Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2020 |
Citeertitel | Verordening reinigingsheffingen 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Belastingen |
Deze verordening vervangt de Verordening reinigingsheffingen 2019
Deze regeling kent overgangsrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 09-12-2019 |
De Raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 november 2019,
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van reinigingsheffingen 2020.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan de ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1.1, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in Hoofdstuk 1, onderdeel 1.1.1, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijn van betaling
In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal tien, indien aan het navolgende wordt voldaan:
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 21, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING REINIGINGSHEFFINGEN 2020
1. Ingeval een nota of ander schriftuur voor het in rekening brengen van de kosten voor het brengen van huishoudelijk afval moet worden toegezonden, wordt hiervoor € 10,00
2. Indien de belastingplichtige wil wisselen van containervolume, dan wel een extra restcontainer ter beschikking krijgt dan bedragen de kosten € 35,00
3. Indien de belastingplichtige bij verwijtbaar verlies of diefstal een nieuwe set containers aanvraagt, dan bedragen de kosten per keer € 65,00
Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven jaarlijkse reinigingsrechten
Hoofdstuk 4 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten
Behoort bij raadsbesluit van 9 december 2019