zijn.
Artikel 4 - Heffingsgrondslag en tarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Het belastingtijdvak is de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
De belasting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt niet geheven ter zake van:
De niet-jaarlijkse belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of een ander schriftelijk stuk, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld. Het verschuldigde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de nota of ander schriftelijk stuk aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
Artikel 9 - Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 december 2019