Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Altena

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent de gedragscode voor raads- en burgerleden gemeente Altena

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAltena
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent de gedragscode voor raads- en burgerleden gemeente Altena
CiteertitelGedragscode voor raads- en burgerleden gemeente Altena
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-2019nieuwe regeling

07-05-2019

gmb-2019-305888

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent de gedragscode voor raads- en burgerleden gemeente Altena

 

1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1  

Deze gedragscode geldt voor de leden van de raad en voor de beëdigde burgerleden.

Onder het raadslid wordt waar dat van toepassing is, ook verstaan het burgerlid.

Artikel 1.2  

In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium.

Artikel 1.3  

De code is openbaar en door derden te raadplegen op de website van de gemeente.

Artikel 1.4  

De leden van de raad en de burgerleden worden bij hun aantreden geattendeerd op de Handreiking integriteit en de Gedragscode.

Artikel 1.5  

Deze code is eveneens van toepassing op de leden van het college van burgemeester en wethouders. Waar gesproken wordt over de raad wordt bedoeld het college, waar gesproken wordt over de griffier wordt in dat geval bedoeld de gemeentesecretaris.

2. Belangenverstrengeling

 

Van belangenverstrengeling is sprake als het publiek belang wordt vermengd met het persoonlijk belang van een raadslid. Hierdoor is een zuiver besluiten of handelen in het publiek belang niet meer gewaarborgd. Raadsleden vermijden niet alleen feitelijke belangenverstrengeling, maar ook de schijn ervan.

Artikel 2.1  

Betaalde en onbetaalde functies die een raadslid vervult naast het raadslidmaatschap worden openbaar gemaakt op de website van de gemeente. Het raadslid levert de informatie over een functie, die openbaar gemaakt moet worden, aan bij de griffier. Wijzigingen meldt het raadslid binnen één week bij de griffier. De griffier draagt zorg voor een register.

Artikel 2.2.  

De informatie over de betaalde en onbetaalde functies betreft in ieder geval de omschrijving van de functie, de organisatie voor wie de functie wordt verricht, of de functie al dan niet bezoldigd is en of er een potentieel conflict kan optreden met het raadslidmaatschap.

Artikel 2.3  

Een raadslid mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander of van een organisatie bij wie hij een persoonlijke betrokkenheid heeft.

Artikel 2.4  

Een raadslid moet actief en uit zichzelf belangenverstrengeling en de schijn daarvan tegengaan.

Artikel 2.5  

Een raadslid onttrekt zich van deelname aan de stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling aan de orde is of om kwesties waarbij het gaat om een belang van een individu of organisatie waarbij hij een substantiële betrokkenheid. Her raadslid onthoudt zich van stemming wanneer het gaat dan om kwesties waar hij zelf een (direct) persoonlijk belang bij heeft.

Artikel 2.6  

Een raadslid onthoudt zich bij beslissingen waarbij belangenverstrengeling aan de orde is, niet alleen van stemming (zie art. 2.5) maar ook van de beïnvloeding van de opiniëring en besluitvorming in de andere fases van het besluitvormingsproces.

Artikel 2.7  

Een raadslid dat een bestuursfunctie bekleedt bij een door de gemeente gesubsidieerde organisatie bespreekt met de burgemeester en griffier of en op welke wijze deze functies te combineren zijn.

Artikel 2.8  

Een raadslid dat beroepsmatig of als adviseur betrokken is bij een aanvraag bij de gemeente bespreekt tijdig met de burgemeester en griffier op welke wijze in deze te handelen.

Artikel 2.9  

Een raadslid dat liefdes- of familierelaties onderhoudt met een medewerker van de gemeentelijke organisatie doet daarvan melding en bespreekt tijdig met de burgemeester en griffier op welke wijze in deze te handelen.

Artikel 2.10  

Een raadslid doet er opgaaf van dat hij of zijn partner substantiële financiële belangen heeft – bijvoorbeeld aandelen, opties en derivaten – in ondernemingen waarmee de gemeente zaken doet of waarin de gemeente een belang heeft. Deze financiële belangen zijn openbaar en worden ter inzage gelegd. Ook een tussentijds ontstaan substantieel financieel belang dient opgegeven te worden.

3. Omgaan met informatie

 

Raadsleden beschikken over veel informatie. Daar gaan zij zorgvuldig mee om. Anders wordt de geloofwaardigheid van zowel henzelf als van de gemeente aangetast. Daarom geldt een aantal basisregels voor hoe een integer raadslid met informatie moet omgaan.

Artikel 3.1  

De raad ziet er op toe dat het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester de raad goed informeert. Het college en de burgemeester verstrekken alle inlichtingen die de raad dan wel individuele raadsleden voor de uitoefening van hun taak nodig hebben. Wanneer dit in strijd is met het openbaar belang wordt de informatie onder oplegging van geheimhouding verstrekt.

Artikel 3.2  

Een raadslid dat de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het geheime karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet hem tot mededeling verplicht.

Artikel 3.3  

Een raadslid maakt niet ten eigen bate of ten bate van een ander, gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 3.4  

Een raadslid houdt zich niet vanuit verschillende functies bezig met hetzelfde onderwerp, tenzij dit vanuit een privébelang onvermijdelijk is. In dat geval maakt hij dit bespreekbaar en benoemt dit expliciet.

Artikel 3.5  

Een raadslid maakt brieven niet openbaar en stuurt e-mails niet door zonder instemming van de afzender. Bij twijfel over de bedoeling van de afzender informeert hij hier eerst naar.

4. Aannemen van geschenken en uitnodigingen

 

Als zij de ambtseed of belofte afleggen, verklaren raadsleden dat zij geen giften of gunsten hebben gegeven of beloofd om te worden benoemd. Ook beloven ze dat ze geen geschenken zullen aannemen of beloften zullen doen in ruil voor een tegenprestatie.

Artikel 4.1  

Een raadslid mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

Artikel 4.2  

Geschenken en giften die een raadslid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld. De griffier zorgt voor de registratie van deze giften en hun gemeentelijke bestemming.

Artikel 4.3  

Indien een raadslid geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan € 50,-- vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van artikel 4.2 worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld en geregistreerd. Het gaat in deze situatie om incidentele, kleine attenties, waarbij de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 4.4  

Een raadslid accepteert geen faciliteiten en diensten van anderen die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie worden aangeboden, tenzij het weigeren ervan het raadswerk onmogelijk zou maken, én de schijn van corruptie minimaal is.

Artikel 4.5  

Een raadslid accepteert lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, alleen als dat behoort tot de uitoefening van het raadswerk of de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel, én tegelijkertijd de schijn van corruptie minimaal is.

5. Gebruiken van voorzieningen

 

Raadsleden bevinden zich als het gaat over ‘vergoeding van kosten’ of ‘gebruik maken van voor-zieningen’ in een glazen huis. Ze moeten zich voortdurend bewust zijn van het feit dat ze niet alleen verantwoord met publieke middelen omgaan, maar ook helder zijn over de hoogte van de kosten die zij maken. Hiermee voorkomen raadsleden dat ze in een kwetsbare positie terecht komen.

Artikel 5.1  

Een raadslid gebruikt geen gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen voor privédoeleinden.

Artikel 5.2  

Een raadslid houdt zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals vergaderfaciliteiten, computerapparatuur met toebehoren, voorzieningen in de Fractiekamer en dergelijke.

Artikel 5.3  

Een raadslid houdt zich aan de regelgeving en het beleid dat is vastgesteld met betrekking tot onkostenvergoedingen en declaraties (o.g.v. KB betreffende rechtspositie raads- en commissie-leden, ministeriële circulaires en de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden).

6. Onderlinge omgang en de gang van zaken tijdens vergaderingen

 

Elk raadslid, elke bestuurder, elke griffiemedewerker, elke ambtenaar verdient respect. Een respectvolle omgang met elkaar maakt het beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen. Dat is wezenlijk voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien is de manier waarop men in de raad met elkaar omgaat van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. Representativiteit als vertegenwoordiger van het openbaar bestuur staat daarom hoog in het vaandel.

Artikel 6.1  

Raadsleden gaan respectvol met elkaar en met collegeleden, ambtenaren en burgers om.

Artikel 6.2  

Raadsleden bejegenen elkaar, de griffie en andere ambtenaren correct in woord, gebaar en geschrift, inclusief social media.

Artikel 6.3  

Een raadslid kan voor feitelijke informatie rechtstreeks contact opnemen met ambtelijk medewerkers. Het raadslid onthoudt zich van het vragen naar een oordeel van de medewerker alsmede van het geven van aanwijzingen of opdrachten.

Artikel 6.4  

Een raadslid houdt zich tijdens de vergadering aan het reglement van orde en volgt de aanwijzingen van de voorzitter op.

Artikel 6.5  

Een raadslid onthoudt zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief social media, van persoonlijke uitingen over individuele ambtenaren in vergaderingen en in het openbaar.

Artikel 6.6  

Raadsleden gedragen en tonen zich representatief als vertegenwoordiger van de gemeente Altena.

 

7. Naleving van de gedragscode

 

Naast het vaststellen ervan is het van belang dat er op wordt toegezien dat de Gedragscode ook daadwerkelijk wordt nageleefd. In de code zijn immers de regels en waarden vast waaraan het handelen van raadsleden minimaal moet voldoen.

Artikel 7.1  

De raad ziet er op toe dat de raad, de fracties en de individuele raadsleden de Gedragscode naleven.

Artikel 7.2  

Een raadslid dat twijfelt of een handeling die hij wil verrichten of nalaten een overtreding van de code zou kunnen zijn, wint hierover advies in bij de griffier.

Artikel 7.3  

Als een raadslid vermoedt dat een regel van de gedragscode wordt overtreden door een ander raadslid of een wethouder, dan rust op hem de verplichting om hiervan melding te doen bij de burgemeester. Als het vermoeden zich richt op de burgemeester doet het raadslid de melding bij de plaatsvervangend raadsvoorzitter.

Artikel 7.4  

In het geval er een concreet vermoeden is dat een raadslid een regel van de Gedragscode heeft overtreden, kan de burgemeester na overleg met de fractievoorzitters besluiten een onderzoek hiernaar te doen verrichten.

Betreft het vermoeden de persoon van de burgemeester dan treedt de waarnemend voorzitter van de gemeenteraad in samenspraak met de commissaris van de Koning in de positie om te besluiten tot een onderzoek.

Artikel 7.5  

De gemeenteraad bespreekt het thema integriteit tenminste twee maal per raadsperiode. De actualiteit van de Gedragscode wordt daarbij in ogenschouw genomen.

Deze Gedragscode is vastgesteld door de gemeenteraad van Altena op 7 mei 2019.

De raadsgriffier,

Drs. S.J. Peet

de voorzitter,

M.A. Fränzel Msc