Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | UITVOERINGSOVEREENKOMST 2020-2024 Bedrijveninvesteringszone Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o. |
Citeertitel | Uitvoeringsovereenkomst 2020-2024 bedrijveninvesteringszone Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Uitvoeringsovereenkomst 2020-2024 bedrijveninvesteringszone Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o. |
Externe bijlage | RIS303501 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-09-2019 |
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
Het college van burgemeester en wethouders,
de wnd. secretaris, de locoburgemeester,
Dineke ten Hoorn Boer, Boudewijn Revis
De Wet op de bedrijveninvesteringszones opent de mogelijkheid dat de gemeenteraad bij verordening onder de naam BIZ-bijdrage een heffing instelt ter zake van binnen een bepaald gebied in de gemeente (Bedrijveninvesteringszone) gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen, welke heffing strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone, waaronder begrepen de verbetering van het ondernemersklimaat.
De vereniging staat ervoor in dat zij voldoet en zal blijven voldoen aan de eisen van de Wet en de Verordening, met name aan de vereisten, neergelegd in de artikelen 7 en 8 van de Wet, en dat zij geen andere activiteiten zal ontplooien dan in artikel 5 van deze overeenkomst vermeld.
De gemeente int jaarlijks onder de bijdrageplichtigen in de bedrijveninvesteringszone de BIZ-bijdrage volgens de verordening en keert de opbrengst verminderd met 2,1% perceptiekosten (zijnde de administratieve kosten van het aanslaan en invorderen van de BIZ-bijdrage) als BIZ-subsidie uit aan de BIZ-vereniging.
Het college verleent de vereniging jaarlijks een voorschot op de subsidie. Het voorschot bedraagt 90% van het voor dat jaar verleende subsidiebedrag. Dit subsidiebedrag wordt jaarlijks bepaald op basis van het aantal belastbare objecten. Jaarlijkse vaststelling vindt plaats op tenminste 90% van de verleende subsidie. Indien door de gemeente meer wordt ontvangen dan 90% zal dit (jaarlijks) aan de vereniging worden uitbetaald.
De vereniging bericht de gemeente onverwijld over voorgenomen wijzigingen in haar Statuten en reglementen en in het BIZ-plan. Dergelijke wijzigingen behoeven de voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente.
5.1 De vereniging staat ervoor in dat de BIZ-subsidie wordt aangewend – en uitsluitend wordt aangewend – voor de volgende activiteiten - voor zover die activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven in overeenstemming zijn met de Wet, de Verordening, de Beschikking en de Statuten:
Het bestuur van de BIZ-vereniging is mede op grond van de artikelen 7 en 8 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones gehouden alle bijdrageplichtigen te betrekken bij de besluitvorming en andere bijdrageplichtigen van alle nodige informatie te voorzien die voor een goede oordeelsvorming over het BIZ-beleid nodig is.
De Wet op de bedrijveninvesteringszones verplicht de gemeente en BIZ-vereniging schriftelijke afspraken te maken over het minimale niveau van dienstverlening van de gemeente voor de periode waarvoor de BIZ-bijdrage wordt ingesteld of verlengd en die voorkomen dat er bestaande taken op de BIZ worden afgewenteld. Mede daarom wordt de volgende afspraak gemaakt over het minimale serviceniveau van de gemeente:
Ten behoeve van een goede uitgangspositie voor het verbeteren van de openbare ruimte door de vereniging verplicht de gemeente zich om tijdens de duur van deze overeenkomst de kwaliteit van het schoonhouden te handhaven op het niveau Residentiekwaliteit. Deze verplichting geldt uitsluitend voor de periodes waarover BIZ-subsidie wordt verleend. Bij deze verplichting wordt het uitdrukkelijke voorbehoud gemaakt, dat er gewichtige redenen, zoals budget neutrale systeemwijzigingen of door de Raad gesanctioneerde bezuinigingen kunnen zijn, waarom de gemeente gedurende deze overeenkomst het niveau niet kan handhaven. In zo’n geval is de gemeente verplicht dat vooraf aan de vereniging te melden.
Indien de BIZ-vereniging dat wenst is het gedurende de looptijd van de BIZ mogelijk om aanvullende afspraken te maken tussen de vereniging en de gemeente over de (al of niet gedeelde) verantwoordelijkheid voor de inzet van het gemeentelijk budget met betrekking tot het beheer van de openbare ruimte in combinatie met de daarvoor beschikbare middelen uit het BIZ-budget.
Zo spoedig mogelijk na het besluit van het college tot inwerkingtreding van de Verordening zal op initiatief van de gemeente een schouw, gericht op achterstallig onderhoud, worden uitgevoerd met als resultaat een beschrijving van de punten die op korte termijn c.q. op langere termijn door de gemeente opgelost worden en vaststelling van zaken, die niet de verantwoordelijkheid van de gemeente betreffen.
Vertegenwoordigers van de gemeente en de vereniging houden minimaal een maal per jaar samen een schouw, waarbij getoetst wordt of het niveau in voldoende mate wordt gehaald en naar aanleiding waarvan partijen afspraken zullen maken over het herstel van eventuele tekortkomingen. De vereniging kan tussentijds bij de gemeente afwijkingen aanmelden, die als dit gerechtvaardigde klachten blijken te zijn binnen gerede termijn worden opgelost. Bij de schouwen zullen partijen mede aandacht besteden aan andere relevante aspecten van beheer en onderhoud van de openbare ruimte, zoals de staat van wegverhardingen en mogelijke schades aan straatmeubilair en dergelijke.
De vereniging stelt onmiddellijk na het besluit van het college tot inwerkingtreding van de Verordening op basis van onderstaande planning van inkomsten en uitgaven een “Jaarplan BIZ” vast en herhaalt dat telkens vóór 1 november voorafgaand aan het volgend jaar, waarvoor naar verwachting BIZ-subsidie zal worden verleend. Dit jaarplan maakt duidelijk welke activiteiten de vereniging het komend jaar zal verrichten en welke kosten daarvoor begroot worden. Het jaarplan behoeft goedkeuring van de bijdrageplichtigen van Vereniging BIZ Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o. en de gemeente. De gemeente toetst het jaarplan aan het BIZ-plan van de vereniging, aan de Wet, aan het gemeentelijk beleid en aan deze overeenkomst, waarbij in het bijzonder erop wordt gelet of de verdeling van de uitgaven in voldoende mate gericht is op het behalen van de inhoudelijke ambities voor de gehele looptijd van de BIZ.
Het is in beperkte mate toegestaan om tussen de kostenposten van de activiteiten te schuiven. Indien de kostenposten niet meer dan 10% afwijken van de begrote kosten is de BIZ-vereniging daartoe gerechtigd. Grotere afwijkingen zijn alleen mogelijk na expliciete instemming van de bijdrageplichtigen van Vereniging BIZ Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o. en de gemeente.
De vereniging legt jaarlijks uiterlijk op 1 april verantwoording af over het voorafgaande BIZ-jaar aan de gemeente door het overleggen van een jaarrekening, alsmede van een verslag van de uitgevoerde activiteiten. De jaarrekening en het verslag dienen door de bijdrageplichtigen van Vereniging BIZ Dierenselaan/Apeldoornselaan e.o. te zijn vastgesteld middels een besluit dat in overeenstemming met haar statuten is genomen. Op basis hiervan wordt de eindbeschikking vastgesteld. De vereniging geeft de gemeente desgevraagd alle inlichtingen die voor de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst van belang kunnen zijn, en stelt de gemeente uit eigen beweging onverwijld op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen en onvoorziene knelpunten, die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst. De gemeente toetst deze verslaglegging aan het BIZ-plan van de vereniging, aan het jaarplan, aan de Wet, aan het gemeentelijk beleid en aan deze overeenkomst. Daarbij is de algemene beoordelingsgrond of het beleid in overeenstemming is met het halen van de gestelde doelen voor de gehele BIZ-periode.
Indien de lopende uitvoeringsovereenkomst van de BIZ niet aansluitend wordt opgevolgd door een nieuwe uitvoeringsovereenkomst mag de vereniging de lopende zaken, zoals activiteiten waarover reeds is besloten, in het eerstvolgende jaar nog uitvoeren en afronden en moet het resterende budget na aftrek van alle door de gemeente goedgekeurde kosten aan de gemeente worden terugbetaald. De gemeente zal dit bedrag naar rato terugbetalen aan de bijdrageplichtigen die voor het laatste subsidiejaar de BIZ-bijdrage hebben betaald.
Deze overeenkomst is rechtens afdwingbaar, en wordt – behoudens verplichtingen die naar hun aard eerder aanvangen - aangegaan onder de opschortende voorwaarden dat de Verordening wordt vastgesteld en in werking is getreden en de Aanvraag en de Beschikking tot stand komen.
Deze overeenkomst eindigt, behoudens schriftelijke verlenging, na afwikkeling van alle rechten en verplichtingen van partijen na afloop van de laatste subsidieperiode.
De vereniging stemt ermee in dat in de Verordening het artikel 1 lid 4 van de Wet wordt toegepast, hetgeen betekent dat, indien een onroerende zaak bij het begin van een kalenderjaar niet in gebruik is, de BIZ-bijdrage wordt geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft.
Deze overeenkomst laat onverlet het omtrent subsidies bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht. De gemeente erkent dat door het ontwikkelen van de BIZ-activiteiten, de vereniging in het betreffende gebied geen afstand doet van mogelijke subsidies waarop zonder BIZ-subsidie ook aanspraak mogelijk zou zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 5 van deze overeenkomst.