Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | UITVOERINGSOVEREENKOMST Bedrijveninvesteringszone Buurtschap Centrum 2005 |
Citeertitel | Uitvoeringsovereenkomst BIZ Buurtschap Centrum 2005 2020 – 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Uitvoeringsovereenkomst BIZ Buurtschap Centrum 2005 2020 – 2024 |
Externe bijlage | RIS303501 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-09-2019 |
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
Het college van burgemeester en wethouders,
De Wet op de bedrijveninvesteringszone opent de mogelijkheid dat de gemeenteraad bij verordening onder de naam BIZ-bijdrage een heffing instelt ter zake van binnen een bepaald gebied (Bedrijveninvesteringszone) gelegen onroerende zaken, welke heffing strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone, waaronder begrepen de verbetering van het ondernemersklimaat.
De vereniging staat ervoor in dat zij voldoet en zal blijven voldoen aan de eisen van de Wet en de Verordening, met name aan de vereisten, neergelegd in de artikelen 7 en 8 van de Wet, en dat zij geen andere activiteiten zal ontplooien dan in artikel 5 vermeld.
De gemeente int jaarlijks onder de bijdrageplichtigen in de Bedrijveninvesteringszone de BIZ-bijdrage volgens de verordening en keert de opbrengst verminderd met 2,1% perceptiekosten (zijnde de administratieve kosten van het aanslaan en invorderen van de BIZ-bijdrage) als BIZ-subsidie uit aan de BIZ-vereniging.
Het college verleent de vereniging jaarlijks een voorschot op de subsidie. Het voorschot bedraagt 90% van het voor dat jaar verleende subsidiebedrag. Dit subsidiebedrag wordt jaarlijks bepaald op basis van de op te leggen aanslagen. Jaarlijkse vaststelling vindt plaats op tenminste 90% van de verleende subsidie. Indien door de gemeente meer wordt ontvangen dan 90% zal dit (jaarlijks) aan de vereniging worden uitbetaald.
De vereniging bericht de gemeente onverwijld over voorgenomen wijzigingen in haar Statuten en reglementen en in het BIZ-plan. Dergelijke wijzigingen behoeven de voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente.
Ten behoeve van een goede uitgangspositie voor het verbeteren van de openbare ruimte door de vereniging verplicht de gemeente zich om tijdens de duur van deze overeenkomst en gedurende tenminste 80% van de tijd de kwaliteit van het schoonhouden te handhaven op het niveau Hofstadkwaliteit (niveau A), zoals in Bijlage 4 met behulp van normstellende foto’s is weergegeven. De tijdelijke afwijking van het niveau mag overigens niet verder gaan dan één niveau. Deze verplichting geldt uitsluitend voor de periodes waarover BIZ-subsidie wordt verleend. Bij deze verplichting wordt het uitdrukkelijke voorbehoud gemaakt, dat er gewichtige redenen, zoals budget neutrale systeemwijzigingen of door de Raad gesanctioneerde bezuinigingen kunnen zijn, waarom de gemeente gedurende deze overeenkomst het niveau niet kan handhaven. In zo’n geval is de gemeente verplicht dat vooraf aan de vereniging te melden.
Indien de BIZ-vereniging dat wenst is het gedurende de looptijd van de BIZ mogelijk om aanvullende afspraken te maken tussen de vereniging en de gemeente over de (al of niet gedeelde) verantwoordelijkheid voor de inzet van het gemeentelijk budget met betrekking tot het beheer van de openbare ruimte in combinatie met de daarvoor beschikbare middelen uit het BIZ-budget.
Zo spoedig mogelijk na het besluit van het College van burgemeester en wethouders tot inwerkingtreding van de Verordening zal op initiatief van de gemeente een schouw, gericht op achterstallig onderhoud, worden uitgevoerd met als resultaat een beschrijving van de punten die op korte termijn c.q. op langere termijn door de gemeente opgelost worden en vaststelling van zaken, die niet de verantwoordelijkheid van de gemeente betreffen.
Vertegenwoordigers van de gemeente en de vereniging houden minimaal een maal per jaar samen een schouw, waarbij getoetst wordt of het niveau in voldoende mate wordt gehaald en naar aanleiding waarvan partijen afspraken zullen maken over het herstel van eventuele tekortkomingen. De vereniging kan tussentijds bij de gemeente afwijkingen aanmelden, die als dit gerechtvaardigde klachten blijken te zijn binnen gerede termijn worden opgelost. Bij de schouwen zullen partijen mede aandacht besteden aan andere relevante aspecten van beheer en onderhoud van de openbare ruimte, zoals de staat van wegverhardingen en mogelijke schades aan straatmeubilair en dergelijke.
De vereniging stelt onmiddellijk na het besluit van het College van burgemeester en wethouders tot inwerkingtreding van de Verordening op basis van onderstaande planning van inkomsten en uitgaven een “Jaarplan BIZ” vast en herhaalt dat telkens vóór 1 november voorafgaand aan het volgend jaar, waarvoor naar verwachting BIZ-subsidie zal worden verleend. Dit jaarplan maakt duidelijk welke activiteiten de vereniging het komend jaar zal verrichten en welke kosten daarvoor begroot worden. Het jaarplan behoeft goedkeuring van de gemeente. De gemeente toetst het jaarplan aan het BIZ-plan van de vereniging, aan de Wet, aan het gemeentelijk beleid en aan deze overeenkomst, waarbij in het bijzonder erop wordt gelet of de verdeling van de uitgaven in voldoende mate gericht is op het behalen van de inhoudelijke ambities voor de gehele looptijd van de BIZ.
De vereniging legt jaarlijks uiterlijk op 1 april verantwoording af over het voorafgaande BIZ-jaar aan de gemeente door het overleggen van een jaarrekening, alsmede van een verslag van de uitgevoerde activiteiten. Op basis hiervan wordt de eindbeschikking vastgesteld. De vereniging geeft de gemeente desgevraagd alle inlichtingen die voor de beoordeling van de uitvoering van deze overeenkomst van belang kunnen zijn, en stelt de gemeente uit eigen beweging onverwijld op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen en onvoorziene knelpunten, die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst. De gemeente toetst deze verslaglegging aan het BIZ-plan van de vereniging, aan het jaarplan, aan de Wet, aan het gemeentelijk beleid en aan deze overeenkomst. Daarbij is de algemene beoordelingsgrond of het beleid in overeenstemming is met het halen van de gestelde doelen voor de gehele BIZ-periode.
Indien de lopende uitvoeringsovereenkomst van de BIZ niet aansluitend wordt opgevolgd door een nieuwe uitvoeringsovereenkomst mag de vereniging de lopende zaken, zoals activiteiten waarover reeds is besloten, in het eerstvolgende jaar nog uitvoeren en afronden en moet het resterende budget na aftrek van alle door de gemeente goedgekeurde kosten aan de gemeente worden terugbetaald. De gemeente zal dit bedrag naar rato terugbetalen aan de bijdrageplichtigen die voor het laatste subsidiejaar de BIZ-bijdrage hebben betaald.
Deze overeenkomst is rechtens afdwingbaar, en wordt – behoudens verplichtingen die naar hun aard eerder aanvangen - aangegaan onder de opschortende voorwaarden dat de Verordening wordt vastgesteld en in werking is getreden en de Aanvraag en de Beschikking tot stand komen.
Deze overeenkomst eindigt, behoudens schriftelijke verlenging, na afwikkeling van alle rechten en verplichtingen van partijen na afloop van de laatste subsidieperiode.
(Afhankelijk van de afgesproken definitie van de bedrijveninvesteringszone)
De vereniging stemt ermee in dat in de Verordening het artikel 1 lid 4 van de Wet wordt toegepast, hetgeen betekent dat, indien een onroerende zaak bij het begin van een kalenderjaar niet in gebruik is, de BIZ-bijdrage wordt geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft.
Deze overeenkomst laat onverlet het omtrent subsidies bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht. De gemeente erkent dat door het ontwikkelen van de BIZ-activiteiten, de vereniging in het betreffende gebied geen afstand doet van mogelijke subsidies waarop zonder BIZ-subsidie ook aanspraak mogelijk zou zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 5.
12.3 Op de genoemde subsidies zal de subsidietitel van de Awb van toepassing zijn. Tevens zal deze overeenkomst van overeenkomstige toepassing zijn; in zoverre geldt deze uitvoeringsovereenkomst mutatis mutandis tevens als uitvoeringsovereenkomst ten aanzien van de desbetreffende subsidies.