Organisatie | Wageningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Wageningen houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgeld (Marktgeldverordening 2020) |
Citeertitel | Marktgeldverordening 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Marktgeldverordening 2017.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2019 | nieuwe regeling | 09-12-2019 | 16.0201530 |
Artikel 1. Aard van de heffing, belastbaar feit
Onder de naam “marktgeld” worden rechten geheven voor het gebruik van enig gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, welke voor het houden van markten aangewezen is en voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur in verband daarmee verstrekte diensten.
Het marktgeld bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt geheven door middel van een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Indien als gevolg van overmacht de belastingplichtige geen gebruik heeft kunnen maken van de standplaats, wordt in het geval van betaling bij wijze van abonnement, een evenredig deel van het abonnementsbedrag, berekend over het aantal volle kalendermaanden, gedurende welke de standplaats niet door hem/haar is gebruikt, aan de belastingplichtige terugbetaald.
Voor de berekening van het recht wordt een gedeelte van een dag en van een strekkende dan wel een vierkante meter voor een gehele gerekend.
Artikel 7. Verschuldigdheid en heffing naar tijdsgelang
Indien de vergunning voor het innemen van een vaste standplaats als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Marktverordening Wageningen 2017, in de loop van het kalenderkwartaal, dan wel het kalenderjaar, wordt verleend, zijn in afwijking van het eerste lid de in dat lid genoemde rechten verschuldigd vanaf de datum waarop deze vergunning is verleend.
Indien de vergunning voor het innemen van een vaste standplaats, als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Marktverordening Wageningen 2017, in de loop van het kalenderkwartaal wordt verleend, bedragen de retributies, zoals bedoelt in artikel 3, eerste lid, onder a en artikel 3, derde lid, onder a, even zoveel derde gedeelten van de voor dat kwartaal verschuldigde retributie als er in dat kwartaal, vanaf de datum waarop voornoemde vergunning is verleend, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de vergunning voor het innemen van een vaste standplaats, als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Marktverordening Wageningen 2017, in de loop van het kalenderkwartaal wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van de op grond van artikel 3, eerste lid, onder a en artikel 3, derde lid, onder a voor dat kwartaal verschuldigde retributie als er in dat kwartaal, vanaf de datum waarop voornoemde vergunning is ingetrokken, nog volle kalendermaanden overblijven.
De rechten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b en c, artikel 3, derde lid, onder b en c en artikel 5, tweede lid, zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening dan wel bij aanvang van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, welke voor het houden van markten is aangewezen.
Artikel 8. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de rechten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a, artikel 3, derde lid, onder a en artikel 5, eerste lid, worden voldaan binnen zes weken na de dagtekening van de in artikel 4, eerste lid, bedoelde nota of ander schriftuur.